He is married to Willemijntje Jansdochter van Blootenburgh.
They got married on January 1, 1716 at Woudenberg, Nederland, he was 25 years old.
Child(ren):
Aantekeningen
In 1716, 1719 en 1725 is Hendrik Willemze bruiker van de Ringelpoel (Oudschildgeld Woudenberg 84).
Hendrik Willemsen Lockhorst; Jan van Ommeren, getrouwd met Dirkje Willems Lokhorst; erfgenamen van Willem Rutten Lockhorst en Jannitje Jans van Overeem. Zij zijn ieder voor 1/16 deel eigenaar van een huis, hof en hofstede, bergen schuur, schaaphok en land, genaamd Rumelaer onder Maarsbergen.
Huurder: Wulfert Janssen Overeem. En ieder voor 1/16 deel eigenaar van ca. 8 dammaten land, van de Bunschoterdijk tot aan de Nieuweweg, onder Bunschoten. West: de Poll. Hendrik Willemsen Lockhorst koopt Jan van Ommeren uit voor 180 gulden. Getuigen: Jan Willemsen Coudijs en Hendrik Melisen van Otterloo. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 345, 345vo, 346; 22-10-1730).
Procureur Doorslag voor Henrick Willemse Lockhorst gedaagde en geinterdiceerde contra Samuel Rosse van Broeckhuijsen impetrant van interdictie penael en requirant. Ter rolle van 4 mei 1739 verzoekt Samuel Rosse van Broeckhuijsen simpel of authentiek copie van de coopconditie mitsgaders van de papieren daer toe behorende alsmede van de caarte. Samuel van Broeckhuijsen refereert aan het verzoek van 4 mei om copeij tsij simpel of authentiq ter keure en kosten van de requirant van de scheijdinge tussen Jan Hendrickse en Helmert Willemse van Lokhorst en Jannetje Jans van Oovereem voor de notaris Arnoldus van Geijtenbeeck en getuigen den 20e en 23e januari 1729 opgericht met de quitantien daeronder staende bij dewelke de gerequireerde het goed genaamd den Catwinckel is toegescheijden, twelck den gerequireerde gehoort sijdne op het 27, 28 en 29e artikel van des requirants schrifture van repliek heeft benaemt te sijn de coopconditien en transport van het gemlte goed alsmede te geven visie als boven van de caerte van het land de Catwinckel waervan bij het 30e art van de gemelte schrifture van repliek gementioneert is alle voorz leggende onder de stukken van den gerequireerde inde renunciatie cas van dese Edele Hove. Ter rolle van 5 oktober 1739 verklaart procureur Doorslag namens Hendrick Willemse van Lockhorst naderhand gevonden te hebben copijevan de coopconditien van de hofstede de Catwinckel tusschen Abigael van Ossenberge voor haerselve,Pieter Amberge Raid en schepen der stad Rhenen in huwelijk hebbende Neeltje van Ossenberge mitsgaders Nicolaes van Ossenberge in leven schout en gadermeester van Doorn en Geertruij van Liten Willem Rutte van Lokhorst voor den gerechte van Doorn den 1 januari 1712 opgericht en gepasseerdmitsgaders een request met appointement van approbatie door den Ed. Mog. Heeren gedeputeerden sLands van Utrecht op de vercoping verleend in dato den 19 januari 1712, item een acte van estimatie wegens de hofstede voor schepenen van Doorn gedaan in dato 1 januari 1712, mitsgaders een acte van ontslaginge van het verband op de hofstede met approbatie van de gedane verkopinge door Frederick Willem van Diest in dato den 12 januari 1712 en eijndelijk een verleijbrief op Hendrick
Willems van Lockhorst voor stadhouder en leenmannen van den huijse en ridderhofstede Zuijlenburg den 3 december 1729 van de gemelde hofstede gegeven presenterende van alle hetselve te geven visie en copije ten keure en kosten van den requirant,concluderende door Schoonhoven onder de respectieve gedane presentatien tot niet ontfanckelijckheijt in het versoeck. Idem ter rolle van 19 oktober 1739. (HUA Hof van Utr 154-79; 23-3-1739).
Jan, Hendrik en Helmert Willemsen Lochorst, Jan van Ommeren, getrouwd met Derkje Willems Lockhorst verkopen aan Theunis Derksz van de Weteringh een derde deel van een huis, hof, hofstede, twee bergen, schuur, schaaphok en ca. 20 morgen bouw- en weiland, genaamd Rumelaer, onder
Maarsbergen. Allodiaal goed. Gebruikt door Gerrit Jansz Apeldoorn. Ook nog een derde deel van ca. acht dammaten land onder Bunschoten. Aan de ene zijde Cornelis Cluver, aan de andere zijde Hendrik Janssen Smit. Voor 800 gulden. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Thijs Ariensz van Wittenbergh.
(Notarieel Woudenberg 2461, fol. 249-250vo; 16-10-1741)