In het jaar negentienhonderd zeven, den Zeventienden der maand Mei verschenen voor mij Roelof Anton Damaté Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Dubbeldam:
Willem van den Boogaard oud vier en zestig jaren, aanspreker wonende te Dubbeldam en Teunis Stehouwer oud zes en veertig jaren, veldwachter wonende te Dubbeldam die verklaarden, dat op den vijftienden dezer maand des na middags ten vier ure, te Dubbeldam in het huis geteekend wijk A nummer twee honderd achttien is overleden Hendrik van Heeren, oud negen jaren, zonder beroep, geboren en wonende alhier, zoon van Adrianus van heeren, arbeider en Neeltje van der Weijde, zonder beroep, wonende beiden te Dubbeldam.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
W. v d Boogaard, T. Stehouwer, R A Damaté
Hendrik van HEEREN |