(1) He is married to Nn Nn.
They got married
Child(ren):
(2) He is married to Gode (Gude Guda) van Loenersloot.
They got married about 1235 at M2.
Child(ren):
http://www.kasteleninutrecht.nl/Nijenrode.htm
Gijsbrecht van Ruwiel, die vermoedelijk kasteel Ruwielaan de Aa tussen Breukelen en Nieuwer ter Aa heeft verbouwd
www.gironet.nl/home/philip40/amstel.htm
http://www.kareldegrote.nl/Van_Amstel-IJsselstein.htm
4.4.1371: Albrecht, hertog van Beieren, ruwaard van Henegouwen en Holland, beleent Gijsbert van IJsselstein, zoon van heer Otto, met 10 morgen land in het gerecht van de heer van Abcoude, gekocht van zijn neef Gijsbert van Ruwiel, en met het erf en de renten, hem aanbestorven en gegeven door heer Gijsbert van Ruwiel, zijn half-broer[300].
--------------------
wapen: rode dwarsbalk in een gouden veld
Ridder; Broeder van het Duitsche Huis te Utrecht
Hij volgde in 1227 zijn vader op. Hij was de eerste die de naam Ruwiel voerde en omdat ook zijn broer ridder Loef zich tooide met die achternaam mogen we concluderen dat het hun beider vader is geweest die het kasteel Ruwiel heeft gebouwd waarna zijn zonen zich gingen identificeren met de naam van hun vaderlijk huis. Het huwelijk met Gode was zijn 2e huwelijk.
Omdat we in de familie Van Ruwiel de voornamen Loef en Arnold Loef meermalen zien terugkeren en dit bij geen andere familie in de 13e eeuw, behoudens de familie Taets, aantoonbaar is en er ook geen enkele alternatieve vader voor heer Gijsbert I van Ruwiel en diens broer heer Loef van Ruwiel aanwijsbaar is mogen we er gerust van uitgaan dat de tussen 1201-1227 bekende bisschoppelijke ministeriaal Arnold Loef de stamvader is van de Van Ruwiels en de Van Nijenrodes.
Ook het riddermatige geslacht Taets (wapen: rode dwarsbalk in een zilveren veld) voerde een sterk op de Van Ruwiels (wapen: rode dwarsbalk in een gouden veld) gelijkend familiewapen. We treffen er aan het eind van de 13e eeuw ook de voornaam/bijnaam-combinatie Arnold Loef aan. Bij eerdere onderzoekers heeft dit geïnspireerd tot het vermoeden van een huwelijk Taets-Ruwiel. Gezien de wapengelijkenis is het echter eenvoudiger om in de Taetsen een jongere zijtak van de Van Ruwiels te zien, te meer omdat het veronderstelde huwelijk cronologisch gezien in die tijd waarin het geplaatst werd niet echt past.
In een oorkonde van 31 december 1249 (Manten schrijft 1248) schenkt Gijsbert, ridder van Ruwiel, 2 hoeven in de Breukelerwaard aan de broeders van het Duitse Huis te Utrecht. Hij deed dit met toestemming van zijn vrouw Gode en zijn (onbenoemde) wettige kinderen van het tweede vaderschap (liberorum meorum secundum legem patrie) (OSU nr.1208). Getuigen bij deze handeling waren heer Gijsbert genaamd van Amstel en Dirk genaamd van Loenersloot, ridder.
Uit de oorkonden van 1247 en 1249 valt op te maken dat heer Gijsbert I van Ruwiel tweemaal was gehuwd. Uit zijn eerste huwelijk had hij een zoon Loef en uit zijn tweede huwelijk met vrouwe Guda/Gode had hij eveneens kinderen. Deze worden op 31 december 1249 echter niet met naam genoemd. Daaruit zouden we kunnen veronderstellen dat ze nog
jeugdig, dus onder de 14 jaar (civielrechtelijk handelsbekwaam) moeten zijn geweest. Omdat hun vader vóór 14 april 1242 toegetreden is tot de ridderbroederschap van de Duitse Orde te Utrecht zullen zij voor die tijd verwekt zijn. Heer Gijsbert I van Ruwiel spreekt in 1249 tenslotte over zijn wettige kinderen. In eerste instantie leek het, vanwege de naamloze vernoeming van de kinderen, dat ze nog erg jong, dus onder de 7 jaar zouden kunnen zijn geweest.
Volgens T. Klaversma echter konden kinderen toestemming geven, als vader, moeder of voogd een gift gaf of een andere voor hen belangrijke beslissing nam, wanneer ze niet meer 'infans' waren, als ze tot de dagen des onderscheids gekomen waren en dat was het geval op zevenjarige leeftijd ("Wassenberg en de hertogen van Limburg in de twaalfde eeuw", in De Maasgouw jrg.107 (1988), kolom 41-47).
In de oorkonde van 31 december 1249 is sprake van de toestemming van zijn kinderen. Deze waren dus minimaal 7 jaar oud en geboren vóór 31 december 1242. Bezien we dit gegeven met de wetenschap dat in genoemd jaar hun vader op 14 april al was ingetreden, kunnen we gerust aannemen dat voor die intreding zijn kinderen uit het tweede huwelijk al ter wereld waren gekomen. Die intreding heeft pas plaatsgevonden na 20 september 1240 toen Gijsbert, ridder van Ruwiel
nog optrad als wereldlijk edelman. Hij verkocht toen 10 morgen land aan het Kapittel van St. Jan (OSU nr.955). De intreding kunnen we dus inschatten op ca.1241 (dhr. Manten) of uiterlijk begin 1242.
Omdat de kinderen echter niet afzonderlijk met hun voornaam worden opgesomd lijkt het dat ze nog aan de jeugdige kant en in ieder geval onder de veertien jaar zullen zijn geweest. Het huwelijk van heer Gijsbert I en vrouwe Guda/Gode mag derhalve op ca.1235 gesteld worden. Na heer Gijsbert I van Ruwiel vinden we vanaf 1265 een jongere Gijsbert II als heer van Ruwiel. Diens broer Gerard Splinter van Ruwiel komen we vanaf 1277 tegen. Het huwelijk van Gijsbert II zal op ca.1265 of iets eerder gesteld mogen worden. Diens zoon Gijsbert III huwde ca.1290 Geertruid van Montfoort en hun zoon Gijsbert IV vermoedelijk pas ca.1315. Het lijkt dan logisch om in Gijsbert II en diens broer Gerard Splinter van Ruwiel zonen te zien van heer Gijsbert I van Ruwiel en vrouwe Guda/Gode.
De grote afwezige bij de laatste schenking van 1249 is wel heer Gijsberts oudste zoon Loef van Ruwiel, die er twee jaar eerder nog wel bij was. Het vermoeden bestaat dan ook dat Loef in de tussentijd is overleden. Aangezien de oudste zoon steeds werd vernoemd naar de vaderlijke grootvader, en dit een Arnold Loef was, en anderzijds destijds voornaam/bijnaamcombinaties vaak vereenvoudigd werd tot het laatste naamsbestanddeel is het niet ondenkbaar dat we de naam van Loef van Ruwiel voluit dienen te interpreteren als Arnold Loef.
In de drie oorkonden uit 1247 en 1249 zien we driemaal een Van Amstel en tweemaal een Van Loenersloot als getuige optreden. Zij zullen derhalve tot de nabije verwantschap van heer Gijsbert I van Ruwiel en zijn vrouw Guda/Gode hebben behoord.
==========================
http://www.kasteleninutrecht.nl/Ruwiel.htm
Gijsbrecht junior was gehuwd met vrouwe Guda. Zij was eerder gehuwd geweest met Wouter Over de Vecht. Ook genoemde ridder Gijsbrecht trad in 1247, nog tijdens het leven van zijn vrouw Guda, in de Duitse Orde. Hij werd aangeduid met 'frater et conversis', lekebroeder dus, en leefde nog in 1272.
Het echtpaar werd verblijd met drie kinderen, waarvan er één -vanzelfsprekend- Gijsbrecht gedoopt werd. Deze Gijsbrecht is terug te vinden als ministeriaal van de bisschop.
==========================
file:///E:/E-S009/genealogy/!downloads/Kwartierstaat%20van%20Gerhard%20Heinrich%20Christian%20Witte.htm#BM11579
6032008 Gijsbert I van Ruwiel, Heer van Ruwiel, Ridder (1226), geboren circa 1200, overleden na 1249, zoon van Arnold Loef van Ruwiel(zie 6032000) en nn (zie 12064017).
Gehuwd met
6032009 nn van Loenersloot.
Uit dit huwelijk:
1. Loef, geboren circa 1240 (zie 3016004).