He is married to Aeltgen Goossens NN.Source 2
They got married
Child(ren):
The family of Gerrit / het gezin van Gerrit
16-10-1628: (OAA Schiedam, Weeskamer, Invent 1619, akte 95, folio 84v).
Zijn tot voogden gesteld over de 5 weeskinderen van Gerrit Jacobsz. schoemaker za waar moeder van is Aeltgen Goossensdr Jacob Arijensz. en Allert Jacobsz. grootvader en oom. 30-10-1628. Aeltgen Goossensdr weduwe van Gerrit Jacobsz. schoemaker geassisteerd met Arijen Florisz. Nagel haar broer ter eenre en Allert Jacobsz. vervangende Jacob Gerritszn grootvader als voogden over de 5 weeskinderen als Maertgen Gerritsdr 19 jr, Jacob Gerritszn 15 jr, Goossen Gerritszn 13 jr, Trijntgen Gerritsdr 10 jr en Arijen Gerritszn 8 jr. De moeder zal de kinderen opvoeden tot mondigen dage of eerder huwelijk en dan aan elk uitkeren 100 gld. Moeder behoudt alle goederen doch de kleren en het geweer van de vader moeten ten bate van de kinderen worden verkocht. Waarborg haar huis en erf op de Hoogstraat, belend Z Roeloff van Ree en N de Swansteeg, strekkende voor van ‘s-Herenstraat tot achter aan de gang van de voorsz van Ree.
[Recia BT: vervangende Jacob Gerritszn grootvader als voogden.... is fout ! Dat moet uiteraard zijn, vervangende Jacob Arijnsz grootvader, zoals bovenin het stuk al vermeld werd. Arijen Gerritszn. (Hodenpijl) was in de akte hier boven 8 jaar oud in 1628 en moet dus in 1620 geboren zijn. Zijn moeder Aeltgen Goossens stond in 1628 vermeld als weduwe van Gerrit Jacobsz., schoenmaker en in de bovenstaande akte uit 1628, waarin vader Gerrit reeds overleden is staat dat moeder Aeltgen Goossens de moeder is van alle vijf de kinderen van Gerrit Jacobsz. (Hodenpijl), schoenmaker].
Het ouderlijk gezin van Gerrit / parents and siblings of Gerrit
10-02-1603: (OAA Schiedam, Weeskamer, invent. 1614, akte 126, folio 81) Jacob Arijensz. schoenmaker weduwnaar van Maritgen Arentsdr. ter ene zijde en Maertgen Gerritsdr. voordochter van de voorn. Maertgen Arentsdr., mitsgaders Gerrit Jacobsz., Allert Jacobsz. en Arijen Jacobsz., allen nakinderen van dezelve Maritgen Arijensdr. verwekt door de voorn. Jacob Arijensz. geassisteerd door Arijen Jansz. behuwd oom van dezelve kinderen, ter andere zijde. Zij zijn geaccordeerd inzake het moederlijk bewijs. Jacob Arijensz. zal de boedel behouden. Hij belooft de 4 kinderen te onderhouden tot hun mondige dag en dan te betalen ieder f 300, daarboven een uitzet met een bed. De voordochter ontvangt bij huwelijk een bijzondere uitzet. Dit verzekert hij op zijn huis en erf op de Gooistraat, belend ten N: de stedes steeg en ten Z: Cornelis Daensz. Gedaan tegenover Gerrit Jacobsz. en Allert Jacobsz. voorn. geassisteerd door Arien Jansz. hun omen en voogd. Kanttekening: Compareerde d.d. 04-03-1619 Gerrit Jacobsz. en Allert Jacobsz. die bekenden ten vollen voldaan en betaald te zijn. Nog een kanttekening: Ten zelve dage compareerde mede Arijen Jacobsz. en bekende ut supra.
Enkele akten waarin Gerrit vermeld wordt
06-10-1606: (ORA Schiedam, Giftboek, Invent 333, akte 220, folio 119v).
Geveild wordt een huis en erf van zaliger Thonis Pouwelsz. kuiper welke daarin is overleden, staande op de Gooistraat, belend ten Z: Roeloff Jansz. kleermaker en ten N: ’s-herensteeg genaamd de Zwaansteeg, strekkende voor van de Gooistraat tot achter aan een klein huisje dat Thonis Pouwelsz. in leven bezeten heeft gehad. De koper zal i.p.v. contante penningen tot zijn last nemen een losrente van f 12 per jaar die Pieter Pietersz. van der Burch oud burgemeester op het huis en erf sprekende heeft, te lossen de penning 16 volgens de rentebrief in dato 18-10-1583. De verdere kooppenningen zal de koper betalen met f 60 per jaar. Belast met een opstal van 1 blank per jaar, toekomende de kerk. De heining tussen dit huis en het huis van Roelof Jansz. dient half om half onderhouden te worden volgens de oude waarbrief in dato 26-05-1560. Koper is geworden Gerrit Jacobsz. schoenmaker voor de somme van f 1.450 carolus. Waarborg: Arijen Thonisz. kuiper zoon van de voorn. Thonis Pouwelsz., voor de last die nog zou komen na de possessie van zijn vader. Penningborgen: Cornelis Jacobsz. van Pernis in Overmaas en Jacob Arentsz. schoenmaker alhier, elk voor de helft. Op 02-12-1606 is de gifte gegeven door Gerard Muijs secretaris alhier vanwege zaliger Huijbrecht Isbrantsz. gewezene curator van de boedel van Thonis Pouwelsz. Kanttekening d.d. 16-04-1608: Arijen Thonisz. verklaarde zich in het geheel waarborg te stellen voor de lasten die gedurende de possessie van zijn vader zijn gemaakt.
09-07-1618: (ORA Schiedam, Giftboek, invent. 336, akte 20)
Gerrit en Allert Jacobsz. gebroeders beiden schoenmaker hier ter stede borgen voor alzulke huiden als zekere schipper van Hoorn hier aangebracht heeft uit Noorwegen en door hem verkocht te Rotterdam aan zekere schoenmakers om onder deze cautie de voorsz. huiden te lichten en de voorsz. schipper te betalen door die van Rotterdam daarvoor beloofd en de schipper schadeloos te houden voor alle molest. [Recia BT]
04-05-1619: (ORA Schiedam, Giftboek, Toeg. 78, inventarisnr. 336, folio 92v)
Jacob Lambrechtsz. verkoopt Adriaen Jacobsz. schoenmaker een tuin gelegen in het St Annen Susterhuis, belend W Gerrit Jacobsz. schoenmaker en O Gillis de leertouwer, strekkende voor van de sloot tot achter aan de sloot toe, belast met 5 gld 12 st per jr tbv dezer stede, losbaar de penning 16.
1628: (OA Schiedam, 200° Penning anno 1628, Toeg. 9.1, Invent 1447, folio 20v)
Hoochstraet
Gerrit Jacobsz. Schoemaecker 5-00-00
14-06-1631: (ORA Schiedam, Giftboek, Invent. 339, Toeg. 81, folio 8v)
Abraham van Cleeff schepen dezer stede en Adriaen Florisz. Nagel als door de weesmeesters alhier geordonneerde voogden over de weeskinderen van Gerrit Jacobsz. schoenmaker en Aeltgen Goossensdr. beiden zalr verkopen Cornelis Pietersz. (Swanshoeck) schoenmaker 4/5e van een huis en erf gelegen op de Gooistraat daarvan de koper nomine uxoris 1/5e toekomt, belend Z het huis van Roeloff van Rhee en N de Swansteeg, strekkende voor van de Gooistraat tot achter aan de gang van de voorsz. Roeloff van Rhee onder verwijzing naar zeker contract gepasseerd voor Willem Nieupoort de jonge notaris op 22-04-1608, belast met 1 blanck per jr, tbv de Kerk dezer stede, voor 1204 gld 8 p te rekenen voor het gehele huis daarin koper wegens zijn vrouw Maertgen Gerritsdr. 1/5e toekomt, te betalen met 300 gld gereed en voorts in termijnen van 60 gld per jr.
[Recia BT: Cornelis Pietersz. (Swanshoeck) is de zwager van de overleden Gerrit Jacobsz., schoenmaker. Cornelis was eveneens schoenmaker en getrouwd met Maertgen Gerritsdr., de oudere half-zus van Gerrit Jacobsz. Zij was een dochter van de moeder van Gerrit, Maritgen (Maertgen) Arents en haar eerste echtgenoot Gerrit N.N. Deze Maertgen werd door huwelijk van haar moeder met Jacob Arijensz., schoenmaker, diens stief-dochter en oudste (half-)zus van de drie zoons (Hodenpijl) die daarna geboren werden uit het huwelijk van haar moeder Maritgen Arents met Jacob Arijensz., schoenmaker.]
The death of Gerrit / het overlijden van Gerrit
• OUD RECHTELIJK ARCHIEF SCHIEDAM • REGISTER VAN OVERLEDENEN • (Invent.nr. 631)
Folio 35: 1628, Den 12° Julij : Gerrit Jacobsz. schoemaker op de Hoochstraet
Nederlands Hervormde Kerk van Schiedam
(Ontvangsten en Uitgaven van de Kerk 1618 t/m/ 1645, Inventarisnr. 9)
Begraven
Folio 71 verso.
Den 12° Julij 1628 begraven Gerrit Jacobsz. schoenmaker, 2 poosen beluijt 7-00-00
http://home.planet.nl/~vorm/kerkschiedam9.pdf
N E D E R L A N D S E H E R V O R M D E K E R K V A N S C H I E D A M
I N V E N T A R I S N U M M E R 3 2 2
B E G R A V E N V A N D E D O D E N I N D E K E R K
Folio 469.
De noortkercke, dat elfde pleijn.
Dat achste graff:
Hier is in begraven den 12° Julij Gerrit Jacopsz. schoemaecker, 2 graven diep anno 1628.
Hier is in begraven de weduwe van Gerrit Jacopsz. schoemaecker, een graf diep anno 1628 den 20° December.
In de marge:
Modo; Aldert Jacopsen.
Solvit; Pieter Cornelijssen Faes.
Solvit; Gerret Jacopsen schoemaecker ende Allert Jacopsen.
Dese twee broers komt dijt graff in vollen eijgendom tsaemen toe.
Gerrit Jacobsz (HODENPIJL) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aeltgen Goossens NN |