Attention: Was older than 65 years (67) when child (Eva Gijsberts Blankendaal) was born (January 8, 1736).
In de Polder G Zuid-Zijpe
Attention: Partner (Neeltje Claes Schoorl) is 40 years younger.
(1) He is married to Geertruijd Jacobs van Borse.
They got married on August 22, 1700 at Alkmaar, he was 32 years old.Source 2
Plaats Alkmaar
Bron Doop-, Trouw- en Begraafregisters (DTB)
Periode 1691-1707
Bevat Ondertrouwen, trouwen
Inventarisnummer 28
Soort registratie trouwakte
Religie Gereformeerd
Aktenummer 13726
Plaats huwelijk Alkmaar
Datum huwelijk 08-08-1700
Bruidegom Gijsbert Gerritsz van Blankendaal
Bruid Geertruijd Borsse
>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>
Gescheiden van tafel en bed bij Notaris Glas, Warmenhuizen 23/5/1701.
Geen kinderen bekend.
Ondanks scheiding bij elkaar gebleven. (Anti roddel getrouwd??)
The couple were divorced from May 23, 1701 at Warmenhuizen.
(2) He is married to Maartje Dirks Pool.
They got married on March 31, 1715 at Oudkarspel, he was 46 years old.Source 3
Plaats Broek op Langedijk
Bron Doop-, Trouw- en Begraafregisters (DTB)
Periode 1706-1737
Bevat Dopen, ondertrouwen, trouwen (Oudkarspel)
Inventarisnummer 11
Soort registratie trouwakte
Aktenummer 1051
Bijzonderheden Wedunaar en Jonge Dochter
Plaats huwelijk Langedijk
Datum huwelijk 31-03-1715
Bruidegom Gijsbert van Blankendaal
Bruid Maartje Dirks
Child(ren):
(3) He is married to Neeltje Claes Schoorl.
They got married on August 5, 1725, he was 56 years old.Source 3
Plaats Broek op Langedijk
Bron Doop-, Trouw- en Begraafregisters (DTB)
Periode 1706-1737
Bevat Dopen, ondertrouwen, trouwen (Oudkarspel)
Inventarisnummer 11
Soort registratie trouwakte
Aktenummer 1050
Bijzonderheden Weduwenaar en Jonge Dochter
Plaats huwelijk Langedijk
Datum huwelijk 05-08-1725
Bruidegom Gijsbert Blankendaal
Bruid Neeltje Claes
Child(ren):
Scheeps-chirurgijn
Mr. Chirurgijn Warmenhuizen, Oudkarspel, Noordscharwoude, Zijpe
gescheiden van tafel en bed met Geertruid, 23/5/1701 gescheiden
Misschien 4de vrouw ??
21/5/1732 Attestatie van Oudkarspel naar Zijpe-zuid
met Neeltje Claes klopt het niet (helemaal)
Bij Attestatie 1732, 21 maij
Gijsbert Blankendaal en Neeltje Claes, echtelieden van
Oudkarspel.
X met Neeltje Claas Hille (Wife) b. About 1700 in Noord-Scharwoude ???
1742: Burgerbrug, vrouw en drie kinderen, eigenaar, houd koeien, paarden en wagen tot de brouwerij.
beroep: Warmenhuizen,NH,NLD
**************************************************************************************
Enkele bijzonderheden uit het leven van Gijsbertus Blankendaal, chirurgijn te Noord-Scharwoude van 1714-1722
Eerder verschenen in West-Frieslands Oud & Nieuw, 42e bundel, pagina 113-116.
Uitgave: Historisch Genootschap "Oud West-Friesland", 1975.
Auteur: J. P. Geus.
Op 20 maart 1714 kocht Gijsbertus Blankendaal, chirurgijn te Oudkarspel, een huis en erf bij de Mosselbrug te Noord-Scharwoude. Zijn vader, Gerrit Blankendaal, had eveneens het beroep van chirurgijn te Oudkarspel uitgeoefend en was omstreeks 1712 overleden. Hoewel het voor de hand lag dat deze zoon aldaar de praktijk zou voortzetten, blijkt uit latere stukken dat hij zich in 1714 als chirurgijn te Noord-Scharwoude vestigde.
Of mr. Gijsbertus een kundige en geziene chirurgijn is geweest, is uit de bewaard gebleven archivalia niet na te gaan. Wel blijkt uit enkele notariële akten dat hij en zijn vrouw meerdere malen hoofdpersoon zijn geweest in de gesprekken van de dag, die in kleine dorpsgemeenschappen meestal van mond tot mond gaan.
Reeds in de zomer van 1714 bleek er grote onenigheid te bestaan tussen de chirurgijn en zijn echtgenote, die te kennen gaf van hem te willen scheiden. Veel bijzonderheden over deze affaire vinden we in een, op verzoek van Gijsbertus Blankendaal opgemaakte, notariële akte waarin begrijpelijk alleen de misstappen van zijn vrouw, Geertruyt van Borse, door getuigen worden bevestigd. De verklaringen werden op 23 december 1714 afgelegd voor Jan van Twuyver, notaris te Oudkarspel en betreffen allemaal Geertruyt van Borse, 'in de wandelinge bekend met de naam Truy'.
Maartje Jans Cloosters te Oudkarspel, oud omtrent 47 jaar, verklaarde dat de vrouw van Gijsbert van Blankendaal in het verleden meerdere malen uit eigen beweging heeft verteld, dat zij haar mans lessenaar, waar zijn geld in was, door middel van een spijker wist te openen en dat zij geen gebrek aan geld had.
Pieter Cornelis Schoenmaker te Oudkarspel, oud omtrent 39 jaar, verklaarde: Dat in dit lopende jaar enige tijd voor de hooitijd Geertruyt van Borse bij hem kwam en sprekende over haar man onder andere uitvoer met de woorden, 'ik sal dat duiveltje bruyen, dat hij niet een veer in zijn nest hout'.
Trijn Jans te Noord-Scharwoude, oud omtrent 26 jaar, verklaarde: 'Dat in de afgelopen zomer de vrouw van Gijsbertus Blankendaal met enige goederen waaronder 1/8 zak bonen heimelijk bij haar kwam om dit onder de hand te verkopen. Zij heeft de goederen toen gekocht, maar meteen gezegd aan dergelijke handelingen niet meer mee te willen werken. Als Trijn Jans enige tijd later ten huize van genoemde Blankendaal was, heeft zijn vrouw tegen haar gezegd voornemens te zijn van haar man af te gaan. Zij wilde dan vertrekken naar Amersfoort om daar te blijven wonen. Wel zei ze er bij, dat ze dat niet met niets kon doen en niet met lege handen kon vertrekken'.
Maarten Cornelis Hart te Oudkarspel en Pieter Jansz Roskammer te Heerhugowaard, resp. 39 en 32 jaar oud, verklaarden: Dat zij 18 juli 1714 bij Gijsbert Blankendaal aan het hooien waren. Blankendaal liep op een gegeven moment naar zijn binnenwoning om geld te halen voor tabak. Hij kwam echter ontsteld en verbaasd terug en zei: 'Ik mis mijn geld mannen'. Hij vroeg toen de mannen mee naar binnen te gaan in het achterhuis. Blankendaal heeft daar zijn vrouw, Geertruyt van Borse, afgevraagd of zij wist waar het geld geborgen was. De vrouw antwoordde van nee. Blankendaal had daarna zijn vraag herhaald en gezegd, vrouw je moet het hebben, beken het toch, dan zal ik het verder vergeten. Ze bleef sterk ontkennen en zei: 'Zo ik het geld heb of wete mocht, ik wil lijden dat 't op mijn hert lag en brande'. Op 't aanhouden van Blankendaal bekende ze tenslotte het gebracht te hebben bij Sara Cornelis te Oudkarspel.
Hierop gingen de drie mannen naar het huis van Sara Cornelis en Blankendaal vroeg haar om het geld, waarop zij antwoordde, dat zijn vrouw niet bij haar was geweest en zeker niet om geld te brengen. Zij voegde er nog aan toe dat ze nooit meer geld van Truy in bewaring zou willen nemen, zoals ze in het verleden wel had gedaan. De drie mannen gingen weer naar het huis van Blankendaal en constateerden daar, dat zijn vrouw inmiddels was vertrokken.
Trijn Jans Ellen te Noord-Scharwoude, oud 30 jaar, verklaarde: Dat op woensdag 18 juli jl., toen Blankendaal aan 't hooien was, zijn vrouw bij haar kwam vragen of zij voor haar enig geld en goed wilde verbergen, omdat zij van plan was van haar man af te gaan. Trijn Jans had haar aanvankelijk deze handelswijze afgeraden en alle medewerking geweigerd, maar na sterk aanhouden, had zij dan toch het verzoek ingewilligd. Toen naderhand Blankendaal met zijn arbeiders om hooi was uitgegaan, had Geertruyt van Borse bij haar het volgende in huis gebracht, 'verscheyden vrouwe kleederen, een bloedkoralen ketting (twee dik) met een gouden haak, een gouden hoepring, drie silveren lepels, een zilveren beugeltas waarin seyde te wesen hondert daalders aan geldt. Ook enig gemaakt en ongemaakt linnen'. Verder had de getuige wel vernomen en geconstateerd dat Truy weer bij haar man teruggekomen was. Maar op 22 juli, de zondag daarop, was het weer helemaal mis. 's Morgens vroeg kwam getuige bij het huis van Blankendaal om zijn koeien te gaan melken en ander boerenwerk te doen. Zij zag echter dat het schuitje van de wal was en dat de buitendeur open stond. Toen zij naar binnen ging lag de chirurgijn nog op bed te slapen. Zij maakte hem wakker en zei: 'Meester Uw deur staat open, wat is dat?' Blankendaal werd met schrik wakker. Hij kwam zijn bed uit en constateerde met de getuige dat zijn vrouw wederom was weggegaan. Bovendien zag hij dat zijn voornaamste kleren ook weg waren en eveneens die van zijn overleden vader. Verder vermiste hij nog wat linnen, een bed met toebehoren, zijn 'chirurgijns instrument coker', de kaas en boter die de getuige daags te voren had gekarnd en nog wat andere goederen.
Tot zover de getuigenverklaringen die alle ten nadele van de vrouw zijn. Zelf kon zij hiertegen niet zoveel inbrengen. De gehuwde vrouw was, door de toen geldende wetgeving, onmondig. Zij trachtte dit te doorbreken door zich tot het plaatselijk gerecht te wenden. Op dezelfde 18 juli 1714 vervoegde zij zich bij twee regerende schepenen van Noord-Scharwoude, Zeger Ootgersz, oud 58 jaar en Cornelis Dirksz Lantmeter, oud 26 jaar, om te spreken over het geschil tussen haar en haar man. De schepenen raadden haar aan weer naar haar man te gaan en zich van haar plicht te kwijten. Later zijn zij met haar mee gegaan naar het huis van haar man om de onenigheden uit te praten. De vrouw is toen echter buitensporig gaan lasteren en schelden tegen haar man, zodat de getuigen een verzoening onmogelijk leek. Toch heeft de chirurgijn op dat moment zijn vrouw weer aangenomen.
Enige tijd daarna heeft de vrouw zich met een request gericht tot de schepenen om vrijheid van handelen te verzoeken, teneinde tegen haar man te kunnen procederen. De schepenen hebben de partijen nog eens gehoord en besloten dat er een vereniging of akkoord zou moeten komen. Het verzoek van de vrouw om te mogen procederen werd afgewezen omdat de schepenen veronderstelden, dat zij geen ander doel had dan haar man door moeilijke en ongegronde proceduren te ruïneren. De chirurgijn had zich volgens de schepenen, zolang hij te Noord-Scharwoude woonde vroom en eerlijk gedragen, zonder enige opspraak. Dit laatste volgens getuigenverklaringen op 25 december 1714 voor eerder genoemde notaris.
Van Gijsbert Gerritsz. Blankendaal zijn geen belastende getuigenverklaringen betreffende zijn huwelijksmoeilijkheden aanwezig. Uit de verklaringen blijkt ook niet waar Geertruyt van Borse zich in december 1714 bevond. Zij schijnt kort daarna te zijn overleden, hoewel daarover in de begraafregisters van Noord-Scharwoude niets te vinden is. Op 15 maart 1715 geeft Gijsbert Gerritsz Blankendaal als weduwnaar zijn voorgenomen huwelijk aan met Maartje Dirks, jonge dochter van Oudkarspel. Enkele jaren daarna, op 9 augustus 1718, maken Gijsbertus Blankendaal en zijn vrouw Maartje Dirks Pool hun testament voor notaris Van Twuyver. Als voogd over eventueel na te laten kinderen stellen zij onder andere aan Jacob Vroon, koster en schoolmeester te Noord-Scharwoude, die we dus zeker als een verwante of bevriende relatie mogen beschouwen. Betrekkelijk kort daarna, op 3 februari 1720 verscheen dezelfde Jacob Vroon als 30 jarige getuige voor notaris Van Twuyver, die zich inmiddels te Zuid-Scharwoude had gevestigd, om aldaar op verzoek van de baljuw van het baljuwschap van de Nieuwburg, jonkheer Diderik van Leyden, een verklaring af te leggen omtrent het gebeurde in de kerk van Noord-Scharwoude op 17 december 1719.
Jacob Vroon verklaarde: Dat hij zich op genoemde zondag, na de middag, 'als koster bevond in de Geref. Kerk te Noortscherwout en zijn zitplaats was hebbende in 't bankje aan de Noortzijde van 't Hek, als doen te hebben gezien, dat in 't bankje aan de westzijde van 't Hek 't welk met zijn noorteynde en sulx winkelbaax wijse was geannexeerdt aan de zitplaats van hem, deposant, destijts niemant heeft geseten dan alleen den persoon van Gijsbert van Blankendaal, Chirurgijn tot Noortscherwout voors. hem door den borgelijken omgang zeer wet bekent. Wijders dat bij, getuige, als doen en wel na dat de Aalmoessen voor den Armen waren ingesamelt, in 't gemelde Bankje daar gesegde Blankendaal was zittende, heelt gehoort enig geluyt en gedruppel even als of iemant zijn water maakte, waar op bij, nauwkeurig zijn oog derwaarts wendende, heeft gesien dat genoemde Blankendaal voorover zat met zijn borst genoegsaam aan of tegen en met zijn armen onder de lessenaar van 't Bankje, item dat soo als nog 't selve geluyt continueerde, ter voors. plaatse door de vloer van 't bankje is komen loopen enig water, waarna de voors. Blankendaal, over de lessenaar van 't bankje heen bukkende, zijn oog na de vloer wende, als mede dat nevens de zitplaats van genoemde Blankendaal door zekere naad of openinge van 't voorschotje van 't genoemde bankje enige vogt quam doorzijgen. Verder dat hij, getuige, immediaat (= onmiddelijk) na 't uytgaan van de kerk heeft gesien en bevonden dat 't selve voorschotje ter voors. plaatse aan de binnenkant merkelijk nat was, beginnende ruym ter halver hoogte en gaande met een straal nederwaarts eerst tot op 't voetbankje en van daar op de vloer van de gemelde zitbank, alwaar zig een merkelijke quantifeyt nat verspreyt hadt'.
Een ongeveer gelijke verklaring werd afgelegd door de 26 jarige diaken, Ootjer Reyers Outkarspel.
Over de nasleep van dit gebeuren is verder niets gebleken, maar het zal wel de nodige opschudding hebben veroorzaakt. Of een en ander mede de reden is geweest dat het gezin het dorp heeft verlaten, is alleen maar te veronderstellen. Op 9 april 1722 verkocht de chirurgijn zijn huis bij de Mosselbrug en op 5 juni daarop volgend wordt aan het echtpaar Blankendaal kerkelijke attestatie verleend wegens vertrek naar Oudkarspel. De ambtsperiode te Noord-Scharwoude was hiermede ten einde.
J. P. GEUS
Capelle aan de IJssel, januari 1975
Bronnen:
Rijksarchief voor Noordholland te Haarlem, oudrechterlijk archief transportregisters van Noord-Scharwoude en notarieel archief no. 6575. Register van de impost op het trouwen te Noord-Scharwoude. Gegevens uit de tot het kerkelijk archief behorende lidmatenlijsten zijn mij destijds welwillend afgestaan door de Alkmaarse genealoog, de heer A. Mekken.
Gijsbertus Gerritsz. Blankendaal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1700 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertruijd Jacobs van Borse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1715 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maartje Dirks Pool | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1725 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neeltje Claes Schoorl |