He had a relationship with Stijntgen.Sources 2, 3
Child(ren):
Gijsbert Vijffjaer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stijntgen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[[
https://archief.rhcrijnstreek.nl/detail.php?id=8007999
Heden 1 juni 1684 compareerden ..
Cornelis Bredius
Hermen Teunisz en
Pieter Jansz. van der Laen
voor hun vrouw en mede voor hun aangetrouwde broers en zusssen,
kinderen van Gijsbert Gijsbertsz. Vijffjaer.
voor de helft erfgenaam van Annigje Gijsberts, hun overleden tante;
en
Cornelis Cornelisz Blom, wonende in de Breudijck
namens
Jan Leendertsz. van Koudekerck
voor de wederhelft erfgenaam.
Zij geven procuratie aan Hendrick Dircxsz. Ploij (alias Poel) om van Cornelis Joosten van Hoogerwerff f 275 te innen wegens achterstallige betaling voor koop van huis en erf in Woerden in de Poelstraat
[[
Inhoud: Des avonds de klokke ontrent een uyren, compareerde Ariaantgen Cornelis laast weduwe van Joost Adriaansz int Hol, ende tevoorens van Franck Joachemsz, voor desen gewoont hebbende binnen der stede Oudewater ende nu opde Zuytzijde van Polsbroek, cloek ende gesont van lighaame, verclaarde te willen en begeeren dat de kinderen van Floris Francken gehouden sullen sijn naar haar overlijden uyt haare erffportie alleen ende geheelijk sonder dat haarlieder moeder daaraan yets sal hebben te lasten, sullen hebben te voldoen, ofte aan haarluyder voorsz. erffportie te laaten corten eerstelijk de somme van vijftig guldens vermogens obligatie met alle verscheenen en onbetaalden intresse vandien, competerende Gijsbert Gijsbertsz, mitsgaders nogh agtien gulden toecoomende Marritgen Francken, Dat ook de kinderen van Frank Saartsz de voorn. Marritgen Francken sullen hebben te voldoen off aan haarluyder erffportie laaten inhouden, sodanige ses gulden ses stuyvers als de voorn. Marritgen Francken van derselver kinderen vader is competerende, Ende verclaarde voorts dat sij bij sekere acte van uytterste wille den 21e augusty 1670 tot het vercoopen van haare vaste goederen ende reddinge haares boedels, hadde geauthoriseert ende geconstitueert Arien Francken haaren soone, Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaar als getrout hebbende Stijntgen Francken, ende Marrigjen Francken, ende dat sij in dat cas alle heeren Officieren, weesmeesteren ofte voogden hadde gesecludeert, Soo verclaarde sij wijders generalijk mede uyt haaren naar te laaten boedel en goederen deselve heeren Officieren, weesmeesteren en voogden, ende in sonderheyt den Officier, burgemeesteren en weesmeesteren off Weeskamer van Zuyd Polsbroek, off daar haar sterffhuys sal coomen te vallen, te secluderen, en benoemt nu genoemde Arien Francken haaren soone, Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaar als getrout hebbende Stijntgen Francken, ende Marrigjen Francken, tot eenige voogden over haare na te laaten erffgenaamen. Gepasseert opde Zuytsijde van Polsbroek ter presentie van Lubbert Bruijser gerechtsbode van Snelreweerde en Langelinschoten, en de notarisklerk Adriaan Loover. Wijders verclaart zij te willen dat de voorn. kinderen van Floris Francken sonder eenige tegen ofte opspraak maar goedwilliglijk sullen moeten gedoogen dat de voorn. Gijsbert Gijsbertsz ende Marrigjen Francken hun voorsz. respective achterwesen uyt der selver kinderen erffportie sullen mogen trekken en genieten, op pene dat soo yemant vande selve daarjegens is off buyten regten yets quame te doen ofte attenteeren, dat de sodanige sal verbeuren ten behoeve van den Armen van Zuydpolsbroek de somme van tweehondertvijftig gulden.]]
[[
https://archief.rhcrijnstreek.nl/detail.php?id=35435892 foto 283
Compareerden Leendert Hendricksz als getrout hebbende Eerlandt Gijsberts Vijffjaar, Marrigie Gijsberts Vijffjaar ende Franck Gijsbertsz Vijffjaar elcx voor haar selven, Harman Teunisz als getrout hebbende Annigie Gijsberts Vijffjaar, Willem Ariensz als weduwenaar en boedelhouder van Neeltje Gijsberts Vijffjaar ende als vader en voogt van zijne twee onmondige kinderen bij de voorn. zijne overleden huysvrouwe geprocre-eert, Pieter Jansz Verlaen als getrouwt hebbende Aaltje Gijsberts Vijffjaar, Item Gijsbert, Gerrigie ende Magteltje Gijsberts Vijffjaar elcx mede voor haar selven mitsgaders Cornelis Bredius als in huwelijck hebbende Ariaantje Gijsberts Vijffjaar, ende laatstelijck Joost Ariensz Stuijvenberg ende Jan Cornelisz Swoll als voor dese maal (vermits d’absentie van Jan Leendertsz oom en geregte bloetvoogt van vaders zijde van Cornelia Gijsberts Vijffjaar) bij de voorgenoemde mondige comparanten als geassumeerde in desen versogt en dienvolgende voor en wegens deselve Cornelia Gijsberts, alle in de versz. respective qualiteyten kinderen en erffgenamen van Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaar ende Stijntje Vrancken haarluyder vader en moeder beyde zaliger, ende bekenden zij allen dat naar op en overrekeninge van het gelt soo voor desen volgens den inventaris ter somme van vijffhondert een en tagtig gulden seventien stuyvers (boven de doodtschulden) inde boedels van hare versz. ouders bevonden, als van t’gunt bij vercopinge op erffhuysregt vande beesten en andere molkegoederen en bouwgereetschap als anders is geprocedeert, daarbij gevoegt eerstelijck nog sodanige twee en tagtig gulden agt stuyvers als bij onderlinge vercoopinge van eenige meuble goederen is gecomen, ende nog sodanige drie en dartig gulden in plaatse van vier en dartig gulden, die Harman Teunisz aenden versz. boedel schuldig is, Item nog sodanige agt en t’seventig gulden als tot laste vande versz. boedels inde versz. inventaris onder de lasten bekent staat die den vern. Cornelis Bredius aen zijn gedeelte erffenisse sal laten corten, ende laatstelijck nog sodanige ses en t’zestig gulden agtien stuyvers als Franck Gijsbertsz over coop van een koe, hooy als anders int versz. erffhuys verschuldigt is, ende nog sodanige twintig gulden als den vern. Leendert Heyndricksz. in qualité versz. weder in desen boedel brengt, die hij t’sijnen huwelijckdag vande versz. overledene genooten heeft en nu mede sal laten corten, alle welcke versz. sommen tesamen (daaronder gerekent eenig gelt uyt een sloot gehaalt) is monteerende ter somme van twaalffhondert t’zestig gulden eene stuyver, dog daeraen weder affgetrocken zijnde soo voor de kledinge off uytrustinge vande versz. Cornelia Gijsberts, over haer vande voorn. Gijsbert, Gerrichie ende Magteltje Gijsberts en andere lopende schulden vande versz. boedels die tesamen bij calculatie sijn bedragende driehondert vijfftien gulden dertien stuyvers agt penningen, dewelke weder van de voorige twaalfhondert t’sestig gulden eene stuyver affgetogen, blijft alhier onder de versz. kinderen en erffgenamen deelbaar negenhondert vierenveertig gulden seven stuyvers agt penningen, die onder den anderen ieder hant de somme van vijffentagtig gulden dewelke de versz. mondige comparanten uytgesondert den voorn. Willem Ariensz elcx voor sooveel haarluyden gedeelte aangaet bij liquidatie ofte aen gelt bekenden ontfangen, gescheyden en genooten te hebben, zullende de gedeelten vanden vern. Cornelia ende de kinderen vande vers. Willem Ariensz suffisantelijck werden beleyt op intresse, Bekenden voorts de versz. comparanten metten anderen in minne verdragen te zijn dat den voorn. Franck Gijsbertsz gecasseert sal overleden sodanigen obligatie van tweehondert vijfftig gulden capitaal, reste van vierhondert gulden die hij van date den dertienden mey 1667 sprekende heeft tot laste vande versz. boedels, dat dat hem weder sal werden gerestitueert off vernietigt sodanigen quitantie van tweehondert vijfftig gulden als hij aen zijn voorn. vader en moeder zaliger ter sake van huwelijcksgoet heeft gegeven en dat den voorn. Bredius de voorgenoemde agt en t’seventig gulden bij hem mede ten huwelijck genooten als hiervooren gemelt, weder inde versz. boedels brengen zal, ende dat laatstelijck den voorn. Leendert Heyndricksz. de twintig gulden hiervooren genoemt, mede inde versz. boedels brengen zal, sulcx dat de versz. comparanten in qualité versz. t’saamen en elcx besonder bekennen dat niemant van haarluyden vermits de versz. wederinbrenginge egeen huwelijcksgoet van hare ouders genooten heeft en dat mitsdien t’selve niemant sal werden aangerekent, maar dat alle de onroerende goederen, actien en geregtigheden in desen niet gedeylt off tot dees tijt int openbaar off onderling niet verkogt, maar nog gemeen zijnde bij elcx zullen werden genooten in gelijcke portien, Is wijders expresselijck geconditioneert dat den voorn. Bredius de versz. Cornelia Gijsberts sal onderhouden in cost en dranck, jaarlijcks voor sesendartig gulden, t’welck bij de andere tien comparanten ende buyten laste vande versz. Cornelia den voorn. Bredius voor negen gedeelten sal werden betaalt ende bij hem Bredius het resterende vierdepart gelast werden gelijck mede de clederen van deselve Cornelia zullen moeten werden betaalt en gelast. Gedaan op de Zuytsijde van Polsbroeck. Getuigen: Joost Stuijvenberg burgemeester aldaar, en de notarisklerk Coenraat Porselius.
]]