De papiermolens in de provincie Gelderland, alsmede ……… (H. Voorn)
De tweede molen op Klein Hattem, later genoemd Methusalem, no 90, blz 389
De molen werd geërfd door de kinderen, in de eerste plaats door Paul, die 2/3 van de molen kreeg en de andere kinderen moesten het resterende derde part delen. Paul Jans Schut volgde zijn vader op. Hij was omstreeks 1670 geboren, is nooit gehuwd geweest en stierf omstreeks 1738. Op 3 april 1728 vermaakte hij aan twee neven, ieder voor de helft, zijn aandeel in de Hattemse molen. Die neven waren Abraham Roelofs Schut, de in 1703 geboren zoon van zijn broer Roelof, en Huybert Tonis, zoon van zijn zuster Maria (‘Merritje’), die met Tonis Huyberts was gehuwd. Nog tien jaar bleef Paul Jans Schut op zijn molen werken en in die tijd hebben de toekomstige erfgenamen van de overige familieleden enkele parten in de molen kunnen overnemen.
Paul Jans Schut overleed 1738/1739, waarna in september 1739 de neven met het gebruikelijke ceremonieel de aan hun gelegateerde molen aanvaardden. Ook Huybert Thonis had echter geen belangstelling voor de Hattemse molen, want met zijn broer Aert werkte hij op de Ordermolen. Klein Hattem werd verpacht aan de ongehuwde broers Warner en Jan Bitter. Huybert Teunis is in augustus 1751 overleden, zijn halfbroer en erfgenaam Aart Teunis overleed in mei 1752. Daar beiden ongehuwd waren, ging de papiermolen naar de zusters Geertje, Hester en Janna. Hester trouwde enkele maanden later met Jan Bitter.
The data shown has no sources.