Child(ren):
In ca. 1125 kastelein (burggraaf) van (Oud-)Heusden.
Arnold I van Rode lag rond 1108 met de abt van de abdij van Sint-Truiden overhoop over de tienden van Baardwijk. Hij claimde die tienden in leen te houden van de bisschop van Utrecht. In die tijd had ook de graaf van Gelre met medeweten van de bisschop, zich diverse bezittingen toegeëigend. De bisschop van Utrecht zal derhalve weet hebben gehad van de activiteiten van Arnold I van Rode. Arnold I zal in of in de naaste omgeving van Baardwijk dan ongetwijfeld Stichts leenman zijn geweest voor enig bezit, want anders had zou hij dat excuus niet hebben aangevoerd. Derhalve moet Arnold I in Baardwijk of naaste omgeving enig bezit met minstens een centrale hof hebben gehad van waaruit hij de tienden zal hebben geïnd. Het gebied Baardwijk valt later onder het Land van Heusden. De herkomst van de heren van Heusden is, zoals bij zovele adellijke geslachten, onbekend. Wanneer zij uit het duister van de middeleeuwen plotseling in oorkonden opduiken, blijken zij echter al dadelijk van hoge rang te zijn. Zij worden in de oorkonden uit de 13e eeuw ook wel als nobilis viri aangeduid . De oudst aanvaarde stamvader van de heren van Heusden (oorspronkelijk Oud-Heusden) is een Arnold die omstreeks 1150/60 zal zijn gehuwd.
Er zijn twee oudere naamdragers: Wiger van Heusden (eenmaal tussen 1108/1121) en Herman ([ca. 1125 en 1144] (Thijssen, Chr.(2000). Nogmaals de heren van Heusden, in: Met Gansen Trou, 50e jaargang, pag. 6). De voornaam Herman is opvallend vanuit de wetenschap dat ook de schoonvader van Arnold I van Rode deze naam droeg. Gezien de vernoeminggewoonten ligt het in de lijn van de verwachting dat Arnold I een zoon uit zijn huwelijk met [Heilwig] van Cuijk de voornaam Herman zal hebben gegeven. Deze zal op zijn beurt de voornaam Arnold aan zijn oudste zoon hebben gegeven. Zowel de Van Rodes als de Van Heusdens waren een hoogadellijk geslacht. De oudste herkomst van de Van Heusdens is onbekend. De verdere geschiedenis van het Rooise goederenbezit eveneens.
Rond 1108 had Arnold I van Rode bemoeienis met de tienden van Baardwijk. Later is Baardwijk een van de elf benedendorpen van het Land van Heusden. Vanuit genealogisch-historisch perspectief is het dus verdedigbaar in Herman van Heusden een zoon kunnen zien van Arnold I van Rode uit diens huwelijk met [Heilwig] van Cuijk, dochter van Herman van Malsen/Cuijk en Alverade [van Hochstaden].
Herman van Heusden ging omtrent 1144 met keizer Koenraad op kruistocht naar het Heilig Land en sneuvelde daar (Spaen, Baron W.A. van (1804). Oordeelkundige Inleiding tot de historie van Gelderland, deel 3, Utrecht