He is married to Anna Maria Mattei.
They got married about 1740.
Child(ren):
Oct. 2018 :
Blijkens onderzoek van de Werkgroep Val Vigezzo is het Anna Maria Mattei (en niet Antonia Giuseppe Mattei) die trouwde met Giacomo Philippo Bolongaro in 1745.
Mogelijk is er sprake geweest van een eerste en tweede huwelijk.
===========
https://gw.geneanet.org/gomesadel?lang=nl&n=bolongaro&p=giacomo+philippo
Koopman en fabrikant te Amsterdam, Frankfort aan de Main en Leipzig onder de firma "Gebrüder Bolongaro".
De firma "Gebrüder Bolongaro", die onder de leiding van Giacomo Philippo Bolongaro en,diens broeder Josef Bolongaro (overl in 1779) een grote vlucht nam, is als handelshuis en fabrikante van snuiftabak misschien wel het belangrijkste bedrijf van dit soort geweest in de gehele handelswereld en overtrof ruimschoots de op zich zelf succesvolle ondernemingen van andere Frankforters van Italiaanse herkomst als Brentano, Guaita en Allesina. Het handelshuis is voortgekomen uit de omstreeks 1710 opgerichte Amsterdamse firma "Gebroeders Mattei", als wier vertegenwoordiger in Duitsland Giacomo Philippo Bolognaro in mei 1734 werd benoemd. Daarbij werd aan hem en zijn broeders Josef Frans Bolognaro het sedert jaren te Frankfort aan de Main bestaande magazijn der firma voor tabak, thee en koffie overgedragen.
In 1743 namen de drie voormelde gebroeders de handelsondernemingen van de Gebroeders Mattei voor eigen rekening over; daarbij dreef Giacomo Philippo Bolognaro de zaken in Amsterdam, Josef die te Frankfort aan de Main, terwijl een derde kantoor zich in Leipzig bevond. De broeder Frans Bolognaro overleed reeds in 1754, doch onder de leiding van de beide overgebleven broeders namen de zaken een geweldige vlucht, waarbij niet altleen snuiftabak e.d. werd verhandeld en verwerkt, doch ook belangrijke geldleningen werden verstrekt, zoals aan de keurvorst van Trier en de landgraaf van Hessen-Darmstadt.
Nadat hem zulks aanvankelijk was geweilgerd, had Giacosmo Philippo Bolongaro in 1741 op voorspraak van de keizerlijke prinses Maria Theresia de zg "Beisassenschutz" van de stad Frankfort aan de Main verkregen; het was namelijk voor katholieken vrijwel onmogelijk het Frankforters burgerrecht anders dan door huwelijk met de dochter of de weduwe van een Frankforter burger te verkrijgen, en ook met het verlenen van "Beisassenschutz" aan rooms-katholieken was deze lutherse rijksstad niet gul. In 1744 was hij bovendien Amsterdams poorter geworden.
Toen Giacomo Philippo Bolongaro in 1770 aan de Raad van Frankfort mededeelde, dat hij zijn aandeel in de firma Gebrtüder Bolongaro te Frankfort aan de Main aan zijn schoonzoon Pietro Antonio Bolongaro-Crevenna had overgedragen en verzocht om deze tegen een betaling van 1000 Reichstaler en een jaarlijks "Schreibgeld" van 100 gulden in zijn plaats in de plaatselijke "Beisassenschutz" op te nemen, werd dit verzoek zonder meer afgewezen, zulks hoewel Bolongaro er op had gewezen, dat hij zeer verleidelijke aanbiedingen om zijn zaken naar elders te verplaatsen van de hand had gewezen.
Toen een tweevoudige herhaling van het verzoek ook geen succes had, wendde Bolongaro zich tot de keurvorst Emmerich van Mainz, de beschermheer van alle katholieke Italianen, en verkreeg van deze in 1771 een patent met zeer verstrekkende rechten. Hierbij verkregen de gebroeders Bolongaro vergunning om een afzonderlijke, naar de keurvorst te noemen fabrieksstad bij Höchst am Main te bouwen, en werden zij tot de eerste patriciërs van die stad benoemd. De Frankforter Raad, thans beducht voor het verlies van een belangrijke plaatselijke industrie, trad nu in onderhandeling met Bolongaro, doch deze werden spoledig door hem afgebroken. In Höchst werd vervolgens door de firma de fabrieksstad Emmerichstadt gebouwd, waar het alstoen neergezette slot Bolongaro eerder aan een vorstelijk paleis, dan aan een fabriek doet denken.
Josef Bolongaro, die in het slot te Emmerichstadt in 1779 overleed., besliste dat Emmerichstadt tot de derde generatie ondeelbaar bezit der gezamenllijke erfgenamen zou blijven; eerst in 1833 kon dit Höchster fideicommis gealloldificeerd worden.
Giacomo Philippo Bolongaro overleed ruim een jaar na zijn voornoemde broeder, op 12 augustus 1780 in het paleisachtige huis "Zum Wölfchen" aan de Töngesgasse te Frankfort aan de Main, dat door zijn broeder Josef was verworven.
De gezamenlijke nalatenschap van deze gebroeders Bolongaro bedroeg minstens 2 miljoen gulden; nimmer tevoren had een Frankforter handelshuis zich op een dergelijk groot vermogen kunnen beroemen.
===========
Giacomo Philippo Bolongaro | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1740 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Maria Mattei |
The data shown has no sources.