Volgens de akte van indemniteit afgegeven op 6-1-1794 door het gerecht Bokom was hij toen ruim 45 jaar oud en van Rooms Katholieke gezindte en in het gerecht van Bokom geboren. In de akte van indemniteit is de achternaam Berks.
Geloof: RK
Hij bezit in 1796 8 morgen land met daarop een door hem nieuw gebouwde huijsinge.
He is married to Maria van Kuijk.
Their notice of marriage was on January 3, 1794 in Haarzuilen.
They got married on January 19, 1794 at Haarzuilen.Source 3Trouwen ook voor het gerecht van Harmelen op 21 januari 1794. Hendrik Berk wonende te Haarzuilen en Marrigje van Kuijk, wonende te Gieltjensdorp. Bruid is weduwe van Jan van Os. (bron: huw. gerecht Harmelen nr 1762)
Witnesses: Cnelis,
Child(ren):
In een akte dd. 24 mei 1781, dorpsgerecht Kockengen inv. nr R49-1015, akten van verhuur van vee 1745-1789, compareerden ter secretarie van Kockengen Lockhorst, Hendrik Berks, wonende aan de Haar ende bragt aan bij Gijsbert Verhaar mede comparant wonende onder deses gerechte in de weide en het voeder te hebben besteet tot primo mei 1782, een rood bonte koe van 4 kalf, een swart bonte dito van B: kalf. Een swart colde dito mede van 3 kalv en twee swart bonte pinken hetwelk hij 2e comp is agnisserende.
In een akte dd. 30 november 1781 comp. te secr van Kockengen Lockhorst, Hendrik Berks, wonende aan de Haar ende bragt aan bij Gijsbert Verhaar mede comp, wonende onder deses gerechte in het voeder te hebben besteet tot den 1e mei 1782, een swart grimelde jonge veers hetwelk hij 2e comp. agnisserende.
In een akte dd. 13 juli 1789 comp. ter secr van Kockengen Lockhorst, Hendrik Berks ende bragt aan bij Gijsbert Verhaar won. onder deses gerechte mede comp. in de weide en voeder te hebben besteed tot den 1e mei 1790, een beyse bonte koe oud 3 kalfs, een swart bonte dito oud 3 kalfs en een swarte pink hetwelk hij 2e comp agnisserende.
Akte dd. 29-02-1796 Bron Hypotheken voor het gerecht van De Haar 1707-1796
R.A. Utrecht, dorpsgerechten De Haar, Haarzuilens (R49), inv. nr. 711.
Henderik Berck, huijsman in de Lage Haar, voor zig zelve en als man en voogd over zijne huijsvrouwe, verklaarde schuldig te wesen aan Martinus Versteeg een som van 1000 carolie guldens a 20 stuijvers het stuk.
Als onderpand wordt gegeven 8 morgen hooij- of weijland, midsgaders de daarop staande nieuw geboude huijzinge en verdere aanbehooringe, alles staande ende gelegen onder De Haar, strekkende van de Laag Nijcoperdijk tot over den Haardijk ter halver weteringe toe. Belend oost en westwaarts de erfgenamen van de weduwe Pieter van Duuren ofte wie daar naast geland en gelegen mogte wesen. Thans bij hem comparant bewoond en gebruijkt wordende zijnde vrij en allodiaal goed, niet anders belast dan met 's Heeren schattingen en ongelden. Schout: Fredrik Olivier Josephus Hacfort. Schepenen: Jan van Riet, Jan van Schaijk, Folio 8.
Hendrik Berk | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1794 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria van Kuijk |