Child(ren):
Herbaren I was de stamvader van het huis Ter Leede. Hij werd als getuige genoemd bij een samenkomst van Hardbertus, bisschop van Utrecht in 1143; mogelijk ging het hier om de doping van Herbaren. In een Hollandse kroniek wordt hij beschreven als Harbernus de Liethen, mogelijk gaat het over een vorm- of drukfout, want Liethen verwijst naar de oude benaming van Leiden[1]. Onder zijn leiding werd mogelijk het Mottekasteel gebouwd dat bij het recht van ter Leede stond (enkele kilometers ten zuiden van Leerbroek).[2] Wordt genoemd als ambachtsheer van Haastrecht.
Het gebied van der Lede bevond zich in de driehoek van Leerbroek, Asperen en http://nl.wikipedia.org/wiki/Heukelum">Heukelum, met als centrale punt Leerdam en de http://nl.wikipedia.org/wiki/Linge_(rivier)">Linge met de zijtak de rivier de Lede. Door de jaren heen verworven de heren ook de rechten over diverse landerijen buiten hun district zoals; http://nl.wikipedia.org/wiki/Schoonhoven">Schoonhoven, landerijen gelegen bij de Lek, landgoed in de Krimpenerwaard. Vaak werden deze gebieden onder leenbeheer gehouden van het kapittel van de http://nl.wikipedia.org/wiki/Dom_van_Utrecht">Dom van Utrecht.
In http://nl.wikipedia.org/wiki/1143">1143 verschijnt Herbaren I van der Lede voor het eerst in een Gelderse kroniek als heer van der Lede of Liethen. Waar de heren zich grotendeels mee bezighielden blijft gissen, wel waren er enige conflicten met Gelderse heren. Herbaren II verkoos in 1234 het tien kilometer verderop gelegen Arkel en liet het gebied aan zijn broer Jan I van der Lede. In http://nl.wikipedia.org/wiki/1305">1305 hield het geslacht van der Lede op te bestaan en erfde http://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_III_van_Arkel_(X)">Jan III van Arkel alle landgoederen.
The data shown has no sources.