Vermeld als Calvinist
1578: predikant te Appingedam
1580-1581: te Breda
1581-1591: te Delft
1591-1601: te Breda - prins Maurits heeft bepaald, dat de salarissen van Johannes van der Mijlen en Isaac van den Corput, predikanten in Breda, bepaald zijn op 500 pond per jaar (1591-1592)
Akte i.v.m.verkoop huis: Kathelijn Klaes van der Mijl (wed.v. Cornelis Vervloet) en haar voogd Jan van der Mijl; Lijcken (?) Walravens (wed.v. Henrick Kl. v.d. Mijl) en haar voogd Hans v.d. Mijl; Jan van Levelde (?), gemachtigde v. Maeijken Wijgaers.
Maeyken Wijgans weduwe van Frans Henricx van der Mijl en namens Cathelijn Frans Henricx van der Mijl, weduwe van Cornelis Verwilt en namens Lijntken Walravens, weduwe van Henrick Frans Henricx van der Mijl machtigen Meester Jan van Beverloo, sieckenbesoecker te Breda, om na drie proclamatiën bij Franck van Ruijtenbroeck, Adriaen Dijrven, notarissen te Breda over te dragen aan Jacoppen mr. Adriaens van Woeringenszn een huis en erf met het ravet of caetspel, genaamd T Cleijn Ravet of Caetspel, te Breda voor de burcht of kasteel. Het verkochte was eigendom van Frans Henricx van der Mijl.
6-11-1595: Mr. Jan van der Mijl, leeraer des godlijcken woorts binnen Breda, als lasthebber van de crediteuren heeft verklaard dat Jacob wijlen mer Adriaens van Woeringenzn betaald heeft de 50 kar. gld.
28-1-1595 Breda: Frans Henricx Franszn van der Mijl, timmerman, oud 18 jr., geassisteert met mr. Jan van Beverloo, sieckenbesoecker deser stadt, als gemachtigde van zijn moeder Lijnken Walravens, weduwe van wijlen Henrick Franszn van der Mijl, voor hemzelf als voor zijn broers en zusters, legt een verklaring af met betrekking tot de eerdere verkoop jegens Maeijken, weduwe van Frans Henricxzn van der Mijl, en zijn moeder Lijntken, aan Jacoppen wijlen Mr. Adriaens vna Woeringenszn
Johan de Loecker legt een verklaring af. Het betreft een onbesliste onenigheid tussen hem en Jan van de Mijl (als man en voogd van de weduwe van Cornelis Wijnants van Medenblick) waarsch. over betaling van pachters van Niervaart.
3-9-1599: Op verzoek van Johan de Loecker getuigt Lucas van de Hage over de onenigheid die was ontstaan tussen De Loecker en de weduwe van Cornelis Wijnantssen betreffende zijn hoeve.
17-4-1600: Johan de Loecker machtigt Adriaen Dijrcx de Jonge om al zijn zaken af te handelen (i.v.m. vorderingen) tegen Jan van den Duijl (als voogd van zijn vrouw) en tegen Jan van der Mijl.
6-9-1600: Jan Montens stelt zich borg voor de kosten die voortvloeien uit het vonnis tussen Thorn en Jan van der Mijl. De laatste als man/voogd van Agatha Ghijsbrechts, die weduwe was van Cornelis Wijnants van Medenblick.
29-11-1600: Johan de Loecker legt een verklaring af over het proces dat loopt tussen hem en Jan van der Mijlen. Betreft de verkoop van boomgewas en schaarhout.
7-12-1600: Jan van der Mijlen verklaart het niet eens te zijn met de absurde ideeën van Jan de Loecker en wil het vonnis afwachten.
14-12-1600: Op verzoek van Johan (of Jan) de Loecker getuigen Aernout van Sonst en Andries de Cock over de beslissing na een protest en wat er daarna over gezegd is. Betreft Jan van der Mijl en de hoeve die hij van Jan de Loecker gekocht heeft.
16-06-1601: Op verzoek van Jan de Loeker getuigt Jan Aertssen van Dommelroij (± 54) over het huis waar hij woont sinds de kampmeester van kapitein Andries uit Breda is vertrokken. Vanaf 13-06-1601 wordt het verhuurt aan Jacop Verplancken.
Voor Jan de Loeker getuigen Cornelis G.J. Lambrechts, Jan G.v. Neten en Melis Janssen over verhuurd huis (niet op tijd voor betaald). Betrokkenen waren Dijrck van Meerlen, Jan van der Mijl, Elias Pilgrim (neef van Andries de Cock) en Ambrosius Martinij.
Op verzoek van Jan de Loeker getuigt Elisabeth Adriaen Nobel (weduwe van Jan Buijckx) dat de vrouw van Jan van der Mijl haar gevraagd heeft of zij haar huis wilde verhuren aan Ambrosius Martinij.
5-7-1600 Breda: Agatha Ghijsbrechtsdr weduwe van Cornelis Wijnants van Medenblick geassisteert met haar man mr. Jannen van der Mijl, dienaer des godlijken woorts te Breda, en in de naam van Janne de Loeker, verkoopt voor 800 kar. gld. aan Mr. Ambrosis Martini, gebouw, erf met stallen, geheeten de huijsing van tHoren, te Breda op de hoek van de School- en de Craenstrate etc.
9-12-1600: Andries de Cock legt een verklaring af over een eerder protest. Het betreft de ontruiming van het huis dat hij huurt en bewoont. Hij had hier bezwaar tegen en wil weten voor wie de kosten zijn.
23-1-1601 Breda: Peeter Jan Peeter Floriszn verklaarde van Mr. Jannen van der Mijlen, dienaer des goddelijcken woorst te Breda, als voogd van de nagelaten weeskinde van wijlen Cornelis Wijnants van Medenblick wettelijk gehuurd te hebben de hoeve, goederen en erfenissen, toebehoren met erf daaraan liggend, die het voorschr. weeskind van Jan de Loeker gekocht en verkregen heeft. Vastgelegd is wat betaald wordt in natura (boter, rogge e.d.) en in geld. etc.
5-4-1603 Breda: Peeter Jan Floriszn, verklaarde schuldig te zijn aan Aechtken Gijsbrechtsdr, laatst weduwe van Mr. Jan van der Mijl, de som van 184 kar. gld. en 18 st. ter zake van huurpenningen van Johan de Loekers hoeve e.d. te Ghinneken Tulvenhout. Hij verbindt daaraan al zijn peerden, beesten en andere levende have op de hoeve. etc.
Op 4-05-1608 verklaart Aechtken dat de schuld is voldaan.
(1) He is married to Kristine van Winberg.
They got marriedSource 1
(2) He is married to Aechje Gijsbertsdr Beijer.
Permission for the marriage has been obtained in Den Haag on July 5, 1599.Source 5
Jan van der Mijl, weduwnaer, dienaer des godlicken woorts, wonende tot Breda, met Aechgen Gijsbrecht, weduwe van Cornelis Wijantsz van Medenblick wonende in den Haghe
Ook vermeld als Jan Claesz van der Myle of Johannis Milius
Jan Claesz van der Mijl | ||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||
Kristine van Winberg | ||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||
Aechje Gijsbertsdr Beijer | ||||||||||||||||||