Attention: Partner (Sibylla Dijedr. van Wuytza) is 67 years younger.
(1) He is married to Sibylla Truchsess von Waldburg.
They got married about 1507.
Child(ren):
(2) He is married to Sibylla Dijedr. van Wuytza.
They got married at Not Married.
Child(ren):
Child(ren):
Wilhelm Truchsess von Waldburg zu Trauchburg
Kaiserl. Rat u. Diplomat, Statthalter in Württemberg
http://wikipedia.qwika.com/de2en/Grafschaft_Sonnenberg
William of Waldburg Trauchburg (1504 - 1557) was married with the heiress Sibylla, daughter of Andreas, he sold the yard to Tomils 1521 at Ludwig Tschudi of Glarus.
http://de.wikipedia.org/wiki/Wilhelm_der_%C3%84ltere_von_Waldburg-Trauchburg
Wilhelm Freiherr von Waldburg ook genaamd 'der Ältere' en Truchsess von Waldburg, geboren in het jaar 1469, overleden op 17 maart 1557. Gegevens over Wilhelm en zijn voorouders zijn ontleend aan een artikel van de heer G.W. Nanninga in 'Gruoninga' 1964, blz. 66; verder uit de Karel de Grote nummers van Gens Nostra 1968, 1990 en 1991; ook uit de 'Stamtafeln' van Herman Grote, Leipzig 1877 en uit het bestand MIDVORST.GED van de heer F.Roelvink. (BBS), alsmede uit de databestanden van de universiteit Erlangen, via Internet. Zie ook 'De Nederlandsche Leeuw' 1963, blz. 418. Geboren in 1469, werd Wilhelm al op 12 juni 1476 Cecilia, dochter van graaf Herman von Montfoort-Bregenz, als toekomstige echtgenote voorbestemd. In de herfst van 1485 ging hij naar de universiteit van Tübingen, daarna studeerde hij te Pavia. Na zijn studietijd was hij een jaar lang in dienst van de hertog van Milaan. In de zomer van 1498 kreeg hij in Freiburg contact met hertog Albrecht von Saksen, erfpotestaat van Friesland en trad spoedig daarna in diens dienst. In het jaar 1500 kwam hij als sindicus en procurator van hertog Georg von Saksen, de zoon van de inmiddels overleden Albrecht, naar onze streken. De hertog verleende hem op 20 juli 1500 het verbeurd verklaarde huis en de overige bezittingen van de friese edelman Feyke Kamstra. In de zomer van 1504 werd hij als onderhandelaar naar Engeland gezonden, waar hij, uit waardering door koning Hendrik VII tot kapitein in diens leger werd benoemd met een jaarwedde van 100 gouddaalders. In december 1504 voerde hij, tesamen met Mr. Bernhard Bucho van Aytta van Swichem, succesvolle onderhandelingen te Calais. Ook trad hij met goed gevolg op als bemiddelaar in de strijd tussen de stad Groningen en de Saksers (o.a. wapenstilstand van Aduard 1501). Nadat zijn vader in 1504 en zijn oudste broer in begin 1505 gestorven waren, nam Wilhelm ontslag uit Saksische dienst en ging terug naar zijn geboorteland om het beheer over de familiebezittingen op zich te nemen. Hij bleef echter als raadsman aan het Saksische hof verbonden; zijn salaris hiervoor schijnt echter niet geregeld uitbetaald te zijn. Het huwelijk met Cecilia van Montfoort-Bregenz kwam niet tot stand.
In 1507, nadat dispensatie verleend was door de Paus, huwde hij zijn nicht Sibylla, d.v. graaf Andreas von Sonneberg, met wie hij reeds voor 1501 verloofd was. Gedurende zijn Friese tijd leefde Wilhelm samen met een adelijke Friezin Sibylla van Wuytza genaamd, bij wie hij twee kinderen had n.l. Christoffel en Margaretha. In het Rijks-Archief te Leeuwarden bevindt zich in de 'Verzameling Chr. Epkema' onder nr. 30 een brief van 1512 gericht 'An Sijbill wonachtig tzot franicer in Vrieslanden. In har eygen hannden'. Hierin schrijft hij letterlijk: 'Mein freintlic grout end alsz guet Liever Sijbill. V schreven heb ic tot ougspurch upp den xiiij Tag Marti ano dom XVc Xij entpfangen darin ir vermeldt, wie ic Christoffer ende Margretlin mit sofoel arflucke rentten verseen well als ghij utt wuer gued Inen geven wolt, end dat mij angepracht scolt sein, dat die kinder nit wal uppgetogen werden, upp den ersten articel isz noch meijn meijning ernstlic dat ick v end wuer und meijn kinder nijtt verlaten will in keijn wege, und diewijl wijr todlic sient bitt ic v freintlic Ir wellet Christoffer und Magretlin mit verwilligung des stattholder end regennten tutscher und vrijesscer raeden versechen, so lieuwe ir sij habent, end schickt mir dar nach eijn coppij der selben versorgnus screflicen tzo beij naester gwijsser bottscapt, so wil ic desclich sij oc versorghen, end mir ist genadig furst end herr hertzog Jorg van Saxen verscenen Jacobij ano domi XVc Xj, hondert rinsch guld. vervallen und schuldig worden, wil ic beij genaden utrichten, datt die stettholder und regenten uth die selven jc gulden zalen end geuwen, do mit Christoffel und Magretlin dess basten moght onderholden, Ir solt vijr war glouen dat ic keijn tzwijuel hab anderst da dat Ir die kinder tot allen togent onderholdent, habt mester berzd bucho (Mr. Bernard Bucho van Aytta va Swichum) alltijtt tzo radt In uwer sacken wat dat sij, ic twifel net er meijn v und mich mit truwen. Ir solt glouen..... ic vel anhaims bin ut ursach dijss handel der mij tzo gestanden ist wie ir wal gehort hebt, dan ic wolt gern datt solch offel mortlic handel solt gestrafft werden, hatt noch nit mogen seijn. we dat nit waer gewest, wol ic aijgen botten tzo uch gesickt haben, ic hör sagen datt eijnguedt schul vir die kijnder tzo Lewarden seij, waer mein radt Ir schickt Christoffer oc dar umb Lerung mein hand screuft upp den XV tag martij ano XIJ'
De brief was ondertekend 'W.t.F.H.z.Waltpurch' en voorzien van een zegel met het wapen Waldburg (drie luipaarden boven elkaar en de letters W.T.). We zien dus dat Wilhelm de beide kinderen volledig erkent en in de opvoedingskosten wil bijdragen; hij spreekt immers van 'Uw en mijn kinderen'.
Op 3 oktober 1508 koopt Sibbel Dijadr. een huis te Franeker en op 5 november 1528 dragen Sijbel Dijadr. Wuytza en Christoforus Wilhelmi Truchsess aan Margaretha Wilhelmsdr. met hun zwager, Wuytzagoed en andere goederen in Friesland over tegen betaling van een lijfrente van 60 gld. voor Sibylla en 50 gld. voor Christoffel. Wilhelm kreeg op 27 juli 1526 van keizer Karel V het recht zich 'Erbtruchsess' te noemen. Wilhelm had een buitenechtelijke relatie (1) met Sibylla van Wuytza ook genaamd Sibylla Dijadr. en Sibylla van Oeya, overleden op 10 juni 1533, begraven te Leeuwarden (in de Gallileërkerk, welke in 1940 is gesloopt; de grafsteen ligt nu in het middenpad van de gerestaureerde kerk te Minnertsga).
Uit deze relatie:
a. Christoffel Truchsess, pastoor te Goutum, overleden op 12 november 1535, begraven te Leeuwarden (in de Gallileërkerk).
b. Margaretha Truchsess van Waldburg, zie 24
Wilhelm is daarnaast getrouwd in het jaar 1507 (2) met Sibylla von Sonneberg, dr. van graaf Andreas von Sonneberg, overleden te Bad Ems in het jaar 1536.
=============================
rob_gomes.ged
Vrijheer van Waldburg.
Gegevens over Wilhelm en zijn voorouders zijn ontleend aan een artikel van de heer G.W. Nanninga in 'Gruoninga' 1964, blz. 66; verder uit de Karel de Grote nummers van Gens Nostra 1968, 1990 en 1991; ook uit de 'Stamtafeln' van Herman Grote, Leipzig 1877 en uit het bestand MIDVORST.GED van de heer F.Roelvink. (BBS), alsmede uit de databestanden van de universiteit Erlangen, via Internet. Zie ook 'De Nederlandsche Leeuw' 1963, blz. 418.
Geboren in 1469, werd Wilhelm al op 12 juni 1476 Cecilia, dochter van graaf Herman von Montfoort-Bregenz, als toekomstige echtgenote voorbestemd. In de herfst van 1485 ging hij naar de universiteit van Tübingen, daarna studeerde hij te Pavia. Na zijn studietijd was hij een jaar lang in dienst van de hertog van Milaan. In de zomer van 1498 kreeg hij in Freiburg contact met hertog Albrecht von Saksen, erfpotestaat van Friesland en trad spoedig daarna in diens dienst.
In het jaar 1500 kwam hij als sindicus en procurator van hertog Georg von Saksen, de zoon van de inmiddels overleden Albrecht, naar onze streken. De hertog verleende hem op 20 juli 1500 het verbeurd verklaarde huis en de overige bezittingen van de friese edelman Feyke Kamstra. In de zomer van 1504 werd hij als onderhandelaar naar Engeland gezonden, waar hij, uit waardering door koning Hendrik VII tot kapitein in diens leger werd benoemd met een jaarwedde van 100 gouddaalders. In december 1504 voerde hij, tesamen met Mr. Bernhard Bucho van Aytta van Swichem, succesvolle onderhandelingen te Calais. Ook trad hij met goed gevolg op als bemiddelaar in de strijd tussen de stad Groningen en de Saksers (o.a. wapenstilstand van Aduard 1501). Nadat zijn vader in 1504 en zijn oudste broer in begin 1505 gestorven waren, nam Wilhelm ontslag uit Saksische dienst en ging terug naar zijn geboorteland om het beheer over de familiebezittingen op zich te nemen. Hij bleef echter als raadsman aan het Saksische hof verbonden; zijn salaris hiervoor schijnt echter niet geregeld uitbetaald te zijn. Het huwelijk met Cecilia van Montfoort-Bregenz kwam niet tot stand. In 1507, nadat dispensatie verleend was door de Paus, huwde hij zijn nicht Sibylla, d.v. graaf Andreas von Sonneberg, met wie hij reeds voor 1501 verloofd was. Gedurende zijn Friese tijd leefde Wilhelm samen met een adelijke Friezin Sibylla van Wuytza genaamd, bij wie hij twee kinderen had n.l. Christoffel en Margaretha. In het Rijks-Archief te Leeuwarden bevindt zich in de 'Verzameling Chr. Epkema' onder nr. 30 een brief van 1512 gericht 'An Sijbill wonachtig tzot franicer in Vrieslanden. In har eygen hannden'. Hierin schrijft hij letterlijk: 'Mein freintlic grout end alsz guet Liever Sijbill. V schreven heb ic tot ougspurch upp den xiiij Tag Marti ano dom XVc Xij entpfangen darin ir vermeldt, wie ic Christoffer ende Margretlin mit sofoel arflucke rentten verseen well als ghij utt wuer gued Inen geven wolt, end dat mij angepracht scolt sein, dat die kinder nit wal uppgetogen werden, upp den ersten articel isz noch meijn meijning ernstlic dat ick v end wuer und meijn kinder nijtt verlaten will in keijn wege, und diewijl wijr todlic sient bitt ic v freintlic Ir wellet Christoffer und Magretlin mit verwilligung des stattholder end regennten tutscher und vrijesscer raeden versechen, so lieuwe ir sij habent, end schickt mir dar nach eijn coppij der selben versorgnus screflicen tzo beij naester gwijsser bottscapt, so wil ic desclich sij oc versorghen, end mir ist genadig furst end herr hertzog Jorg van Saxen verscenen Jacobij ano domi XVc Xj, hondert rinsch guld. vervallen und schuldig worden, wil ic beij genaden utrichten, datt die stettholder und regenten uth die selven jc gulden zalen end geuwen, do mit Christoffel und Magretlin dess basten moght onderholden, Ir solt vijr war glouen dat ic keijn tzwijuel hab anderst da dat Ir die kinder tot allen togent onderholdent, habt mester berzd bucho (Mr. Bernard Bucho van Aytta van Swichum) alltijtt tzo radt In uwer sacken wat dat sij, ic twifel net er meijn v und mich mit truwen. Ir solt glouen..... ic vel anhaims bin ut ursach dijss handel der mij tzo gestanden ist wie ir wal gehort hebt, dan ic wolt gern datt solch offel mortlic handel solt gestrafft werden, hatt noch nit mogen seijn. we dat nit waer gewest, wol ic aijgen botten tzo uch gesickt haben, ic hör sagen datt eijnguedt schul vir die kijnder tzo Lewarden seij, waer mein radt Ir schickt Christoffer oc dar umb Lerung mein hand screuft upp den XV tag martij ano XIJ'. De brief was ondertekend 'W.t.F.H.z.Waltpurch' en voorzien van een zegel met het wapen Waldburg (drie luipaarden boven elkaar en de letters W.T.). We zien dus dat Wilhelm de beide kinderen volledig erkent en in de opvoedingskosten wil bijdragen; hij spreekt immers van 'Uw en mijn kinderen'.
Op 3 oktober 1508 koopt Sibbel Dijadr. een huis te Franeker en op 5 november 1528 dragen Sijbel Dijadr. Wuytza en Christoforus Wilhelmi Truchsess aan Margaretha Wilhelmsdr. met hun zwager, Wuytzagoed en andere goederen in Friesland over tegen betaling van een lijfrente van 60 gld. voor Sibylla en 50 gld. voor Christoffel. Wilhelm kreeg op 27 juli 1526 van keizer Karel V het recht zich 'Erbtruchsess' te noemen. Wilhelm had een buitenechtelijke relatie (1) met Sibylla van Wuytza ook genaamd Sibylla Dijadr. en Sibylla van Oeya, overleden op 10 juni 1533, begraven te Leeuwarden (in de Gallileërkerk, welke in 1940 is gesloopt; de grafsteen ligt nu in het middenpad van de gerestaureerde kerk te Minnertsga).
========================================
http://members.home.nl/w.quant/Kwartierstaat%20Huizinga.HTM#8125
24.534 Wilhelm Freiherr von Waldburg ook genaamd der Ältere en Truchsess von Waldburg, president van de Regeringsraad van Frl. 1504-1506, is geboren in 1469, is overleden op woensdag 17 maart 1557, is begraven te Scheer (in de kerk, naast zijn echtgenote Sibylle von Sonneberg). Wilhelm werd 88 jaar.
(Gegevens over Wilhelm en zijn voorouders zijn ontleend aan artikelen van de heer J.C. Deknatel in 'De Nederlandsche Leeuw' van 1963 en van de heer G.W. Nanninga in 'Gruoninga' 1964, blz. 66; verder uit de Karel de Grote nummers van Gens Nostra 1968, 1990 en 1991; ook uit: 'Stamtafeln' van Herman Grote, Leipzig 1877 en uit het bestand MIDVORST.GED van de heer F.Roelvink. (BBS), alsmede uit de databestanden van de universiteit Erlangen, via Internet.)
Geboren in 1469, werd Wilhelm al op 12 juni 1476 Cecilia, dochter van graaf Herman von Montfoort-Bregenz, als toekomstige echtgenote voorbestemd.
In de herfst van 1485 ging hij naar de universiteit van Tübingen, daarna studeerde hij te Pavia. Na zijn studietijd was hij een jaar lang in dienst van de hertog van Milaan.
In de zomer van 1498 kreeg hij in Freiburg contact met hertog Albrecht von Saksen, erfpotestaat van Friesland en trad spoedig daarna in diens dienst. In het jaar 1500 kwam hij als sindicus en procurator van hertog Georg von Saksen, de zoon van de inmiddels overleden Albrecht, naar onze streken.
De hertog verleende hem op 20 juli 1500 het verbeurd verklaarde huis en de overige bezittingen van de friese edelman Feyke Kamstra.
In de zomer van 1504 werd hij als onderhandelaar naar Engeland gezonden, waar hij, uit waardering door koning Hendrik VII tot kapitein in diens leger werd benoemd met een jaarwedde van 100 gouddaalders. In december 1504 voerde hij, tesamen met Mr. Bernhard Bucho van Aytta van Swichem, succesvolle onderhandelingen te Calais. Ook trad hij met goed gevolg op als bemiddelaar in de strijd tussen de stad Groningen en de Saksers (o.a. wapenstilstand van Aduard 1501).
Nadat zijn vader in 1504 en zijn oudste broer in begin 1505 gestorven waren, nam Wilhelm ontslag uit Saksische dienst en ging terug naar zijn geboorteland om het beheer over de familiebezittingen op zich te nemen. Hij bleef echter als raadsman aan het Saksische hof verbonden; zijn salaris hiervoor schijnt echter niet geregeld uitbetaald te zijn.
Het huwelijk met Cecilia van Montfoort-Bregenz kwam niet tot stand.
In 1507, nadat dispensatie verleend was door de Paus, huwde hij zijn nicht Sibylla, d.v. graaf Andreas von Sonneberg, met wie hij reeds voor 1501 verloofd was.
Gedurende zijn Friese tijd leefde Wilhelm samen met een adelijke Friezin Sibylla van Wuytza genaamd, bij wie hij twee kinderen had n.l. Christoffel en Margaretha.
In het Rijks-Archief te Leeuwarden bevindt zich in de 'Verzameling Chr. Epkema' onder nr. 30 een brief van 1512 gericht 'An Sijbill wonachtig tzot franicer in Vrieslanden. In har eygen hannden'. Hierin schrijft hij letterlijk: 'Mein freintlic grout end alsz guet Liever Sijbill. V schreven heb ic tot ougspurch upp den xiiij Tag Marti ano dom XVc Xij entpfangen darin ir vermeldt, wie ic Christoffer ende Margretlin mit sofoel arflucke rentten verseen well als ghij utt wuer gued Inen geven wolt, end dat mij angepracht scolt sein, dat die kinder nit wal uppgetogen werden, upp den ersten articel isz noch meijn meijning ernstlic dat ick v end wuer und meijn kinder nijtt verlaten will in keijn wege, und diewijl wijr todlic sient bitt ic v freintlic Ir wellet Christoffer und Magretlin mit verwilligung des stattholder end regennten tutscher und vrijesscer raeden versechen, so lieuwe ir sij habent, end schickt mir dar nach eijn coppij der selben versorgnus screflicen tzo beij naester gwijsser bottscapt, so wil ic desclich sij oc versorghen, end mir ist genadig furst end herr hertzog Jorg van Saxen verscenen Jacobij ano domi XVc Xj, hondert rinsch guld. vervallen und schuldig worden, wil ic beij genaden utrichten, datt die stettholder und regenten uth die selven jc gulden zalen end geuwen, do mit Christoffel und Magretlin dess basten moght onderholden, Ir solt vijr war glouen dat ic keijn tzwijuel hab anderst da dat Ir die kinder tot allen togent onderholdent, habt mester berzd bucho (Mr. Bernard Bucho van Aytta va Swichum) alltijtt tzo radt In uwer sacken wat dat sij, ic twifel net er meijn v und mich mit truwen. Ir solt glouen..... ic vel anhaims bin ut ursach dijss handel der mij tzo gestanden ist wie ir wal gehort hebt, dan ic wolt gern datt solch offel mortlic handel solt gestrafft werden, hatt noch nit mogen seijn. we dat nit waer gewest, wol ic aijgen botten tzo uch gesickt haben, ic hör sagen datt eijnguedt schul vir die kijnder tzo Lewarden seij, waer mein radt Ir schickt Christoffer oc dar umb Lerung mein hand screuft upp den XV tag martij ano XIJ'
De brief was ondertekend 'W.t.F.H.z.Waltpurch' en voorzien van een zegel met het wapen Waldburg (drie luipaarden boven elkaar en de letters W.T.). We zien dus dat Wilhelm de beide kinderen volledig erkent en in de opvoedingskosten wil bijdragen; hij spreekt immers van 'Uw en mijn kinderen'.
Op 3 oktober 1508 koopt Sibbel Dijadr. een huis te Franeker en op 5 november 1528 dragen Sijbel Dijadr. Wuytza en Christoforus Wilhelmi Truchsess aan Margaretha Wilhelmsdr. met hun zwager, Wuytzagoed en andere goederen in Friesland over tegen betaling van een lijfrente van 60 gld. voor Sibylla en 50 gld. voor Christoffel.
Wilhelm kreeg op 27 juli 1526 van keizer Karel V het recht zich 'Erbtruchsess' te noemen.
Wilhelm trouwt in 1507 (2) met Sibylla Gräfin von Sonneberg, dochter van Andreas von Waldburg-Sonnenberg en Margaretha von Starenberg. Sibylla is overleden in 1536 te Bad Ems, is begraven te Scheer. Wilhelm had een buitenechtelijke relatie (1) met
24.535 Sibylla van Wuytza ook genaamd Sibylla Dijadr. en Sibylla van Oeya is overleden op dinsdag 10 juni 1533, is begraven te Leeuwarden (Frl) (in de Gallileërkerk, welke in 1940 is gesloopt; de grafsteen ligt nu in het middenpad van de gerestaureerde kerk te Minnertsga).
Van Wilhelm en Sibylla zijn twee natuurlijke kinderen bekend.
1 Christoffel ook genaamd Christoffer, pastoor te Goutum, is overleden op zondag 7 november 1535, is begraven te Leeuwarden (Frl) (in de Gallileërkerk, in het graf van zijn moeder).
2 Margaretha, zie 12.267.
========================
http://www.vanderkaap.org/stamboom/karst/thomelinabakker.htm
===========
Die Hoheit Des Teutschen Reichs-Adels Wordurch Derselbe zu Chur- und Fürstlichen Dignitäten erhoben wird : Das ist: vollständige Probe der Ahnen unverfälschter adliger Famillen, ohne welche keiner Auff Ertz-, Dhomb-, hoher Orden- und Ritter-Stiffter gelangen kan oder angenommen wird
Autor / Hrsg.: Hattstein, Damian Hartard von ; Hattstein, Damian Hartard von
Verlagsort: Fulda | Erscheinungsjahr: 1740 | Verlag: Köß
Signatur: 2 Geneal. 76-2
p. 457
http://mdz-nbn-resolving.de/urn:nbn:de:bvb:12-bsb10328139-7
===========
http://www.kareldegrote.nl/Reeks_24_Oudman.htm
Wilhelm Sr. Truchsess | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) ± 1507 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sibylla Truchsess von Waldburg | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sibylla Dijedr. van Wuytza | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend |