He is married to Anna Bentinck.
Their notice of marriage was on September 26, 1773 in Kleve, Nordrhein-Westfalen, Germany.
They got married on October 12, 1773 at Zalk, Overijssel, Netherlands, he was 22 years old.Child(ren):
https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Anne_van_Spaen_la_Lecq
===========
http://www.parlement.com/9291000/biof/04132
Mr. W.A. baron van Spaen la Lecq
regeringsgezind in de periode 1814-1848
in de periode 1774-1817: lid notabelenvergadering, lid Eerste Kamer
[ V ][ ^^ ]
voornamen
Willem Anne
[ V ][ ^^ ]
personalia
geboorteplaats en -datum
's-Gravenhage, 26 december 1750
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 29 april 1817
[ V ][ ^^ ]
loopbaan
-burgemeester van Elburg, van 1769 tot 1786
-ambtsjonker van Nijkerk, vanaf 2 mei 1771
-lid Staten van Gelderland voor het kwartier van de Veluwe
-gedeputeerde ter Staten-Generaal voor Gelderland, van 1774 tot 1775
-lid Gedeputeerde Staten van Gelderland, vanaf 1778
-gedeputeerde ter Staten-Generaal voor Gelderland, van 1780 tot 1781
-gedeputeerde ter Staten-Generaal voor Gelderland, van 1783 tot 1784
-gedeputeerde ter Staten-Generaal voor Gelderland, van 1786 tot 1792
-burgemeester van Elburg, van 1789 tot 1795
-scholtus binnen en buiten Hattem, van 1789 tot 1795
-lid Admiraliteit van Amsterdam, van 1792 tot 1795
-hoofdschout te Maastricht en Vroenhoven, vanaf 1792
-president kantonale vergadering, kanton van de Roer te Kleef, vanaf 1803
-lid kiesvergadering departement van de Roer, van 1804 tot april 1809
-répartiteur de contributions mairie Materborn, van 1808 tot april 1809
-lid Vergadering van Notabelen voor het departement Monden van de Rijn, 29 en 30 maart 1814
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 21 september 1815 tot 29 april 1817
[ V ][ ^^ ]
nevenfuncties
-lid Ridderschap kwartier Veluwe, vanaf 6 mei 1773
-dijkgraaf van Hattem, van 1791 tot 1795
-extraordinaris raadsheer Hof van Gelderland, vanaf 1792
-grootmeester Wapenen van het Koninkrijk Holland, vanaf 1 oktober 1809
-lid Hoog Heraldiek College, van 1 oktober 1809 tot juli 1810
-president Hoge Raad van Adel, vanaf 1813
-lid Ridderschap van Gelderland, van 28 augustus 1814 tot 29 april 1817
[ V ][ ^^ ]
opleiding
academische studie
-Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd) Hogeschool te Utrecht, van 1766 tot 1769
[ V ][ ^^ ]
wetenswaardigheden
ridderorden
-Commandeur in de Orde van de Unie, 1 oktober 1809
-Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw, 15 september 1815
predikaten/adellijke titels
-baron, 28 augustus 1814
bezit van heerlijkheden
-heer van Hardenstein
-rijksvrijheer van Spaen
[ V ][ ^^ ]
publicaties/bronnen
literatuur/documentatie
-Levensbericht door J.W. te Water, in: Levensberichten van leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1817, 17
-A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden, deel X, 273
-Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel V, 781
publicaties over en van letterkundigen
gegevens uit de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
[ V ][ ^^ ]
familie/gezin
huwelijk/samenlevingsvorm
gehuwd te Zalk, 12 oktober 1773
naam echtgeno(o)t(e)/partner
A. Bentinck, vrouwe van Zalk en Veecaten, Anna
kinderen
12 kinderen
naam vader
A.S. rijksvrijheer van Spaen, Alexander Sweder
naam moeder
E.A.J. rijksgravin van Nassau La Lecq, Elisabeth Agnes Jacoba
===========================
http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu05_01/molh003nieu05_01_1006.htm
[Spaen, Mr. Willem Anne rijksvrijheer van]
SPAEN (Mr. Willem Anne rijksvrijheer van), heer van Hardenstein; later baron van Spaen la Leeq), zoon van Alexander Sweder, vrijheer van Spaen heer van Ringenberg, Haminckelen en Hardenstein, en Elisabeth Agnes Jacoba gravin van Nassau la Lecq, geb. te Arnhem 26 December 1750, gest. te 's Gravenhage 29 April 1817. Hij werd in 1766 te Utrecht als student in de rechten ingeschreven, waar hij ook promoveerde. Zijn naam komt evenwel niet in het album voor. Reeds in 1769 werd hij benoemd tot burgemeester van Elburg. 2 Mei 1771 werd hij ambtsjonker van Nijkerk en 6 Mei 1773 geadmitteerd in de ridderschap van de Veluwe. Als zoodanig had hij ook zitting in de Staten van Gelderland, die hem afvaardigden naar de Staten Generaal. In 1774 en 75, 1780 en 81, 1783 en 84, 1786 tot 1792 zat hij in dat hooge college. Nog was hij in 1778 lid van het college van Gedeputeerde Staten van de Veluwe. In 1786 legde hij zijn burgemeesterambt van Elburg neer, zoodat hij ook niet betrokken was bij het verzet, dat Hattem en Elburg in dat jaar aan de Staten van Gelderland boden. Hij ging toen op het goed Bellevue bij Kleef wonen, maar bleef zitting houden in
[p. 782]
de Staten van zijn gewest en in de Staten Generaal. Na de restauratie van Willem V werd hij in 1789 opnieuw burgemeester van Elburg en tevens scholtus binnen en buiten Hattem. In 1791 werd hij bovendien benoemd tot dijkgraaf van Hattem, in 1792 tot raad extraordinaris in het Hof van Gelderland, in datzelfde jaar tot hoofdschout van Maastricht en Vroenhoven en tot raad in de admiraliteit van Amsterdam. In 1795 werd hij bij de revolutie natuurlijk uit al zijn ambten ontzet; hij trok zich weer terug op Bellevue. Eerst in 1803 trad van Spaen weer in het openbare leven; hij werd toen president van het kanton Kleef en een jaar later electeur van het departement van de Roer. 1 October 1809 werd hij door koning Lodewijk benoemd tot grootmeester van wapenen bij het Hoog Heraldiek College en tevens tot commandeur in de Orde van de Unie. In 1812 verwisselde hij deze laatste met die der Reunie. Na het herstel der onafhankelijkheid werd hij 7 Maart 1814 benoemd tot lid van de Vergadering van Notabelen, die 29 Maart d.a.v. in de Nieuwe Kerk te Amsterdam de grondwet heeft aangenomen. In datzelfde jaar benoemde Willem I hem tot president van den Hoogen Raad van Adel, die voorloopig tot taak had den geheelen nederlandschen adel te organiseeren; dat was destijds een moeilijke en kiesche taak, daar de adel in zijn politieke rechten was hersteld en het dus van groot belang was onpartijdig te constateeren, wie tot den nederlandschen adel kon geacht worden te behooren. 28 Augustus 1814 werd van Spaen opgenomen in de ridderschap van Gelderland; in 1815 werd hij als zoodanig benoemd tot lid der Provinciale Staten van dat gewest. 15 September 1815 werd hij door den Koning benoemd tot lid van de Eerste Kamer en tot commandeur in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Hij huwde 12 October 1773 Anna Bentinck tot Buckhorst, vrouwe van Buckhorst, Salck en Vecaten, dochter van Zeno Arend Bentinck en Arnoldina Emilia van Wassenaer, geb. 13 Jan. 1757, gest. 3 Sept. 1818.
Reeds in den tijd van zijn burgemeesterschap te Elburg begon van Spaen zijn uitgebreide historische en oudheidkundige onderzoekingen, die hij tot zijn dood toe heeft voortgezet. In zijn familiearchief vond hij een zeer groot materiaal van zijn grootvader Alexander Bernard van Spaen, die vele jaren besteedde aan het samenstellen van uitvoerige geslachtsregisters van bijna alle bekende geslachten uit Kleef en Mark en omstreken; ook verzamelde deze historische handschriften. Geheel in dezelfde richting ging zijn kleinzoon; een groot gedeelte van zijn leven heeft hij gegeven aan genealogische en heraldische studiën en aan het verzamelen van historische documenten; vooral in den revolutietijd, toen niemand waarde aan oorkonden en dergelijke stukken hechtte, was het gemakkelijk zich daarvan een groote verzameling te verschaffen. De geheele genealogisch-historische verzameling van van Spaen is na zijn dood in haar geheel aangekocht en gedeponeerd in de bibliotheek van den Hoogen Raad van Adel. Alleen de oorkonden werden geplaatst in het Algemeen Rijksarchief, waar zij systematisch weer zijn ingedeeld bij de verschiltende archieven, waartoe zij oorspronkelijk hebben behoord; zoo is een gedeelte van dezen oorkondenschat opgenomen in het Rijksarchief in Gelderland. Ook de bibliotheek van de Maat-
[p. 783]
schappij der Nederlandsche Letterkunde bezit een handschrift en vele brieven van van Spaen.
Van Spaen was meer verzamelaar dan historicus. Toch heeft hij enkele werken nagelaten, die waarde hebben als historische onderzoekingen. Kleine publicatiën waren de Verhandeling over het regt der jagt op Veluwe (Arnhem 1784) en de Verhandeling over de crimineele ordonnantie van koning Philips in Gelderland (Arnh. 1794). Zijn eerste groote werk was de Oordeelkundige inleiding lot de historie van Gelderland (Utr. 1801-05, 4 dln. 8o.). Het werk is, zooals de titel naar waarheid zegt, geen eigenlijke geschiedenis van Gelderland, maar een inleiding daartoe. Allerlei onderwerpen uit de geldersche geschiedenis, met name die der middeleeuwen, worden in de twee eerste deelen behandeld; de twee laatste worden gevuld door een historische beschrijving van het kwartier van Nijmegen. Zijn volgend boek was de Historie der heeren van Amstel, van IJsselstein en van Mijnden (Den Haag 1807, 8o.), die nog steeds als gewichtige historisch-genealogische studie groote waarde heeft, al is zij in de bijzonderheden soms verouderd. Daarna gaf van Spaen een bundel losse stukken uit onder den titel Proeven van historie en oudheidkunde (Kleef 1808, 8o.), waarop nog meerdere bundels hadden moeten volgen, maar niet zijn gevolgd. Eindelijk zette hij zich aan zijn levenswerk, de Historie van Gelderland (Utrecht 1814, dl. I, 8o.), die hij door den dood is verhinderd te voltooien. In dit eerste deel beschrijft van Spaen de geschiedenis van Gelderland van de vroegste tijden tot den dood van Reinoud II in 1343; het was zijn bedoeling daarop nog twee of drie deelen te laten volgen, die het geheel zouden voltooien tot 1543; wat verschenen is, heeft nog waarde.
Zie: Jaarb. Ned. adel, 1888, 255 vlg.; 1893, 517 vlg.; Verh. Letterk. 1817, 17 vlg.; Konst en Letterbode 1818, I, 146 vlg.; Versl. en Meded. Letterk. 1868, 46 vlg.; Geld. Volksalm. 1885, 18 vlg.
Brugmans
er war auch noch verheiratet met ein ander oder hatte jedenfalls ein tochter freule Fredrica Hendriettha Adolphina, verstorben 1789 in Arnhem
Willem Anne van Spaen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1773 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Bentinck |
The data shown has no sources.