RK doop
ONA Amsterdam,
notaris J Beukelaar, 23-8-1765: Harpert Leenderse Alszemgeest is executeur van de boedel van zijn overleden echtgenote Neeltje Jansz Suijker. Voogden zijn Pieter Jansz Suijker, Klaas Tijssen van Noorden in plaats van de overleden Cornelis Schouten. Gerrit de Ruijter is een een voorzoon van Neeltje. Zij machtigen Hermanus Stoopendaal.
notaris J. Nolthenius, 14-4-1768: Harpert Leendertse Alsemgeest, weduwnaar van Neeltje Jansz Suijker, wonend te Nieuwer Amstel ter eenre en
Pieter Janssen Suijker, wonend te Amsterdam, en Claas Tijsen van Noorden, wonend te Diemen, ter andere zijde.
Harpert en Neeltje hadden een testament gemaakt op 21-1-1762 te Ouder Amstel, op de Hofstede Groeneveld. Dt is bevestigd voor notaris W. de Bruijn op 1-3-1763. Neeltje had tot erfgenamen benoemd haar man en haar voorzoon Gerrit de Ruijter (uit het huwelijk met Gerrit de Ruijter) en het kind uit hun huwelijk (Mietje Alsemgeest, oud 9 jaar). Neeltje is overleden in maart 1762. De boedel was met schulden belast. Na verkoop uit de boedel resteert een schuld van f 160:13:12. Er is niets over voor de erfgenamen. Harpert wil opnieuw in het huwelijk treden, en kent zijn dochter - in plaats van de moederlijke portie - een bedrag van 25 gld. toe, met de belofte om haar op te voeden en groot te maken. Pieter Janse Suijker zal nog het goud en zilver bewaren van haar moeder bewaren tot haar huwelijk. Het betreft hier: een kerkboek een een zilveren slot, 1 snuifdoos, 1 snuifdoosje, 1 zilveren Eijzer? met gouden krullen, 1 koralen ketting met gouden dopje, 1 koordje met een goud kruktje, 2 kartel- en 2 hoepringen; 1 paar goude schoengespen, 1 paar gouden kroontjes met parels, 1 paar spelden met parels, 1 beugeltas met stalen hank.