He is married to Maria de la Mine.
They got married on August 27, 1690 at Ouderkerk /Abcoude enLoenen, he was 23 years old.
Child(ren):
Hij werd gedoopt op 26 januari in de Nieuwe kerk te Den Haag als zoon van Elisabeth Sistrop uit een Leidens geslacht en mogelijk eerder nog afkomstig uit Frankrijk.
Zijn moeder kwam via een huwelijk van haar vader Jan Sistrop( lakenkoopman in Leiden) in Den Haag terecht en Pieter Gousset , afkomstig uit Heusden
Johannes/ Jan Gousset
hij trouwt als JM met Maria JD
Maria heeft Belijdenis gedaan in Abcoude aug. 1720 te samen met Johan Cousset, schout van Abcoude.
---------------------
Johannes Gousset wordt in december 1686 Schout van Abcoude-Statengerecht. Hij volgt zijn oom Daniël op, die door schulden uit het ambt werd gezet. Omdat hij 'pas' 19 jaar oud is, wordt zijn vader Pieter aangesteld als voogd. Omdat zijn vader op 11 september 1687 sterft, wordt eerst de advocaat van zijn moeder, Laurens Vervoorn, voogd, maar in het voorjaar van 1688 vraagt Johannes aan de Staten van Utrecht om zelfstandig Schout te mogen worden. Dit wordt door de Staten ingewilligd en op 31 juli 1688 legt hij de eed af. In januari 1690 wordt Johannes ook schout van Abcoude-Sint-Pietersgerecht.
---------------------------------------
Akkoord - over de boedel van Johan Du Chemin en Elisabeth Sistrop
Aktenummer: 117 Datum:07-03-1708
Soort akte: Akkoord
Samenvatting: over de boedel van Johan Du Chemin en Elisabeth Sistrop
Notaris: J. WOERTMAN
Personen:
Eerste Partij: Johan Gouset (zoon van Elisabeth Sistrop)
Eerste Partij: Henrick Gouset, broer Eerste Partij:
Bemjamin Gouset, broer
Erven Johan Du Chemin en Elisabeth Sistrop:
Tweede Partij: Hendrick Du Chemin (zoon van Elisabeth Sistrop, Koster in Abcoude )
Tweede Partij: Daniel Du Chemin, broer (zoon van Elisabeth Sistrop )
Toegangsnummer:
34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905
Inventarisnummer:
U144a001
korte inhoud akte
Johan(Jan) Gousset , Schout te Abcoude maakt zich sterk voor zich selve en voor zijn broeders Hendrick en Benjamin Gousset en maakt Hendrick Du Chemin Coster te Abcoude zich sterk voor sich selve en voor zijn broeder Daniel Du Chemin , beijde nagelaten kinderen en erfgenamen van hun vader Johan Du Chemin ter andere sijde. En verclaarden voor de getuigen de heer Johan Hallmarckt en Johan Uijterwael beijde Canunicken in den Capittelen van St: Pieters (---) 7 -3-1708 handtekeningen van de notaris en de twee comparanten en de twee getuigen.
--------------------
Hij koopt in 1706 de buitenplaats Binnenrust te Abcoude, die toen zijn grootste omvang had bereikt-
--------------------------------------------------------------
Antipas Tredee akte 273 2-1--1721 testament van Johan Gousset schout Abcoude
---------------------------------------------------
7-2-1724 Accoord en bewijs van moeders erffenisse door Johan Gousset aan Jacob de Jong en Elisabeth Gousset gedaen, gegeven, gepasseert.
------------------------------------
Akkoord - over gelyke verdeling van de na te laten goederen van hun vader Johannes Gousset, wedr. Maria de la Mine, ook indien hy de één boven de ander zou bevoordelen
Aktenummer: 8
Datum: 12-01-1732
Soort akte: Akkoord
Notaris: T. VOSCH VAN AVEZAAT
Samenvatting: over gelyke verdeling van de na te laten goederen van hun vader Johannes Gousset, wedr. Maria de la Mine, ook indien hy de één boven de ander zou bevoordelen
Personen: Eerste Partij: Jacob de Jongh
Eerste Partij: Jacob Gousset
Eerste Partij: Antipas Tredee
Toegangsnummer: 34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905
Inventarisnummer: U118a007
--------------------------------------
Scheiding - van de boedel van Johannes Gousset
Aktenummer: 38
Datum: 17-11-1733
Soort akte: Scheiding
Notaris: D. HOUTMAN
Samenvatting: van de boedel van Johannes Gousset
Personen:
Eerste Partij: erven Johannes Gousset, in leven wedr. Maria de Lamine
Eerste Partij: Jacob de Jong
Echtgenoot: x Elisabeth Gousset, dochter
Woonplaats: Abcoude
Eerste Partij: Jacob Gousset, zoon
Woonplaats: Abcoude
Eerste Partij: Antipas Tredee
Echtgenoot: x Piternella Gousset, dochter
Woonplaats: Abcoude
onroerend goed:
dartien en een halff mergen wey en hoyland naar Jacob de Jong;
huysinge c.a. en erve naar Jacob de Jong; nz Treckvaart
huysinge en erve naar Jacob de Jong; zz het Geyn
vyfftien en een halff mergen wey en hoyland naar Jacob Gousset;
huysinge en erve naar Jacob Gousset; wz Santpadt
bruykweer lands met huys c.a. groot 13 1/2 mergen naar Antipas Tredee;
Verwijzingen: testament 9-1-1729 voor nots. A. Tredee te Abcoude accoord 12-1-1732 voor nots. Th. Vosch van Avesaet codicil --9-1732 voor nots. P.H. Lindsay plecht 7-8-1706 voor het gerecht van 's Gravenhage
Bijzonderheden: Hendrick Gousset, zoon van Johannes Gousset, is zonder kinderen in 1729 in Indië overleden
Toegangsnummer: 34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905
Inventarisnummer: U127a021 64
--------------------
doopboek Abcoude , Hij was peter bij zijn kleindochter Maria Elisabeth en getuige was juffrouw Elisabeth Gousset, zijn dogter (zus van de vader Jacob )
---------------------------------
Hij was getuige bij de geboorte van kleindochter Johanna geb 15 mei 1728 , dochter van Jacob de Jong en Elsabeth Gousset samen met Petronella Gousset.
----------------------------------------------------------------------------
Op 7 februari 1729 is Gousset bij de notaris om een financiële regeling te treffen voor Wijntje van Spijkhorst, zijn gewezen dienstmeid, met wie hij ‘vleselyke conversatie’ heeft gehad. Zij kreeg een zoon van hem. Wijntje krijgt f 220,- van Gousset en verder f 37,10 per kwartaal, tot het kind volwassen is. Op 3 april 1729 wordt hij door de predikant officiëel berispt.
-------------------------------------
Johannes Gousset en Maria de la Mine kopen in 1706 de buitenplaats Binnenrust .
LiggingAbcoude - Hoogstraat 24
Ontstaan
De buitenplaats werd waarschijnlijk tegen het einde van de 17e eeuw gebouwd.
Geschiedenis
Vanaf 1663 komen we een Hendrik van Hooftveld tegen, die grond probeert te kopen in het gebied, waar later de buitenplaats zou worden gebouwd. In 1679 weet hij drie percelen samen te voegen, met een totale oppervlakte van ca 1,7 ha. Of Hendrik de bouwheer is, is onbekend. In 1706 komen we in de verkoopakte Henrick de Veer als eigenaar tegen. Henrick de Veer was kapitein ter zee van 's Lands vloot en mogelijk heeft hij de buitenplaats de naam Binnenrust gegeven, in contrast met de wilde zee "buiten". Henrick verkoopt in dat jaar de buitenplaats aan Johannes Gousset.
Johannes Gousset wordt in december 1686 Schout van Abcoude-Statengerecht. Hij volgt zijn oom Daniël op, die door schulden uit het ambt werd gezet. Omdat hij 'pas' 19 jaar oud is, wordt zijn vader Pieter aangesteld als voogd. Omdat zijn vader op 11 september 1687 sterft, wordt eerst de advocaat van zijn moeder, Laurens Vervoorn, voogd, maar in het voorjaar van 1688 vraagt Johannes aan de Staten van Utrecht om zelfstandig Schout te mogen worden. Dit wordt door de Staten ingewilligd en op 31 juli 1688 legt hij de eed af. In januari 1690 wordt Johannes ook schout van Abcoude-Sint-Pietersgerecht.
De buitenplaats stond niet ver van het dorp Abcoude en het landgoed werd begrensd door de Angstel en de huidige Hoogstraat, die toen Heerenweg heette. ten zuiden van Binnenrust lag de kleine buitenplaats Nieuwerlust. Op Binnenrust, dat bij aankoop in 1706 al zijn grootste omvang had bereikt, voerde het gezin Gousset een 'grote staat'. De omschrijving in 1706 luidt: "seeckere hoffstede met de annexe Heerschapshuysinge, thuynen, stallingen, voorkamers, wagenhuys, Speelhuys, thuynmanswoningh, ...".
In "Hollands Arcadia" uit 1730 van de hand van Abraham Rademaker, komen we een fraaie ets tegen van het landgoed.
Het huis is op de gravure afgebeeld, zoals het er nu nog uitziet: een huis met twee bouwlagen onder twee daken evenwijdig aan de straat. De zijgevels bestaan uit topgevels die bekroond worden door vier schoorstenen. De gevel aan de tuinzijde is twee ramen breed. In de zuidgevel bevindt zich een deur en vanaf deze gevel strekt zich een lage aanbouw uit met twee ramen en een deur. In deze aanbouw waren mogelijk de stal en het wagenhuis ondergebracht.
Op de gravure van Rademaker neemt de vierkante theekoepel (in de verkoopakte van 1706 "speelhuys" genoemd), een belangrijke plaats in. Deze theekoepel heeft zelfs een schoorsteen voor een kachel, zodat men ook in de winter in de theekoepel kon verblijven. Binnenrust werd dan ook door de meeste bewoners het hele jaar bewoond. In die tijd beschikte het huis over een formele Franse tuin.
Johannes sterft op 5 januari 1733 en 3 maanden later verkopen zijn kinderen de buitenplaats aan Samuel Gideon Wobma voor f. 16800,-, die de buitenplaats een half jaar later al weer verkoopt.
De inrichting van het huis is in laatste genoemde jaar nog erg sober. In de verkoopakte wordt als mee te verkopen zaken genoemd: "twee ledikanten met derselver behangsels en een tafel met een tafelkleet".
In 1749 blijkt het huis flink te zijn verfraaid: In het huis bevinden zich dan vaste schilderijen (waarschijnlijk boven de deuren), spiegels in de schoorsteenomlijstingen en "behangzels" in de kamers. Dit zijn waarschijnlijk op doek geschilderde voorstellingen. Verder worden "staande en leggende plaaten" genoemd, waarmee naar alle waarschijnlijkheid marmeren vloer- en wandbekleding in de gang bedoeld is. Bij het huis hoorde verder een schuitenhuis, waarin zich een tweeriems roeijacht bevond en een fontein in de tuin, die in werking werd gesteld door middel van een "lugtpomp en vijff koopere instrumenten". Om de fontein in werking te houden had een knecht zijn handen vol! Verder stonden er verschillende ornamenten in de tuin.
In 1786 wordt de buitenplaats voor f.5300,- verkocht, terwijl de prijs in 1829 is opgelopen tot f.10.000,-! Bij deze laatste verkoop wordt ook gesproken over "Binnenrust met deszelfs dubbele heerenhuizinge". In het begin van de 19e eeuw is de buitenplaats waarschijnlijk verbreed, want vanaf die tijd bevinden zich in de achtergevel ook twee ramen en een deur. Deze verbouwing heeft dan plaats gevonden in opdracht van de weduwe Jacoba Hester Kips-Kool, na het overlijden van haar man in 1800. De stijl van het huidige huis, duidt ook op een ver- of herbouw in genoemde periode.
In 1829 wordt in de verkoopakte tevens gesproken over een "engelsch plantsoen", die mogelijk ook in het begin van de 19e eeuw is aangelegd. Op een kadasterkaart uit 1818 zien we deze aanleg met slingervijver. Volgens overlevering moeten zich over deze vijver twee fraaie houten bruggetjes bevonden hebben. Tenslotte is door de weduwe waarschijnlijk ook de theekoepel gemoderniseerd. Langs de Vecht kwamen meer welgestelde weduwen voor, die hun buitenplaats groots lieten verbouwen: op Gunterstein Magdalena Poulle, op Goudenstein Sophia van der Muelen en op Cromwijck Elisabeth Rotgans.
* 1679 - Hendrik van Hooftveld -
* 1706 Henrick de Veer
* 1706 - 1733 Johan Gousset x Maria de la Mine
------------------------------------------------------------------------------------------------------
Johannes werd onderwep van een mislukte poging tot chantage in 1729 door Jacob Campo Weyerman.(J.C.W.)
-----------------------..
Er bestaat een parodie op het leven van Johannes Gousset , auteur is Jacob Campo Weyerman
Deze parodie is ontstaan omdat Johannes Gousset als notaris weigerde de weduwe Pestalozzi , (oftewel mevrouw Plezier )uit haar huis te zetten ten voordele en gunste van de auteur van deze parodie.
Weyerman probeerde deze weduwe door chantage uit haar woning te krijgen JC W komt bij verhoren hierover niet overtuigend over en de verdenking van chantage (door DCW) bleef bestaan. Zijn parodie lijkt dan ook ingegeven te zijn door wraak.
-------------------
Een tweede Abcoudenaar die Weyerman in zijn geschriften onder schot neemt is de Schout en Waarsman van Abcoude, Johannes Gousset.Hij behoorde tot een van de invloedrijkste families in Abcoude. Zijn vader, Pieter Gousset, was aan het einde van de 17e eeuw al schout van Abcoude-Proosdij. Johannes Gousset bracht het tot schout van Abcoude-Proosdij en Abcoude-Baambrugge. Vanaf 1721 woonde hij op de buitenplaats Binnenrust. In datzelfde jaar werd zijn zoon Jacob secretaris van de twee gerechten. Daarnaast was Jacob ook notaris en doodgraver.Voor deze laatste functie stak hij slechts geld in zijn zak: het vuile werk werd door een knecht gedaan. Ook de dochters van Johan Gousset waren met invloedrijke personen getrouwd.
---------------------
Weyerman betitelt Johan Gousset in de Tuchtheer met de naam Binnebeurs. Het Franse woord ‘gousset’ betekent zoiets als vestzakje, waarin bijvoorbeeld geld kan worden bewaard. Hanou wijst erop, dat de benaming Binnebeurs hier inhaligheid en het aannemen van steekpenningen suggereert: het gebruik van het schoutsambt voor financiëel gewin. Weyerman had inderdaad nooit veel op met inhalige magistraten, die hun ambt misbruikten om snel rijk te worden.
Op 18 april 1723 koopt de schout Gousset zijn buitenhuis Binnenrust. In de Tuchtheer geeft Weyerman een interessante karakterschets van hem:
Het Karakter van den Schout BINNEBEURS
De schout wordt hierin afgeschilderd als een hebzuchtig en amoreel persoon, als een verslinder van weduwen en wezen, etc. Daarnaast bevat de Tuchtheer een samenspraak tussen Binnebeurs (Gousset) en Negra Croce (Johannes de la Croix) Binnebeurs klaagt hierin over zijn weggelopen Maitresse, dat wil zeggen, zijn dienstmeid, die van hem in verwachting is geraakt:
Myn domestiek dienstmyd, die zo getaand was als de voorstookster van een diepwatersche bokkingkeet, heeft myn gryzen kruyn bestooken met een kermiskind, alhoewel myn gesteltenis zo koel is als den inboel van een yskelder.
-----------------------
Zoals gewoonlijk is Weyermans kritiek niet zonder kern van waarheid. Op 7 februari 1729 is Gousset bij de notaris om een financiële regeling te treffen voor Wijntje van Spijkhorst, zijn gewezen dienstmeid, met wie hij ‘vleselyke conversatie’ heeft gehad. Zij kreeg een zoon van hem. Wijntje krijgt f 220,- van Gousset en verder f 37,10 per kwartaal, tot het kind volwassen is. Op 3 april 1729 wordt hij door de predikant officiëel berispt.
Schout Johannes Gousset overleed op 5 januari 1733. Op 18 december 1732 tekende hij voor het laatst het resolutieboek van Abcoude. Zijn fraai gebeitelde grafsteen is nog te bewonderen in het koor van de Hervormde Kerk van Abcoude.
Zijn kinderen verkopen Binnenrust reeds op 11 april 1731
---------------------------
Johannes de la Croix.
Campo huurde zijn verblijfplaats Meer en Hoef van de eigenaar De la Croix. Hanou suggereert in zijn inleiding bij de Tuchtheer-editie, dat er een mogelijkheid bestaat, dat De la Croix tegelijk met zijn huurster, de weduwe Pestalozzi, door Weyerman werd gechanteerd. Bewijzen hiervoor zijn er echter niet.
Op 17 april 1728 - JCW woont ongeveer één jaar op Meer en Hoef - verschijnt De la Croix voor notaris Jacob Gousset, de zoon van de schout Johan Gousset, en geeft een volmacht aan de schout Johan Gousset om de achterstallige huur bij Weyerman te innen. Hoe het tot deze huurachterstand is gekomen, weten we niet. We weten nu wel, hoe JCW tot zijn aanvallen tegen Gousset en De la Croix is gekomen.
CampoWeyerman tenslotte is, na 1732 in staat van failisement te zijn geraakt, steeds driester gaan optreden, zodat hij tenslotte werd aangeklaagd en veroordeeld wrd tot levenslange gevangenisstraf. Zij straf moest hij tot zijn dood in 1747 uitzitten in de gevangenpoort te Den Haag.
---------------------------
5 Informatie over Johannes Gousset vindt u in Jacob Campo Weyerman: Den vrolyke tuchtheer (1729). Ed. A.J. Hanou, p.201-202, en in Abcoude en Baambrugge 900 jaar, door D.G. Carrosso, en anderen, Abcoude 1985.
Johannes Gousset | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1690 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria de la Mine |
The data shown has no sources.