De Pothof
He is married to Swaentien (Swaantje) Hermsen (Wolbink).
They got married.
Child(ren):
Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 17 maart 1743:
Ick, Arnold Voltelen, wegens haar edele mogende ridderschap en steden, de staten van Overijssel, Scholtus van den Hardenberg etc., doe hiermede te weten hoe dat voor mij en keurnoten als waeren Egbert Vlierman en Albert Oelbers, in den Gerighte erschenen is Albert Wolbink, tot Lutten woonachtigh, seggende op den 2e october 1742 bij executoriale distractie koper zijnde geworden van de katerstede Bartelink in de buurtschap Lutten gelegen, wesende allodiaal goet, voor een summa van elfhondert en dartig Carolingische guldens, vertonende in desen edelen Gerigte eene quitantie waarbij is geblijkende, dat hij koper voornoemt, de volle beloofde cooppenningen onder cortinge van de insate en hogelgelden als het daerop leggende capitaal nog ad 364 guldens en 2 stuivers an burgemeester Barent van Borne, en al het overige an de executant E. Vos de Wael hebbe betaeld, op den 27e februari 1743.
Volgens desselfs onderteikeningen te sien, versoekende derhalven van dit edele Gerigte ex officio van de voorschreven bij executie gekogte katerstede, en uit de gemelte quitantie te siene volle betalinge der kooppenningen, aen de voornoemde reële uithebber Barend van Borne en executant de heer E. Vo de Wael, is geblijkende de overdragt, also sulks mede bij de gemelte quitantie wort versogt, welke versoeken niet hebbende mogen verweigeren, diervolgens ex afficio van desen edelen gerigte als na Landregte aan hem Albert Wolbink, desselfs huisvrouw en erfgenamen de voorschreven keuterstede Barteling, gelegen in de buirschap Lutten, met regt en geregtigheid, lusten en lasten, daartoe sijnde en aangehorende, bij desen also word gecedeert en getransporteert.
In waarheids oirconde en sonder arg ofte list hebbe ik Scholtus voornoemt desen met mijn onderteikeninge en zegels opdruckinge bekrachtigt. Actum Heemse, den 17e maert 1743. Sijnde het origineel van desen geschreven op francijn, en bezegelt met mijn groot zegel, gedrukt in roden wassche, hangende aen een francijnen steert.
Contentieus rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 30 augustus 1747:
Voor mij erschenen Albert op 't Wolbink te Lutten, seggende tegens heden te hebben doen citeren Henrik Wilpshaer om eijsch en aensprake te aenhoren, waerom hij comparant dan seide dat op saterdag den tienden deser hem uit sijn ijmenstal een swarm bijen was ontvlogen. Dat hij deselve nagevolgt en in 't oog gehouden hebbende, had gesien dat die swerm was gevlogen in een korf van Henrik Wilpshaar. En dat hij daerop die swerm, nadat aan de vrouw daervan kennis was gegeven, had weerom gehaelt en weder bij de sijne gebragt.
Dat nu Henrik Wilpshaar had kunnen goetvinden die swerm en korf hem weder had af te halen, en vermits na regte bekent is, dat so lange hij de swerm bijen in 't oog houd en vervolgt, de sijne blijft, so concludeerd Albert Wolbink dat Henrik Wilpshaar sal worden gecondemneert om anhem sijn swerm bijen kost en schadeloos weerom te moeten brengen.
Waerop verscheen Henrik Wilpshaer, seggende dat hij op dieselfde dag in dieselfde korf ook een swerm bijen gehad heeft en dat het wel waar sal sijn dat die swerm bijen in die korf is gevlogen. Doch vermits hij daer ook één in gehad heeft, dat hij vermeind dat hem van die swerm de halfscheid of sooveel als 't Gerighte sal oordelen, toequam, waertoe bij desen concludereerde onder eijsch van kosten.
Waerop Albert Wolbink seide dat twee getuigen, Willem Henriks en Evert Jansen, toen de swerm bijen voor de gat de korf hebben omgekeert en wel gesien dat erin de korf eenige weinige bijen waeren, dog niet so dat die op verre na voor een swerm konde gerekent worden, so als deselve getuigen praesent in den Gerigte hebben verklaart, dat dienvolgens daeruit niet kan gerekent worden dat er een swerm bijen in sat en dat derhalven die gronden an de geciteerde ongefundeert sijnde, deselve sal worden gecondemneert, so als bij voren genomen conclusie staet vermelt.
Het Gerigt verstaet dat Henrik Wilpshaer gehouden is de genoemde swerm bijen kost en schadeloos aen Albert op 't Wolbink te moeten restitueren, en verstaen wijders tot voorkominge van verdre sulke geringe verschillen tusschen de partijen, dat Henrik Wilpshaer voor de korf en rent als andersins aan Albert op 't Wolbink sal geven vijftien stuivers.
Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, inv.nr. 10, 15 juni 1748:
Heemse, den 15 junij 1748. Rigter Arnold Voltelen. Keurn(ooten) Tijmen Habers en Gerrit Schepers.
Erschenen Albert Jansen Wolbink, weduwenaar van wijlen Swaantien Harmsen, seggende voornemens te sijn sig weder tot een ander huwelijk te willen begeven, maar eer daartoe te treden willende doen behoorlijk bewijs en erfuittinge van sijn 3 onmondige kinders aanbestorvene moederlijke goed, versoekende dat bequame mombers over deselve mogen worden aangestelt, daartoe praesenterende Berent Jansen als oom van de vaders sijde en Geertien Harmsen, grootmoeder van de moeders sijde, als de naaste bloetmombers sijnde. Hetwelke toegestaan sijnde, so sijn deselve personen mede gecompareert en hebben de voorn(oemde) momberschap aangenomen, en bij handtastinge belooft haar gem(elde) pupillen intrest en voordeel te sullen soeken en doen, so als goede mombers na Landregte sijn verpligt.
Waarop de vader Albert Jansen aan sijn voorn(oemde) 3 kinders voor derselver aanbestorvene moederlijke goed bij desen bewijst, na alvorens met de mombers en naaste vrienden, sijn boedel en staat hebbende overwogen, nevens de schulden van dien, als aan de dogter desselfs moeder sal(ige)r klederen en 't linnen, so tot haar lijf heeft gehoort, en aan de outste soone ses schapen in het schot te mogen houden ten sijnen profijte, en de andere 2 soons elk 2 schapen mede in 't schot als de outste te mogen houden, maar sullen daar van niet eerder de profijten mogen trekken dan wanneer 14 jaren out sijn.
Verders sullen nog aan elk van de voorn(oemde) 3 kinders moeten worden betaalt tien guldens, is samen 30 guld(en)s, wanneer komen te trouwen (of mondig sijn).
Verders sullen de gemelte kinders nog profijteren hetgeene haar bij volgende voorwaarden wort gemaakt, waartoe men sig kortheidshalven is gedragende. Waarmede voors(ch)r(even) mombers verklaren namens haare pupillen vredig te wesen.
Ick Arnold Voltelen, wegens hoger overigheid indertijd Scholtus van den Hardenberg etc., doe cond en certificere dat voor mij en keurnoten als waren Tijmen Habers en Gerrit Schepers in den Gerigte erschenen sijn, de ondergeschreven personen, welke verklaarden in de Vreese des Heeren en tot vermederinge des menschelijken geslagts, met de naaste vrienden raat en consent, een wettelijk huwelijk gededingt en gesloten te hebben tusschen Albert Jansen Wolbink, weduwenaar van wijlen Swaantien Harmsen, als bruidegom ter eenre, ende Anne Arentsen, j.d. in desen met haar vader Arent Assen als momber geadsisteert sijnde, als bruit ter andere zijde, en dat wel op navolgende voorwaarden.
Eerstelijk is geconditioneert dat de 3 onmondige kinders van de bruidegom boven hetgene haar hiervoren voor derselver aanbestorvene moederlijke goed is bewesen, nog mede met en bevens alsodanig kind of kinders so uit dit aanstaande huwelijk mogten geboren worden en bij overlijden van de ouders nablijven, aegalijk en hooft voor hooft mede sullen erven, niet alleene van haar vader voornoemt, maar ook specialijk mede van haar toekomende moeder Anne Arentsen, welke Anne Arentsen als boven geadsisteert sijnde, verklaart bij desen de gemelte kinderes van haeren bruidegom mede aan te nemen, en te stellen tot haare kinders en erfgenamen, en in val gemelte Anne Arentsen geene kinders van haar geboren bij overlijden mogte nalaten, dan sullen dese kinders van de bruidegom haare nalatenschap dan erven en profijteren, en indien sij Anne Arentsen kind of kinders nalaat, die sullen dan alle haare klederen en 't linnen tot haar lijf gehorende trecken allene.
Waarentegens deselve kinders ook verpligt en gehouden sullen sijn haare moeder Anne Arentsen alle kinderlijke liefde en hulpe te sullen bewijsen, en deselve ook behoorlijk versorgen. En als eene of meer van deselve kinders, so lange als ongetrouwt sijn, sullen bij siekte in 't ouders huis worden verpleget en besorget tot derselver herstellinge toe.
Verders sullen door de bruidegom en bruit tot stuir en onderstand deses huwelijks worden aangebragt, alle haar hebbende en krijgende goederen, so meubile als gerede, als immeubile, geene uitgesondert.
Aldus het voorsch(reven) gesloten, verklarende de comparanten dit also tesamen inderminne en ter goeder trouwe met malkanderen te hebben geaccordeert en geconvenieert, begerende hetselve ook sal worden agtervolgt en effect sorteren, ofschoon ook alle solmeniteiten in regte nodig daarin niet mogten sijn geobserveert; in waarheids oirconde en sonder arg ofte list is dese van de comparanten bruidegom en bruit en aanwesende vrienden, nevens mij Scholtus getekend, en mede van mij Scholtus gesegelt, en omdat sij lieden geen segels sijn hebbende, so hebben sij mij versogt dese mede voor haar met mijn klein segel te besegelen. Actum Heemse, den 15 junij 1748.
Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 17 maart 1743:
Ick, Arnold Voltelen, wegens haar edele mogende ridderschap en steden, de staten van Overijssel, Scholtus van den Hardenberg etc., doe hiermede te weten hoe dat voor mij en keurnoten als waeren Egbert Vlierman en Albert Oelbers, in den Gerighte erschenen is Albert Wolbink, tot Lutten woonachtigh, seggende op den 2e october 1742 bij executoriale distractie koper zijnde geworden van de katerstede Bartelink in de buurtschap Lutten gelegen, wesende allodiaal goet, voor een summa van elfhondert en dartig Carolingische guldens, vertonende in desen edelen Gerigte eene quitantie waarbij is geblijkende, dat hij koper voornoemt, de volle beloofde cooppenningen onder cortinge van de insate en hogelgelden als het daerop leggende capitaal nog ad 364 guldens en 2 stuivers an burgemeester Barent van Borne, en al het overige an de executant E. Vos de Wael hebbe betaeld, op den 27e februari 1743.
Volgens desselfs onderteikeningen te sien, versoekende derhalven van dit edele Gerigte ex officio van de voorschreven bij executie gekogte katerstede, en uit de gemelte quitantie te siene volle betalinge der kooppenningen, aen de voornoemde reële uithebber Barend van Borne en executant de heer E. Vo de Wael, is geblijkende de overdragt, also sulks mede bij de gemelte quitantie wort versogt, welke versoeken niet hebbende mogen verweigeren, diervolgens ex afficio van desen edelen gerigte als na Landregte aan hem Albert Wolbink, desselfs huisvrouw en erfgenamen de voorschreven keuterstede Barteling, gelegen in de buirschap Lutten, met regt en geregtigheid, lusten en lasten, daartoe sijnde en aangehorende, bij desen also word gecedeert en getransporteert.
In waarheids oirconde en sonder arg ofte list hebbe ik Scholtus voornoemt desen met mijn onderteikeninge en zegels opdruckinge bekrachtigt. Actum Heemse, den 17e maert 1743. Sijnde het origineel van desen geschreven op francijn, en bezegelt met mijn groot zegel, gedrukt in roden wassche, hangende aen een francijnen steert.
Contentieus rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 30 augustus 1747:
Voor mij erschenen Albert op 't Wolbink te Lutten, seggende tegens heden te hebben doen citeren Henrik Wilpshaer om eijsch en aensprake te aenhoren, waerom hij comparant dan seide dat op saterdag den tienden deser hem uit sijn ijmenstal een swarm bijen was ontvlogen. Dat hij deselve nagevolgt en in 't oog gehouden hebbende, had gesien dat die swerm was gevlogen in een korf van Henrik Wilpshaar. En dat hij daerop die swerm, nadat aan de vrouw daervan kennis was gegeven, had weerom gehaelt en weder bij de sijne gebragt.
Dat nu Henrik Wilpshaar had kunnen goetvinden die swerm en korf hem weder had af te halen, en vermits na regte bekent is, dat so lange hij de swerm bijen in 't oog houd en vervolgt, de sijne blijft, so concludeerd Albert Wolbink dat Henrik Wilpshaar sal worden gecondemneert om anhem sijn swerm bijen kost en schadeloos weerom te moeten brengen.
Waerop verscheen Henrik Wilpshaer, seggende dat hij op dieselfde dag in dieselfde korf ook een swerm bijen gehad heeft en dat het wel waar sal sijn dat die swerm bijen in die korf is gevlogen. Doch vermits hij daer ook één in gehad heeft, dat hij vermeind dat hem van die swerm de halfscheid of sooveel als 't Gerighte sal oordelen, toequam, waertoe bij desen concludereerde onder eijsch van kosten.
Waerop Albert Wolbink seide dat twee getuigen, Willem Henriks en Evert Jansen, toen de swerm bijen voor de gat de korf hebben omgekeert en wel gesien dat erin de korf eenige weinige bijen waeren, dog niet so dat die op verre na voor een swerm konde gerekent worden, so als deselve getuigen praesent in den Gerigte hebben verklaart, dat dienvolgens daeruit niet kan gerekent worden dat er een swerm bijen in sat en dat derhalven die gronden an de geciteerde ongefundeert sijnde, deselve sal worden gecondemneert, so als bij voren genomen conclusie staet vermelt.
Het Gerigt verstaet dat Henrik Wilpshaer gehouden is de genoemde swerm bijen kost en schadeloos aen Albert op 't Wolbink te moeten restitueren, en verstaen wijders tot voorkominge van verdre sulke geringe verschillen tusschen de partijen, dat Henrik Wilpshaer voor de korf en rent als andersins aan Albert op 't Wolbink sal geven vijftien stuivers.
Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, inv.nr. 10, 15 juni 1748:
Heemse, den 15 junij 1748. Rigter Arnold Voltelen. Keurn(ooten) Tijmen Habers en Gerrit Schepers.
Erschenen Albert Jansen Wolbink, weduwenaar van wijlen Swaantien Harmsen, seggende voornemens te sijn sig weder tot een ander huwelijk te willen begeven, maar eer daartoe te treden willende doen behoorlijk bewijs en erfuittinge van sijn 3 onmondige kinders aanbestorvene moederlijke goed, versoekende dat bequame mombers over deselve mogen worden aangestelt, daartoe praesenterende Berent Jansen als oom van de vaders sijde en Geertien Harmsen, grootmoeder van de moeders sijde, als de naaste bloetmombers sijnde. Hetwelke toegestaan sijnde, so sijn deselve personen mede gecompareert en hebben de voorn(oemde) momberschap aangenomen, en bij handtastinge belooft haar gem(elde) pupillen intrest en voordeel te sullen soeken en doen, so als goede mombers na Landregte sijn verpligt.
Waarop de vader Albert Jansen aan sijn voorn(oemde) 3 kinders voor derselver aanbestorvene moederlijke goed bij desen bewijst, na alvorens met de mombers en naaste vrienden, sijn boedel en staat hebbende overwogen, nevens de schulden van dien, als aan de dogter desselfs moeder sal(ige)r klederen en 't linnen, so tot haar lijf heeft gehoort, en aan de outste soone ses schapen in het schot te mogen houden ten sijnen profijte, en de andere 2 soons elk 2 schapen mede in 't schot als de outste te mogen houden, maar sullen daar van niet eerder de profijten mogen trekken dan wanneer 14 jaren out sijn.
Verders sullen nog aan elk van de voorn(oemde) 3 kinders moeten worden betaalt tien guldens, is samen 30 guld(en)s, wanneer komen te trouwen (of mondig sijn).
Verders sullen de gemelte kinders nog profijteren hetgeene haar bij volgende voorwaarden wort gemaakt, waartoe men sig kortheidshalven is gedragende. Waarmede voors(ch)r(even) mombers verklaren namens haare pupillen vredig te wesen.
Ick Arnold Voltelen, wegens hoger overigheid indertijd Scholtus van den Hardenberg etc., doe cond en certificere dat voor mij en keurnoten als waren Tijmen Habers en Gerrit Schepers in den Gerigte erschenen sijn, de ondergeschreven personen, welke verklaarden in de Vreese des Heeren en tot vermederinge des menschelijken geslagts, met de naaste vrienden raat en consent, een wettelijk huwelijk gededingt en gesloten te hebben tusschen Albert Jansen Wolbink, weduwenaar van wijlen Swaantien Harmsen, als bruidegom ter eenre, ende Anne Arentsen, j.d. in desen met haar vader Arent Assen als momber geadsisteert sijnde, als bruit ter andere zijde, en dat wel op navolgende voorwaarden.
Eerstelijk is geconditioneert dat de 3 onmondige kinders van de bruidegom boven hetgene haar hiervoren voor derselver aanbestorvene moederlijke goed is bewesen, nog mede met en bevens alsodanig kind of kinders so uit dit aanstaande huwelijk mogten geboren worden en bij overlijden van de ouders nablijven, aegalijk en hooft voor hooft mede sullen erven, niet alleene van haar vader voornoemt, maar ook specialijk mede van haar toekomende moeder Anne Arentsen, welke Anne Arentsen als boven geadsisteert sijnde, verklaart bij desen de gemelte kinderes van haeren bruidegom mede aan te nemen, en te stellen tot haare kinders en erfgenamen, en in val gemelte Anne Arentsen geene kinders van haar geboren bij overlijden mogte nalaten, dan sullen dese kinders van de bruidegom haare nalatenschap dan erven en profijteren, en indien sij Anne Arentsen kind of kinders nalaat, die sullen dan alle haare klederen en 't linnen tot haar lijf gehorende trecken allene.
Waarentegens deselve kinders ook verpligt en gehouden sullen sijn haare moeder Anne Arentsen alle kinderlijke liefde en hulpe te sullen bewijsen, en deselve ook behoorlijk versorgen. En als eene of meer van deselve kinders, so lange als ongetrouwt sijn, sullen bij siekte in 't ouders huis worden verpleget en besorget tot derselver herstellinge toe.
Verders sullen door de bruidegom en bruit tot stuir en onderstand deses huwelijks worden aangebragt, alle haar hebbende en krijgende goederen, so meubile als gerede, als immeubile, geene uitgesondert.
Aldus het voorsch(reven) gesloten, verklarende de comparanten dit also tesamen inderminne en ter goeder trouwe met malkanderen te hebben geaccordeert en geconvenieert, begerende hetselve ook sal worden agtervolgt en effect sorteren, ofschoon ook alle solmeniteiten in regte nodig daarin niet mogten sijn geobserveert; in waarheids oirconde en sonder arg ofte list is dese van de comparanten bruidegom en bruit en aanwesende vrienden, nevens mij Scholtus getekend, en mede van mij Scholtus gesegelt, en omdat sij lieden geen segels sijn hebbende, so hebben sij mij versogt dese mede voor haar met mijn klein segel te besegelen. Actum Heemse, den 15 junij 1748.
Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 17 maart 1743:
Ick, Arnold Voltelen, wegens haar edele mogende ridderschap en steden, de staten van Overijssel, Scholtus van den Hardenberg etc., doe hiermede te weten hoe dat voor mij en keurnoten als waeren Egbert Vlierman en Albert Oelbers, in den Gerighte erschenen is Albert Wolbink, tot Lutten woonachtigh, seggende op den 2e october 1742 bij executoriale distractie koper zijnde geworden van de katerstede Bartelink in de buurtschap Lutten gelegen, wesende allodiaal goet, voor een summa van elfhondert en dartig Carolingische guldens, vertonende in desen edelen Gerigte eene quitantie waarbij is geblijkende, dat hij koper voornoemt, de volle beloofde cooppenningen onder cortinge van de insate en hogelgelden als het daerop leggende capitaal nog ad 364 guldens en 2 stuivers an burgemeester Barent van Borne, en al het overige an de executant E. Vos de Wael hebbe betaeld, op den 27e februari 1743.
Volgens desselfs onderteikeningen te sien, versoekende derhalven van dit edele Gerigte ex officio van de voorschreven bij executie gekogte katerstede, en uit de gemelte quitantie te siene volle betalinge der kooppenningen, aen de voornoemde reële uithebber Barend van Borne en executant de heer E. Vo de Wael, is geblijkende de overdragt, also sulks mede bij de gemelte quitantie wort versogt, welke versoeken niet hebbende mogen verweigeren, diervolgens ex afficio van desen edelen gerigte als na Landregte aan hem Albert Wolbink, desselfs huisvrouw en erfgenamen de voorschreven keuterstede Barteling, gelegen in de buirschap Lutten, met regt en geregtigheid, lusten en lasten, daartoe sijnde en aangehorende, bij desen also word gecedeert en getransporteert.
In waarheids oirconde en sonder arg ofte list hebbe ik Scholtus voornoemt desen met mijn onderteikeninge en zegels opdruckinge bekrachtigt. Actum Heemse, den 17e maert 1743. Sijnde het origineel van desen geschreven op francijn, en bezegelt met mijn groot zegel, gedrukt in roden wassche, hangende aen een francijnen steert.Contentieus rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, 30 augustus 1747:
Voor mij erschenen Albert op 't Wolbink te Lutten, seggende tegens heden te hebben doen citeren Henrik Wilpshaer om eijsch en aensprake te aenhoren, waerom hij comparant dan seide dat op saterdag den tienden deser hem uit sijn ijmenstal een swarm bijen was ontvlogen. Dat hij deselve nagevolgt en in 't oog gehouden hebbende, had gesien dat die swerm was gevlogen in een korf van Henrik Wilpshaar. En dat hij daerop die swerm, nadat aan de vrouw daervan kennis was gegeven, had weerom gehaelt en weder bij de sijne gebragt.
Dat nu Henrik Wilpshaar had kunnen goetvinden die swerm en korf hem weder had af te halen, en vermits na regte bekent is, dat so lange hij de swerm bijen in 't oog houd en vervolgt, de sijne blijft, so concludeerd Albert Wolbink dat Henrik Wilpshaar sal worden gecondemneert om anhem sijn swerm bijen kost en schadeloos weerom te moeten brengen.
Waerop verscheen Henrik Wilpshaer, seggende dat hij op dieselfde dag in dieselfde korf ook een swerm bijen gehad heeft en dat het wel waar sal sijn dat die swerm bijen in die korf is gevlogen. Doch vermits hij daer ook één in gehad heeft, dat hij vermeind dat hem van die swerm de halfscheid of sooveel als 't Gerighte sal oordelen, toequam, waertoe bij desen concludereerde onder eijsch van kosten.
Waerop Albert Wolbink seide dat twee getuigen, Willem Henriks en Evert Jansen, toen de swerm bijen voor de gat de korf hebben omgekeert en wel gesien dat erin de korf eenige weinige bijen waeren, dog niet so dat die op verre na voor een swerm konde gerekent worden, so als deselve getuigen praesent in den Gerigte hebben verklaart, dat dienvolgens daeruit niet kan gerekent worden dat er een swerm bijen in sat en dat derhalven die gronden an de geciteerde ongefundeert sijnde, deselve sal worden gecondemneert, so als bij voren genomen conclusie staet vermelt.
Het Gerigt verstaet dat Henrik Wilpshaer gehouden is de genoemde swerm bijen kost en schadeloos aen Albert op 't Wolbink te moeten restitueren, en verstaen wijders tot voorkominge van verdre sulke geringe verschillen tusschen de partijen, dat Henrik Wilpshaer voor de korf en rent als andersins aan Albert op 't Wolbink sal geven vijftien stuivers.Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, inv.nr. 10, 15 juni 1748:
Heemse, den 15 junij 1748. Rigter Arnold Voltelen. Keurn(ooten) Tijmen Habers en Gerrit Schepers.
Erschenen Albert Jansen Wolbink, weduwenaar van wijlen Swaantien Harmsen, seggende voornemens te sijn sig weder tot een ander huwelijk te willen begeven, maar eer daartoe te treden willende doen behoorlijk bewijs en erfuittinge van sijn 3 onmondige kinders aanbestorvene moederlijke goed, versoekende dat bequame mombers over deselve mogen worden aangestelt, daartoe praesenterende Berent Jansen als oom van de vaders sijde en Geertien Harmsen, grootmoeder van de moeders sijde, als de naaste bloetmombers sijnde. Hetwelke toegestaan sijnde, so sijn deselve personen mede gecompareert en hebben de voorn(oemde) momberschap aangenomen, en bij handtastinge belooft haar gem(elde) pupillen intrest en voordeel te sullen soeken en doen, so als goede mombers na Landregte sijn verpligt.
Waarop de vader Albert Jansen aan sijn voorn(oemde) 3 kinders voor derselver aanbestorvene moederlijke goed bij desen bewijst, na alvorens met de mombers en naaste vrienden, sijn boedel en staat hebbende overwogen, nevens de schulden van dien, als aan de dogter desselfs moeder sal(ige)r klederen en 't linnen, so tot haar lijf heeft gehoort, en aan de outste soone ses schapen in het schot te mogen houden ten sijnen profijte, en de andere 2 soons elk 2 schapen mede in 't schot als de outste te mogen houden, maar sullen daar van niet eerder de profijten mogen trekken dan wanneer 14 jaren out sijn.
Verders sullen nog aan elk van de voorn(oemde) 3 kinders moeten worden betaalt tien guldens, is samen 30 guld(en)s, wanneer komen te trouwen (of mondig sijn).
Verders sullen de gemelte kinders nog profijteren hetgeene haar bij volgende voorwaarden wort gemaakt, waartoe men sig kortheidshalven is gedragende. Waarmede voors(ch)r(even) mombers verklaren namens haare pupillen vredig te wesen. ;Ick Arnold Voltelen, wegens hoger overigheid indertijd Scholtus van den Hardenberg etc., doe cond en certificere dat voor mij en keurnoten als waren Tijmen Habers en Gerrit Schepers in den Gerigte erschenen sijn, de ondergeschreven personen, welke verklaarden in de Vreese des Heeren en tot vermederinge des menschelijken geslagts, met de naaste vrienden raat en consent, een wettelijk huwelijk gededingt en gesloten te hebben tusschen Albert Jansen Wolbink, weduwenaar van wijlen Swaantien Harmsen, als bruidegom ter eenre, ende Anne Arentsen, j.d. in desen met haar vader Arent Assen als momber geadsisteert sijnde, als bruit ter andere zijde, en dat wel op navolgende voorwaarden.
Eerstelijk is geconditioneert dat de 3 onmondige kinders van de bruidegom boven hetgene haar hiervoren voor derselver aanbestorvene moederlijke goed is bewesen, nog mede met en bevens alsodanig kind of kinders so uit dit aanstaande huwelijk mogten geboren worden en bij overlijden van de ouders nablijven, aegalijk en hooft voor hooft mede sullen erven, niet alleene van haar vader voornoemt, maar ook specialijk mede van haar toekomende moeder Anne Arentsen, welke Anne Arentsen als boven geadsisteert sijnde, verklaart bij desen de gemelte kinderes van haeren bruidegom mede aan te nemen, en te stellen tot haare kinders en erfgenamen, en in val gemelte Anne Arentsen geene kinders van haar geboren bij overlijden mogte nalaten, dan sullen dese kinders van de bruidegom haare nalatenschap dan erven en profijteren, en indien sij Anne Arentsen kind of kinders nalaat, die sullen dan alle haare klederen en 't linnen tot haar lijf gehorende trecken allene.
Waarentegens deselve kinders ook verpligt en gehouden sullen sijn haare moeder Anne Arentsen alle kinderlijke liefde en hulpe te sullen bewijsen, en deselve ook behoorlijk versorgen. En als eene of meer van deselve kinders, so lange als ongetrouwt sijn, sullen bij siekte in 't ouders huis worden verpleget en besorget tot derselver herstellinge toe.
Verders sullen door de bruidegom en bruit tot stuir en onderstand deses huwelijks worden aangebragt, alle haar hebbende en krijgende goederen, so meubile als gerede, als immeubile, geene uitgesondert.
Aldus het voorsch(reven) gesloten, verklarende de comparanten dit also tesamen inderminne en ter goeder trouwe met malkanderen te hebben geaccordeert en geconvenieert, begerende hetselve ook sal worden agtervolgt en effect sorteren, ofschoon ook alle solmeniteiten in regte nodig daarin niet mogten sijn geobserveert; in waarheids oirconde en sonder arg ofte list is dese van de comparanten bruidegom en bruit en aanwesende vrienden, nevens mij Scholtus getekend, en mede van mij Scholtus gesegelt, en omdat sij lieden geen segels sijn hebbende, so hebben sij mij versogt dese mede voor haar met mijn klein segel te besegelen. Actum Heemse, den 15 junij 1748.
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Familie Meenhuis Web Site
Stamboom: Familie Meenhuis
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Kampman Web Site
Stamboom: Kampman Family Tree
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Genealogie van de familie Wolbink
Stamboom: Wolbink Family Tree