(1) He is married to Willemina Melse.
They got married on February 27, 1827 at Kleverskerke , he was 31 years old.
Uit: F. Kalis (1981) Niet meer dan een vlek. Fragmenten uit het verleden van Kleverskerke, p. 21-25. Middelburg: Meulenberg
Er werd hard gewerkt in Kleverskerke, maar weinig verdiend door weinig mensen. Toch moest de gemeenschap blijven functioneren en dat wil zeggen, dat er dan ook een school moest zijn. Die is er ook vanouds geweest. En op 30 januari 1819, toen de post van onderwijzer een tijdje onbezet gebleven was, besloot de raad opnieuw in de vacature te voorzien. Gelukkig werd het probleem niet moeilijker dan het al was, doordat zich in elk geval iemand had aangemeld om voor de betrekking in aanmerking te komen: Klaas Jan Gerrit van der Wal uit Middelburg, oud 23 jaar. Hij werd met algemene stemmen benoemd. Daar hij nog ongetrouwd was, vond hij onderdak bij burgemeester Ingel Baaijens. Zo waren voor hem twee zaken opgelost: hij had voorlopig een thuis en vond bovendien weldra een vrouw in de persoon van het dienstmeisje van de burgemeester.
De schoolmeester ontving een traktement van f 75 per jaar met een toelage van f 10 voor het aanschaffen van de nodige leermiddelen en nog eens f 15 als vergoeding voor het beschikbaar stellen van een lokaliteit en om bij te dragen in de kosten van verlichting en verwarming. Behalve onderwijzer was Van der Wal ook voorlezer, voorzanger en koster van de kerk, met de verplichting dat, wanneer ‘s zondags de predikant niet kwam opdagen, hij een preek zou lezen. Later werd hij bovendien benoemd tot wijkmeester en bode van het gemeentebestuur.
Al deze betrekkingen ten spijt grijnsde de armoede hem in alle hoeken en gaten van zijn huis tegemoet, niet het minst doordat zijn gezin zich tamelijk snel uitbreidde. Nu was het hem toegestaan schoolgeld te vragen van de ouders der leerlingen; datwaren er in de winter ongeveer twintig, maar ‘s zomers meestal geen, omdat dan iedereen op het land nodig was, terwijl er altijd waren, die hij moest onderwijzen “om Gods wil”, dat is: om niet. Als regel brachten de kinderen ‘s winters ook hout enturf mee om het lokaaltje te verwarmen en kaarsen voor de verlichting.
Herhaaldelijk vroeg de schoolmeester om een hoger traktement. Verdiend had hij het zeker, want hij was een goed onderwijzer. En mocht men dat in Kleverskerke nog niet beseffen, dan waren er altijd nog de gouverneur en de schoolopziener om het gemeentebestuur daarvoor de ogen te openen. Eerstgenoemde roemde tijdens een bezoek aan Kleverskerke de onderwijzer als “iemand met buitengewone gaven, zodat het voorkomt dat kinderen uit andere gemeenten zijn school bezoeken”. De schoolopziener schreefin 1837 dat de schoolmeester lof toekomt, zowel voor de manier waarop de vermogens der kinderen worden ontwikkeld en zij met lessen van deugd en goede zeden worden verrijkt, als voor de ijver, de lust en de bekwaamheid van de onderwijzer zelf. Wel, men besefte het in Kleverskerke terdege; men beschouwde het als een groot voorrecht dat er een waardige leraar was, “ijverig in leer en wandel, een voorbeeld voor allen, wat de godsdienstige gesteldheid zeer ten goede komt”. Maar een verhoging van het traktement: daar viel niet aan te denken, tenzij... men ontheven zou worden van het verplichte abonnement op het Staatsblad.
In dezelfde brief van 1837 sneed de schoolopziener ook een andere zaak aan: het schoollokaaltje. Het was te laag van verdieping, te smal en te donker en niet langer geschikt om bij onderwijzer en leerlingen “den geest te verhelderen, het hart opgeruimd te maken, hun met lust in de school te doen verblijven, het onderwijs door den meester met lust te doen geven en door den leerling met lust te doen ontvangen”. Dit oordeel woog voor het gemeentebestuur zwaar als een veroordeling. Hier moest iets gebeuren, dat begreep ieder. Maar wat?
Het huis van Simon de Bree 1), zou dat niets zijn? Het stond te koop en had bovendien een schuur die men tot school zou kunnen verbouwen. Het huis moest f 360 opbrengen en de verbouwing werd geraamd op f 980, banken inbegrepen. Maar waar haalt een klein dorpje, bestaande uit vrijwel onvermogende inwoners, f 1340 vandaan? En ook al stelde de predikant f 50 als aanmoediging in het vooruitzicht, het resterende bedrag kon onmogelijk worden opgebracht. Men zou dus het provinciaal bestuur vragen om een bijdrage en een renteloos voorschot. In juli 1838 kwam bij het gemeentebestuur het antwoord binnen: het rijk zou f 600 bijdragen in de kosten. Alleen, Simon de Bree had zijn woning inmiddels verkocht.
Enige tijd later deed zich opnieuw de mogelijkheid voor een woning te kopen, maar de kosten van koop en verbouwing zouden de gemeente nu op f 2300 komen te staan. Weer wendde men zich tot de provinciale overheid en deze besloot een subsidie te verlenen van f 600 en daarboven nog een renteloos voorschot van f 1000, af te lossen in tien jaar. Maar liever zag men in Kleverskerke dat de provincie een lening verschafte van slechts f 700, dat maakte de aflossing per jaar minder zwaar. Als dan de onderwijzer jaarlijks f 37,50 aan huur voor het huis wilde betalen, dan kon men de aflossing van de lening daarvan gedeeltelijk financieren. Bovendien zou men de school goedkoper kunnen bouwen, als het werk op een andere manier zou worden uitgevoerden de boeren bereid zouden zijn gratis de nodige bouwmaterialen te vervoeren.
En zo is het gebeurd. Aannemer Crucq uit Arnemuiden 2) heeft de school gebouwd en op 12 mei 1840 werd de school overgedragen. Het gemeentebestuur was zeer tevreden, al was het maar omdat men ruimschoots onder de begrote kosten was gebleven.
1) Waarschijnlijk
Simon de Bree [Koudekerke, 3-2-1791, 1816 boerenwerkman, 1818 met gezin naar Kleverskerke, 1819-1826 arbeider, bezat in 1832 een huis te Kleverskerke, 1838 slepersknecht + Middelburg, 1-3-1843] [weduwnaar van Catharina de Kam (Zoutelande, ca 1790, 1816 boerenwerkmeid, 1825 arbeidster + Kleverskerke, 23-1-1825) * Biggekerke 18-9-1816]
x Maatje Sanderse [Domburg, 9-11-1779, 1826 dienstmeid, 1844 dagloonster + Middelburg, 8-3-1844] * Kleverskerke 20-5-1826.
2) Waarschijnlijk
Jan Karel Crucq [Arnemuiden, 17-2-1803, 1824 timmermansknecht, 1939-1946 timmerman + Arnemuiden, 20-8-1846]
x Maria Franse [Hoek, 30-10-1804, 1824 boerenmeid, 1897 zonder + Arnemuiden, 18-11-1897] * Arnemuiden 6-5-1824
Child(ren):
(2) He is married to Catharina van Houte.
They got married on May 11, 1853 at Kleverskerke , he was 57 years old.
Klaas Jan Gerrit van de Wal | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1827 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willemina Melse | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1853 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catharina van Houte |
The data shown has no sources.