He is married to Margaretha van Arkel.Source 3
They got married about 1280.Source 4
Child(ren):
vermeld tussen 11 febr. 1271 en 18 mrt. 1300; . Beleend met de jurisdictie van het Convent te Vuilkop; hij kreeg op 4 juli 1281 een hoeve land te Culemborg in eigendom, waarop hij zijn slot gebouwd had, en werd er op 21 nov. 1281 door de graaf van Gelre mee beleend (Arch. Culemborg, reg. 9, 9 a, 10, 15, 16, 21 en 23). Hij is overleden ca. 1309 op 20 mrt.
Heusden charter nr 14 (1293 juli 13): Heer Hubrechten van BUESEKEM als principael, heer Airnt van ARKEL, heer Airnt van GHYSEN (GIESSEN) ende Gijsbrecht van LOENRESLOOT als borgen loven den lombarden van HUESDEN te betalen 345 libr leuvens etc.. op prent: HUBERT III, VE HEER VAN CULEMBORG x GEERTRUYT HEER JAN VAN ARKELL'S DOCHTER ridder, heer van Culemborg, schenker van Utecht, 1271 vermeld tot 1300, ridder, 1271 beleend in Vuylcoop, 1281 krijgt hoeve te Culemborg waarop zijn slot gebouwd was, beleend door Gelre (NL 1954-109; arch Culemborg 9, 9a, 10, 15, 16, 21, 23).
Culemborg wordt voor de eerste maal vermeld in twee charters d.d. 4 juli 1281, (Oork. St. Utr. nrs. 2075 en 2076). Het betreft de overeenkomst tussen Hubrecht van Bosinchem, erfschenker van het Sticht en het kapittel van Oudmunster te Utrecht, waarbij Hubrecht van het kapittel een hoeve te 'Kulenburg', waarop zijn kasteel is gesticht, als vrij goed ontvangt in ruil voor anderhalve hoeve in het gerecht Lanxmeer, ten zuiden van de huidige stad Culemborg gelegen. Op 21 november van hetzelfde jaar droeg Hubrecht van Bosinchem het slot, aangeduid met 'castrum dictum Culenburgh', op aan de Graaf van Gelre (Sloet nr. 1039) en ontving het in leen terug. Dit kasteel, dat of door Hubrecht, of door diens gelijknamige vader (gestorven < 31 mei 1271) gesticht zal zijn, stond volgens Voet van Oudheusden (blz. 15 en 429) ten westen van de huidige stad bij de voormalige Goilberdingerpoort. In 1314 wordt het kasteel vermeld als: 'het huis te Culenborch met 16 mergenland' (Arch. graven v. Cul. regest 39). De opkomst van Culemborg mag gesteld worden in de decennia rond het jaar 1300. Ongetwijfeld hebben Hubrecht (gestorven 20 maart 1300 of 1301) en diens zoon Jan I (gestorven 29 september 1322), de ontwikkeling van de bij hun kasteel gelegen nederzetting sterk gestimuleerd. Volgens een acte van 1343 (Nijhoff. Gedenkw. I, nr. 399) 'maakten zij die stat van Culenborch'.
Geschiedenis van kasteel Schonauwen
Gebouwd omstreeks 1230
Bron : houten.archeologienet.nl (zie Related Sites)
Het restant van kasteel Schonauwen bestaat uit een ronde bakstenen toren op een omgracht eiland. De toren (Schalkwijkseweg 15) ligt ten zuiden van het dorp Houten, tussen de huidige Schalkwijkseweg en het Amsterdam-Rijnkanaal.
De naam Schonauwen duikt voor het eerst in de bronnen op in 1261. Het was toen de naam van een uithof van de Norbertijnerabdij van Mariënweerd. In 1271 gaven abt en convent de rechtsmacht over het gebied, met uitzondering van de uithof, in leen aan Hubert van Beusichem, heer van Culemborg. Op zijn beurt zal deze de rechtsmacht korte tijd later in achterleen hebben gegeven aan zijn broer Dirk Splinter van Beusichem. In ieder geval blijkt Dirk Splinter in 1305 bezittingen te hebben in Schonauwen, die worden omschreven als 'dat huys te Blancouwen' en 13 morgen (1 morgen is circa 0,85 ha.) land. Nog in datzelfde jaar droeg hij het kasteel op aan de heer van Culemborg om er vervolgens mee te worden beleend. De zoon van Dirk, Hubrecht, noemde zich al in 1306 'Van Schonauwen'.
Gelet op de hoge ouderdom en het belang van het kasteel als steunpunt van de heren Van Culemborg, mogen we aannemen dat Schonauwen een aantal bouwfasen heeft gekend. Hoe het kasteel er in oorsprong heeft uitgezien, weten we niet.
Heer van Culemborg; schenker van Utrecht; vermeld tussen 11 febr. 1271 en 18 mrt. 1300; ridder 25 juni 1271. Beleend met de jurisdictie van het Convent te Vuilkop; hij kreeg op 4 juli 1281 een hoeve land te Culemborg in eigendom, waarop hij zijn slot gebouwd had, en werd er op 21 nov. 1281 door de graaf van Gelre mee beleend (Arch. Culemborg, reg. 9, 9 a, 10, 15, 16, 21 en 23). Hij is overleden ca. 1309 op 20 mrt.
Heusden charter nr 14 (1293 juli 13): Heer Hubrechten van BUESEKEM als principael, heer Airnt van ARKEL, heer Airnt van GHYSEN (GIESSEN) ende Gijsbrecht van LOENRESLOOT als borgen loven den lombarden van HUESDEN te betalen 345 libr leuvens etc.. op prent: HUBERT III, VE HEER VAN CULEMBORG x GEERTRUYT HEER JAN VAN ARKELL'S DOCHTER ridder, heer van Culemborg, schenker van Utecht, 1271 vermeld tot 1300, ridder, 1271 beleend in Vuylcoop, 1281 krijgt hoeve te Culemborg waarop zijn slot gebouwd was, beleend door Gelre (NL 1954-109; arch Culemborg 9, 9a, 10, 15, 16, 21, 23).
Culemborg wordt voor de eerste maal vermeld in twee charters d.d. 4 juli 1281, (Oork. St. Utr. nrs. 2075 en 2076). Het betreft de overeenkomst tussen Hubrecht van Bosinchem, erfschenker van het Sticht en het kapittel van Oudmunster te Utrecht, waarbij Hubrecht van het kapittel een hoeve te 'Kulenburg', waarop zijn kasteel is gesticht, als vrij goed ontvangt in ruil voor anderhalve hoeve in het gerecht Lanxmeer, ten zuiden van de huidige stad Culemborg gelegen. Op 21 november van hetzelfde jaar droeg Hubrecht van Bosinchem het slot, aangeduid met 'castrum dictum Culenburgh', op aan de Graaf van Gelre (Sloet nr. 1039) en ontving het in leen terug. Dit kasteel, dat of door Hubrecht, of door diens gelijknamige vader (gestorven < 31 mei 1271) gesticht zal zijn, stond volgens Voet van Oudheusden (blz. 15 en 429) ten westen van de huidige stad bij de voormalige Goilberdingerpoort. In 1314 wordt het kasteel vermeld als: 'het huis te Culenborch met 16 mergenland' (Arch. graven v. Cul. regest 39). De opkomst van Culemborg mag gesteld worden in de decennia rond het jaar 1300. Ongetwijfeld hebben Hubrecht (gestorven 20 maart 1300 of 1301) en diens zoon Jan I (gestorven 29 september 1322), de ontwikkeling van de bij hun kasteel gelegen nederzetting sterk gestimuleerd. Volgens een acte van 1343 (Nijhoff. Gedenkw. I, nr. 399) 'maakten zij die stat van Culenborch'.
Geschiedenis van kasteel Schonauwen
Gebouwd omstreeks 1230
Bron : houten.archeologienet.nl (zie Related Sites)
Het restant van kasteel Schonauwen bestaat uit een ronde bakstenen toren op een omgracht eiland. De toren (Schalkwijkseweg 15) ligt ten zuiden van het dorp Houten, tussen de huidige Schalkwijkseweg en het Amsterdam-Rijnkanaal.
De naam Schonauwen duikt voor het eerst in de bronnen op in 1261. Het was toen de naam van een uithof van de Norbertijnerabdij van Mariënweerd. In 1271 gaven abt en convent de rechtsmacht over het gebied, met uitzondering van de uithof, in leen aan Hubert van Beusichem, heer van Culemborg. Op zijn beurt zal deze de rechtsmacht korte tijd later in achterleen hebben gegeven aan zijn broer Dirk Splinter van Beusichem. In ieder geval blijkt Dirk Splinter in 1305 bezittingen te hebben in Schonauwen, die worden omschreven als 'dat huys te Blancouwen' en 13 morgen (1 morgen is circa 0,85 ha.) land. Nog in datzelfde jaar droeg hij het kasteel op aan de heer van Culemborg om er vervolgens mee te worden beleend. De zoon van Dirk, Hubrecht, noemde zich al in 1306 'Van Schonauwen'.
Gelet op de hoge ouderdom en het belang van het kasteel als steunpunt van de heren Van Culemborg, mogen we aannemen dat Schonauwen een aantal bouwfasen heeft gekend. Hoe het kasteel er in oorsprong heeft uitgezien, weten we niet.
This individual was found on GenCircles at: http://www.gencircles.com/users/robgomes/3/data/8540
wissel: 9 november 2005
Hubert van Beusichem | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1280 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margaretha van Arkel |