te Tzummarum volgens
https://www.genealogieonline.nl/stamboom-van-der-drift/I5477.php
p 337.
"Voordat wij echter ieder dezer takken op zich-zelven behandelen , moeten wij berichten , dat, volgens de oude aanteekeningen in, Вbk en bij v. A. v. C. opgenomen, reeds in het jaar 778 N. С. G. zou geleefd hebben REFRIDUS (of: RUURT) ROORDAMA, die, onder Keizer Karel den grooten, den Hertog der Saksers, Widoekind, mede heeft helpen bedwingen en onderwerpen. Hij
en zijne Friezen, die hij aanvoerde, kregen gemelden Hertog gevangen , en hij ROORDA, die , tot op dien tijd toe, twee rozen van keel boven eene baar van sabel, op een veld van zilver, in zijn Schild gevoerd had , bekwam toen van den Keizer een nieuw Wapen, te weten: eene lelie van goud op een veld van lazuur. Het eerstvermelde Wapen was dat van die van: ROORDAMA (of: ROORDA
BUUR) — zoo werden de oudtste: ROORDAAS eigentlijk genaamd in het algemeen en sedert onheuchelijke tijden geweest.
REFRIDUS (of: RUURT) , verwekte bij zijne huisvrouw, Jel Ludigman:
GODEFRIDUS (of: GOFFE) ROORDA.
Deze zou , met Magnus Forteman , naar Rome getogen zijn, en , nevens hem en andere Friezen, in het jaar 809, die stad, welke tegen Karel oproerig geworden was en hem hare poorten niet wilde openen , hebben ingenomen. Ter belooning daarvan veroorloofde de Keizer allen Friezen , die mede te Rome geweest waren , zijnen Keizerlijken Adelaar ten halve in hunne Schilden te voeren, zoo als GOFFE dan ook gedaan heeft, deelende hij zijn Schild in de lengte en plaatsende den halven Adelaar van sabel op een veld van goud ter rechterzijde, welk voorbeeld altijd door alle de: ROORDAAS, van Tjummarum, en door de andere Friezen in het algemeen, is gevolgd geworden.
De onderhaalde woorden verdienen onze opmerkzaamheid: niet alle Friezen, maar alleen die, welke toen te Rome geweest waren , en dus ook maar de nakomelingen van die — alleen, zouden voortaan den Adelaar ten halve in hun Wapen voeren mogen, en ziedaar gewis de reden, waarom Jancke Douma, van Oldeboorn ‚ zich in zijn: B. d. P. bl. 52, beklaagt, dat zoo velen, van wie het nog zou te bezien staan , of zij daartoe het recht hebben , dien Adelaar evenwel in hun Wapen plaatsen.
GOFFE ROORDA, trouwde IJdt Forteman , en verwekte bij haar:
JOHAN ROORDA, die, bij Sijts Hermana , vader werd van:
RUURT ROORDA, een zeer geleerd man , die, en daarom , en om zijne groote feiten en daden, in hooge achting stопd bij den
Duitschen Keizer Otto I. RUURT † 966 en had, bij Hijlck Haersma, verwekt:
SIJBREN ROORDA. Hij leefde nog 1019 , en zou, na lang te hebben gestudeerd , getogen zijn tot den Hertog van Braband, Hendrick 1 , en dien zeer loffelijk gediend hebben. Hij keerde sedert naar Friesland terug en werd aldaar in vele landszakeu gebruikt. Hij verwekte, bij Нil Haringhsdr. Herínga:
HARINGH ROORDA, leefde in 1042. Deze reisde, met vele andere Friesche Edelen, als: Aede Hesssels Jongama, Sicke Sjaerda (Sjaerdema) , Upсkе en Rienck Burmania , Douwe Oflìngahuízen, Gerrolt Herema, Sicke Taeckes Tjaerda, en Haye Cammíngka, tot den Keizer Hendrick III. Zij streden voor dezen, eerst, tegen den Koning van Boheme, daarna, in Hongarije, bedreven vele groote daden en kwamen , behalve Sicke Tjaerda , die in den oorlog gebleven was ‚ gezond en door behaalden buit verrijkt, in het Vaderland terug."
te Tzummarum volgens
https://www.genealogieonline.nl/stamboom-chodzynski/I1127.php
He is married to Hill Haringsdr Heringa.
They got married in the year 985, he was 40 years old.Source 1
Child(ren):
Bron:
Stamboek van den Frieschen vroegeren en lateren adel, Jr Mr M. de Haan Hettema en Mr. A. van Halmael, eerste deel, 1846
https://books.google.nl/books/about/Stamboek_van_den_Frieschen_vroegeren_en.html?id=GQ1VAAAAcAAJ&redir_esc=y
---
RUURT ROORDA, een zeer geleerd man , die, en daarom , en om zijne groote feiten en daden, in hooge achting stond bij den
Duitschen Keizer Otto I.
RUURT † 966 en had, bij Hijlck Haersma, verwekt:
SIJBREN ROORDA. Hij leefde nog 1019 , en zou, na lang te hebben gestudeerd , getogen zijn tot den Hertog van Braband,
Hendrick I , en dien zeer loffelijk gediend hebben. Hij keerde sedert naar Friesland terug en werd aldaar in vele landszaken gebruikt. Hij verwekte, bij Hil Haringsdr. Heringa:
HARINGH ROORDA, leefde in 1042. Deze reisde, met vele andere Friesche Edelen, als: Aede Hessels Jongama, Sicke
Sjaerda (Sjaerdema) , Upckе en Rienck Burmania , Bouwe Offìngahuizen, Gerrolt Herema, Sicke Taeckes Tjaerdа, en Haye
Cammingha, tot den Keizer Hendrick III. Zij streden voor dezen, eerst, tegen den Koning van Boheme,daarna, in Hongarije, bedreven vele groote daden en kwamen , behalve Sicke Tjaerda, die in den oorlog gebleven was ‚ gezond en door behaalden buit verrijkt, in het Vaderland terug.
Sijbren Ruurts Roorda | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
985 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hill Haringsdr Heringa |