He has/had a relationship with Adela van Weimar-Orlamunde.
Child(ren):
De Bisschop van Freising, die aan de Ybbs veel land bezat, maakte de Graaf van Peilstein beschermheer van zijn bezit; doch deze beschouwde het als ware het zijn eigendom. Konrad II, één van de machtigste van dit geslacht, bouwde in 1200 een burcht bovenop de rotspunt Hausstein, wat ook bisschoppelijk bezit was en noemde de burcht Konradsheim. Na een 10 jaar lange strijd moesten de Peilsteiners de burcht in 1208 terug geven aan het bisdom; het bisdom stelde daarna een Peilsteiner graaf als burgvoogd aan.
Hertog Rudolf IV van Oostenrijk echter, die na zijn vader, hertog Leopold VIII, aan de regering kwam, was de Freisinger heerschappij een doorn in het oog. Om de toenmalige bisschop Paul von Freising tot betaling van een schuld te dwingen, liet hij huursoldaten onder aanvoering van ridder Jan Kneussers de burcht belagen; omdat de burchtvoogd weigerde de deur te openen, liet hij de burcht verwoesten. Het gerucht doet de ronde, dat bij de bestorming van de burcht, de toenmalige burchtgraaf met achterlaten van zijn schatten, die hij in de haast vergeten had, verdwenen was.
Over de laatste graaf van Konradsheim , doet het gerucht de ronde dat hij met zijn broer Peilstein ruzie had over een bezitting. Doodsvrienden als ze waren, trokken ze erop uit om uigedost in gevechtstenu bij een brug in de buurt van Losenstein de zaak te beslechten. De graaf van Konradsheim, een van de gewelddadigste, sloeg onstuimig op zijn tegenstander los; het paard van zijn broer werd weggejaagd, vloog tegen een boom en viel. Paard en ruiter stierven t.g.v. deze valpartij.
De graaf van Konradsheim werd door heet gerecht in Gleiss bij Rosenau aangeklaagd voor de moord op zijn broer en werd tot levenslang veroordeeld; hij stierf in de gevangenis.
Konrad I van Peilstein | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adela van Weimar-Orlamunde |
The data shown has no sources.