en na 1520
erfgenaam van wijlen Jan Rattaller
https://www.knggw.nl/wp-content/leeuw/1888-36-121.pdf
Dirck, de broeder van Georg, werd opgeleid tot den geestelijken stand. Toen hij nog een kind was, had
men hem reeds met een beneficie voorzien. Immers in 1527 beklaagden de Staten van Friesland zich bij den
Stadhouder o. a. over het feit, dat „die Renthemesters-
„zoen, die beneficiën heeft tot Collum" daar niet woonachtig was. En die klacht was in 1540 sedert nog ver'
meerderd, daar destijds „de zoene van Jan Rataller was
„versien mit twee vicariën, te weeten mitten vicarie van.
l' „Collum ende mitte vicarie van Marssum, ende dat hij
„nochthans nyet en was gequalificeert om enighe van beyde te bedienen." In de oorkonde, waarin hierover gehandeld wordt, vindt men hem ook meer bepaald aangeduid , als „die zoene van Jan Rattaller, Dirck genoempt."
Het einde van deze zaak was, dat het den Marsumers vergund werd een nieuwen vicaris te kiezen, terwijl wij
reeds drie later ook een anderen vicaris te Kollum aantreffen (1)
Dirck Rataller |