Inventaris van goederen nagelaten door Kornelis van Loenen, gewoond hebbend en overleden in Stad aan het Haringvliet, op verzoek van Kornelia van Loenen, weduwe van Jan Nijpjes aldaar, zuster van overledene en ususfractuair erfgename, in aanwezigheid van Klaas Nijpjes en Gillis Nijpjes, haar zoons samen erfgenaam voor 1/3 deel. Verder aanwezig Kornelis Jansz Kwak als in huwelijk hebbend Dina Kornelis Grauwkous en Kornelis Klaas Grauwkous minderjarige zoon van Klaas Kornelis Grauwkous, dochter en kleinzoon van Neeltje van Loenen, die een volle zus was van overledene, samen erfgenamen voor 1/3 part. Nog Gillis Batenburg, in ondertrouw zijnde met Maria van Loenen, enige nagelaten dochter van Gillis van Loenen, erfgenaam voor 1/3 part. Alles volgens testament dd 9-4-1683 gepasseerd voor notaris Daniel van Aflaken te Sommelsdijk. Er is een huis met schuur in Stad aan de westzijde van de Oude Straat, sterfhuis. Nog een huis met 146 R boomgaard daarachter, over de watering. Nog een huis aldaar met gevel uitgehouwen een meebaal (meekrapbaal), in huur bij Hendrik Snel. Verder een schuur aan de Zeedijk en nog een huis met schuur aan de Meuldijk of Slapersdijk. Nog een huis met schuur aan dezelfde dijk bij de molen, in huur bij Jacob Dekker en de molen zelf met molenhuis,in huur bij Jacob Suiker 1/2 gemet land onder Middelharnis voor het 'roopanse huis' aan de Weel en 21 gemet onder Stad, pachter Jan Leenderts Brootshoofd, met annex nog 9 gemeten. Er zijn vorderingen op Simon Leendert Braber en Johannes Voordijk. Er zijn 6 paarden, 11 runderen, wagens en landbouwgerei. In de meestoof van Stad is meekrap behorend tot deze boedel. Er is in kisten, zakjes en kasten een onwaarschijnlijke hoeveelheid munten ter waarde van ruim f1000. In de verhoudingsgewijs sobere inboedel vallen alleen 3 pistolen op. Er is een verzameling collecteboeken aanwezig betreffende diverse imposten over meerdere plaatsen. Als collecteurs vermeld: Kornelia van Loenen, Lena van Aken huisvrouw van Kornelis Langstraat, Jannetje Mattheus huisvrouw van Cent Gommers Gunst en Aagje Jonas. Er zijn schulden aan Jan Leenderts Brootshoofd, de bedrijf (meesterknecht) Pieter Bassert en dienstmaagd Aagje Jonas. getuige Jan Abrahams Os.Aktedatum: 06-01-1702, notaris: Paulus van Brakel, inv. 1028, toegang 110 Streekarchief Voorne en Putten
Cornelis Claesz MOLENAER |
The data shown has no sources.