fa. Wed. Herbert Rahder & Zn
In 1850 vestigde Johan Coenraad Rahder zich in Nieuweroord en betrok daar huize Nieuweroord, in de omgeving van de sluis aan de Middenraai. Rahder was benoemd tot directeur van de Maatschappij tot Exploitatie van de Westerborker Broekvenen, die in het bezit was van plm. 1400 ha veengrond. Omdat hij het meeste verstand had van vervenen werd hij met de dagelijkse leiding belast. Voor hem werd een riant herenhuis gebouwd. Het was een uitzonderlijk groot huis en kreeg de naam Nieuweroord. Volgens overlevering zou het vernoemd zijn naar het landgoed Nieuwenoord tussen Hilversum en Baarn. In 1856 verhuist Rahder naar zijn Huize Valkenheim in Noordscheschut, de huidige pastorie van de Gereformeerde Kerk. De gronden van de maatschappij werden in 1857 verdeeld en Rahder kreeg plm. 700 ha veengrond in Tiendeveen. Voor een betere scheepvaartverbinding met Tiendeveen liet Rahder in 1860 een kanaal graven van de Verlengde Hoogeveensche Vaart tot de Drijberse Hoofdvaart. Dit was de Willeminavaart, genoemd naar W.P.C. Rahder-van Voorthuysen. Dit kanaal werd in 1925 als Linthorst Homankanaal naar Beilen doorgetrokken. In het museum Venendal bevindt zich een gevelsteen uit het voormalige brugwachtershuisje, dat zich bevond op de hoek van de Verlengde Hoogeveensche Vaart/Willeminavaart. Landelijke bekendheid verwierf hij omdat hij rond 1863 als eerste een locomobiele kneed- en persmachine (malaxeur genaamd) gebruikte. De turven die hij hiermee produceerde werden voorzien van een R. Hij poogde één miljoen gulden te verwerven voor de verdere ontwikkeling en exploitatie van de machine. Hij richtte de Commanditaire Vennootschap J.C. Rahder op. In 1885 werkten hier 200 mensen. Nazaten van deze Rahder zette dit rond 1890 om in De Machinale Rahder Turffabriek. De onderneming werd in 1929 verplaatst van Hoogeveen naar Nieuw-Amsterdam. In 1970 werd ze, na jarenlang enkel nog als grondeigenaar te hebben gefunctioneerd, geliquideerd. In 1873 werd huize Valkenheim verkocht, mevrouw Rahder Sr. verhuisde met de nog thuiswonende kinderen naar Huize Blokland. De laatste familie Rahder in Noordscheschut exploiteerde een kwekerij en een handel in pootgoed en zaaizaad. Andere leden van de familie Rahder hielden zich in de omgeving van Veenoord en Nieuw-Amsterdam eveneens bezig met het veenbedrijf.
Nieuweroord, Drenthe
In 1849 kopen enkele Amsterdamse en Utrechtse heren de Westerborker Broekvenen en het Mekelermeersche Veen, samen 1400 hectare groot. Zij stichten de Maatschappij tot Exploitatie der Westerborker Broekvenen. De investeerders waren: Andries de Wilde, grondeigenaar te Soestdijk, Klaas Koopman, rentenier te Amsterdam, Jan Coenraad Rahder, koopman te Amsterdam, Herman A. van de Wall-Bake, rijks-muntmeester te Utrecht en Barend Kooy, koopman te Amsterdam.
In het gebied laten ze onmiddellijk een huis bouwen, te vergelijken met de vroegere havezathe De Klencke bij Oosterhesselen. Het huis krijgt de naam Nieuweroord, dat volgens overlevering zou zijn vernoemd naar het landgoed "Nieuwenoord" tussen Hilversum en Baarn, een paar kilometer noordelijk van Huize Pijnenburg en waar Andries de Wilde woonde. Het huis wordt bewoond door de Amsterdamse wijnkoper Jan Coenraad Rahder die, naast Andries de Wilde, directeur van de nieuwe maatschappij werd. Rond dit huis ontwikkelt zich de nederzetting Nieuweroord. In 1856 verhuist Rahder naar zijn Huize Valkenheim in Noordscheschut.
Een meer gangbare verklaring voor de naam Nieuweroord is overigens 'Nieuw Oord' in de wildernis van de toenmalige Tiende- en Drievenen in de gemeente Beilen. In 1865 sticht Rahder in Nieuweroord een machinale turffabriek, om de hier gegraven turf te verwerken. In 1885 werken hier 200 mensen. In 1891 wordt tien procent van de winst verdeeld onder het personeel, wat voor die tijd een opmerkelijk gebaar is. De meeste aandelen zijn in handen van de schatrijke oudsuikerplanter Frederik s'Jacob, met wie Rahder in 1857 een burgerlijke vennootschap is aangegaan.
Van 1923 tot 1926 graven 900 arbeiders met schop en kruiwagen vanaf de Verlengde Hoogeveense Vaart het zestien kilometer lange Linthorst Homankanaal als verbinding naar de Beilervaart. In 1970 wordt dit kanaal voor de scheepvaart gesloten.
In de eerste helft van deze eeuw ontwikkelt Nieuweroord zich tot een agrarisch dorp. Na de Tweede Wereldoorlog gaan steeds meer inwoners werken in de industrie in Hoogeveen.
In 1967 wordt het dorpshuis De Vuurkörf geopend, dat gezien wordt als een symbool van de saamhorigheid van de mensen in Nieuweroord.
He is married to Willemina Petronella Cornelia van Voorthuijsen.
They got married on August 15, 1833 at Amsterdam , he was 21 years old.Source 4
Child(ren):