Child(ren):
Steenvoorde wil zeggen: "steen in de voorde" , in een doorwaadbare plaats; zo omstreeks midden dertiende eeuw moet een stenen huis hebben gestaan te midden van een nogal belangrijk gebied Rijswijk en de Waterloose, een belangrijke afwatering van het veen en klei gebied.
De plek waar de kruisvaarders van Sint Jan eens hun klooster hadden, daar ligt het fundament van het kasteel Steenvoorde. Het pad er naartoe ligt er nog en in de zomer loopt men er graag. Bron: Dr. J.G.N Renaud. Archeologisch onderzoek naar het Kasteel van Steenvoorde.
'''De Familie Stamvaders:'''
De familienaam gaat terug tot het jaar 1100-1209 met de stamouder William van Steinvoirde en zijn zoon Dieric van Steinvoirde. Of zij al tot het Riddergilde behoorden is niet zeker. Immers in die tijd werden welgestelde invloedrijke boeren ook wel tot de adelstand verheven. Wel is zeker dat Ridder Steenvoirde woordvoerder van Graaf van Egmond was. Deze Gerard van Steenvoorde of Gerard van Leyden anno 1346 heeft een vooraanstaande plaats gehad in de ontwikkeling van Leyden. In eerdere studies werd steeds aangenomen dat het eerste gebruik van de naam Steenvoorde ontstond nadat Jan I, zoon van Gerard van Leyden( 1289) deze naam ontleende aan het landgoed dat zijn vader in Rijswijk verworven had. Het lijkt er nu op dat eerder het omgekeerde is, namelijk dat het landgoed de naam van de familie heeft aangenomen.
Het feit dat de familie al sinds 1125 de naam Steenvoorde voerde betekent dat ze zeker in de vroegste tijd een zekere maatschappelijke status hadden, en konden lezen en schrijven. In Noord Frankrijk ( Frans-Vlaanderen) is ook een plaats Steenvoorde, maar tot op heden is er geen enkel verband aangetoond tussen deze plaats en de familienaam.
In eerste instantie werd verondersteld dat de huidige Steenvoorde'ns afstammelingen waren van vluchtelingen uit deze plaats. Deze gedachte vond zijn oorsprong in het feit dat Johanna Steenvoorden (1850-1935) beweerde dat alle Steenvoorden's uit Frankrijk kwamen. Hoe zij hierbij kwam is niet bekend. Wel is bekend dat zij als een van de weinigen uit haar tijd (milieu) kon lezen en schrijven, zij had hier haar bijnaam malle Ant aan te danken en mogelijk heeft zij iets gelezen dat haar aan het denken heeft gezet. In ieder geval hebben meerdere Steenvoordens de plaats Steenvoorde bezocht en onderzoek in die richting gedaan.
Het belangrijkste tastbare resultaat is het hier opgenomen verhaal, dat inderdaad melding maakt van een aantal vluchtelingen (16) uit de periode 1566-1580.
Pas toen het onderzoek naar de stamvader van de Familie verder vorderde bleek dat er (nog) geen relatie bestond tussen de Nederlandse familie Steenvoorde en de Franse plaats Steenvoorde. Zie F.Claes, Herkomstnamen en immigratie in dienst tot 1400 Naamkunde 30 1998 pag.109.
'''Schrijfwijze van de familie naam''':
Varianten en of samenstellingen:
Ludolf de Stenuorde (oorkonde Doetinchem anno1230) in onderzoek instituut Meertens Steenvoorde, Van Steenvoorde, Steenvoorden, Van Steenvoorden, Van Steenvoorn, Steenvoort, Van Steijnvoort, Van Steinfoorn, Steinfort, Steinffurth, Steenvoord, Steinvoorn, Van Steinvoorn, Steinfoort, Steinfoorte, Steinvoren, Van Steinvoren, Stembert, Stembord, Stemfoort, Stempher, Van Stempher, Stemvers, Stenfert, Stenvers, Van Stijnvoort, Van Steinvoordt
De beroepen die we tegen komen zijn die van Ridder, Leenheer verschillende Schouten, Bouwmeesters (vele kerken, Wees en Gasthuizen, Abdijen c.q. kloosters, Boerderijen en Herenhuizen.
'''Bronnen''' :
Een grote koppeling is tot stand gekomen met hulp van het onderzoek van de gebroeders Steenvoorde (Henk, Roland, Leen en Ferry uit Noordwijk) onderzoek op basis van door de heer Zwolsman ingesteld historisch onderzoek naar de oorsprong van de familie in verband met de bouw van de wijk Steenvoorde in Rijswijk.
Alsmede van de gids Kwartierstatenboek van 15 Hillegomse families waarbij in het bijzonder de familie van Adrianus Theodorus Zeestraaten met hulp van Rosa op der Heijde.