He is married to Isabella de Buck.
They got married
Child(ren):
Jan en Isabella brengen hun hele leven door te Gentbrugge. Gentbrugge was een uitgestrekt landbouwdorp, met een kerk dichtbij de Schelde, verspreide hofsteden, enkele kastelen en een paar windmolens. Gentbrugge maakte deel uit van het Land van Rode, zelf onderdeel van het Land van Aalst. Het is vandaag bijna niet meer denkbaar, maar toen strekte dit Land van Aalst zich uit tot vlak voor de poorten van Gent. Jan Van Kenhove oefent heel wat openbare functies uit. Zo is hij in 1716, 1717, 1718 en 1727 schepen van Gentbrugge, in 1719, 1720, 1721 pointer ende setter (iemand die de belastingen berekent), in 1728 kerkmeester. Hij heeft een zeer mooi handschrift. Het gezin van Jan en Isabella woont waar Steven Van Kenhove, vader van Jan, woonde. Waarschijnlijk woont Steven bij zijn zoon in. Jan wordt in de kerk begraven 'et sepultus in templo nostre'. Het gezin heeft heel wat onroerend goed verzameld tijdens hun leven. Dit blijkt o.a. uit de twee wezenrekeningen die na hun overlijden zijn opgemaakt. Het gezin was 11e grootste grondbezitter te Gentbrugge, met een totale oppervlakte van 10 bunder 0,6 dagwand of omgerekend ongeveer 13 ha (130.000 m2). Na de dood van Isabella De Buck blijven de weeskinderen niet wonen in het ouderlijk huis. Dit wordt samen met de 2 stukken land rond de hofstede verpacht vanaf 1741 t.e.m. 1746 aan Pieter Van Damme. Hij betaalt hiervoor een jaarpacht van 2 ponden 18 schellingen 4 groten 8 deniers. Vanaf 1747 tot en met 1749 wordt de hofstede verpacht aan Jan de Rouf. Die woont erin tot kerstavond 1749. De pachtsom is nu 7 ponden gr. per jaar. De rest van het onroerend goed wordt aan diverse personen verpacht. Aan het woonhuis wordt na de dood van Jan en Isabella nog heel wat onderhoud verricht, zoals we kunnen lezen uit de tweede wezenrekening van 1755. Er wordt betaald aan Cerelius Van Dooreseele voor 6 zakken kalk ' ... tot reparatie van de genoemde hofstede ... ' en aan dezelfde ' ... over leverijnghe van geleyt stroot', aan Pr vander Haegen van Gentbrugge ' ... over arbeyt van strootdecken ... ten jaere 1747 en 1748', aan Jan de Rouf ' ... over leverijnghe van 225 geleyt stroot ...', aan Jan de Wilde (zie hierboven) over ' ... acht dagen arbeyt int dienen vande strootdecker'. Op de hofstede rustte een hypotheek van 80 ponden groten, door Jan Van Kenhove aangegaan op 13 juli 1731, ten voordele van Joanna van Schelstraete. De erfgenamen lossen deze hypotheek af op 22 november 1748 ten voordele van Jacobus Vervaet van Ledeberg. Op 9 november 1749 verkopen de erfgenamen het huis en de 2 aanpalende stukken grond aan Cornelis Van Hoecke voor de som van 176 ponden 15 sch. gr. De tweede wezenrekening wordt afgesloten met een positief saldo van 259 ponden 7 schelling 5 groten. Daarin is niet vervat het onroerend goed dat niet werd verkocht. Elk van de zes erfgenamen krijgt dus 43 ponden 4 schelling 6 groten.
The data shown has no sources.