He is married to Gertrudis von SACHSEN BILLUNG.Source 2
They got married in the year 1063, he was 32 years old.
Child(ren):
Robrecht de Fries was eigenlijk niet voorbestemd om graaf te worden, maar zijn grote ambitie was nauwelijks in te tomen. Boudewijn V, die een vooruitziende man was, verafschuwde het idee van een broederstrijd na zijn dood en zocht een vorstendom buiten Vlaanderen voor zijn jongste zoon. Robrecht werd uitgehuwelijkt aan Geertrui, de weduwe van de graaf van Holland, waardoor hij in dat graafschap het bewind kon voeren in naam van zijn nog onmondige stiefkinderen .
Wellicht tot tweemaal toe heeft de onstuimige Robrecht de Fries moeten zweren dat hij zijn broer Boudewijn VI en diens erfgenamen ongemoeid zou laten (KOCH, "Het graafschap Vlaanderen", 382-383). Het heeft echter niet mogen baten. Na een regering van slechts drie jaar blies Boudewijn VI in 1070 zijn laatste adem uit en was het aan zijn jonge zoon Arnulf III om de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen samen te houden, hierin gesteund door zijn moeder Richildis (DE HEMPTINNE, "Vlaanderen en Henegouwen", 372). Robrecht de Fries rook zijn kans. Hij had een aanzienlijke machtspositie opgebouwd in het noorden en wilde maar al te graag het belangrijke graafschap Vlaanderen verwerven. Daartoe moedigde hij een opstand aan tegen Arnulf III en Richildis.
Robrecht slaagde erin een aantal steden en een belangrijk deel van de Vlaamse ridderschap, vooral uit het noordelijke gebied van het graafschap, voor zich te winnen en hij viel Vlaanderen binnen (voor de strijd tussen Robrecht de Fries en Arnulf III: DE HEMPTINNE, Vlaanderen en Henegouwen, 372). Vlaanderen kende zijn eerste grote burgeroorlog. Arnulf III kreeg de steun van een grote coalitie tegen Robrecht, bestaande uit zijn leenheer de Franse koning, zijn oom Willem de Veroveraar, de graaf van Leuven en de ridders en steden uit overwegend het zuidelijke deel van Vlaanderen. De coalitie moest echter het onderspit delven in de slag bij Kassel op 22 februari 1071 en Arnulf III, sindsdien bijgenaamd de Ongelukkige, verloor er het leven. Robrecht werd in Vlaanderen als graaf erkend, terwijl Richildis en haar tweede zoon Boudewijn genoegen moesten nemen met het graafschap Henegouwen.
De machtsgreep van Robrecht de Fries werd door velen gebrandmerkt als een smet op het gravengeslacht van Vlaanderen (DE HEMPTINNE, Vlaanderen en Henegouwen, 372). Hij deed er dan ook alles aan om zijn macht en dat van zijn geslacht te legitimeren. Hij kon zijn leenheer de Franse koning voor zich winnen onder meer door het huwelijk van zijn stiefdochter Bertha van Holland met Filips I. Ook voor zijn andere kinderen koos hij voor een doordachte huwelijkspolitiek. Zijn dochters Adela en Geertrui kregen respectievelijk Knut, koning van Denemarken, en Hendrik III, graaf van Leuven tot echtgenoot, terwijl zijn zoon Robrecht trouwde met Clementia van Bourgondië, uit één van de invloedrijkste families van Europa met onbetwiste Karolingische afstamming.
De slag bij Kassel had als gevolg dat de personele unie tussen Vlaanderen en Henegouwen verbroken werd en dit zou zo blijven tot 1191, toen Vlaanderen ook een derde van zijn omvang verloor aan Frankrijk. De graven zouden ondertussen wel nog proberen het zelfstandige Kamerijk te verwerven (VANDERKINDERE, La formation, I, 139-150). Vanaf 1076 verloor Robrecht de Fries bovendien zijn greep op het graafschap Holland toen dit onder Dirk V opnieuw een zelfstandige koers ging varen (GANSHOF, La Flandre, 52). Dirk V kreeg van zijn stiefvader zelfs Zeeland-bewester-Schelde in leen. Ondanks het grote aandeel van de ridderschap in de overwinning te Kassel, slaagde Robrecht I er in een stevige basis voor het grafelijke gezag te leggen, vooral dankzij de grondige verandering in de socio-economische structuur van Vlaanderen, waarvan de opkomst van de steden het meest in het oog springt (DHONDT, Vlaanderen, 87).
Robrecht de Fries werd in 1093 opgevolgd door zijn zoon Robrecht II, die al enkele jaren als medegraaf zijn vader bijstond in het landsbestuur (PIRENNE, Robert II de Flandre, 437; VANDERKINDERE, La formation, I, 302).
Robrecht I "de Fries" van VLAANDEREN | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1063 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gertrudis von SACHSEN BILLUNG |