Dinteloord en omliggende gemeenten » Jan Jacobs Bette (1730-1793)

Persoonlijke gegevens Jan Jacobs Bette 


Gezin van Jan Jacobs Bette

(1) Hij is getrouwd met Maria Cornelisse Provillie.

Zij zijn op 2 mei 1755 in ondertrouw gegaan.

Zij zijn getrouwd op 19 mei 1755 te Fijnaart en Heijningen, Noord-Brabant, Nederland, hij was toen 25 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Francina Janse Bette  1756-1812 
  2. Isaak Janse Bette  1757-< 1759
  3. Jacob Janse Bette  1758-????
  4. Isaak Janse Betten  1759-1790 
  5. Adriaan Janse Bette  1761-1783
  6. Joost Jans Betten  1763-1826 


(2) Hij is getrouwd met Dingena (Hendriks) Dirken.

Akte uit het Schepenbankarchief Fijnaart nr. 636, fol.29v-34v.
Regionaal Archief Westbrabant te Oudenbosch.
Staat Inventaris en Taxatie van den Boedel en goederen van wijle Jan Bette in leven Bouwman onder
deze jurisdictie en zulks tot Vindinge der Exportien zijnen meer en minderjarigen Erfgenamen alsmede
den Portie van zijne nagelatene weduwe Dingna Dirke in zijne nalatenschap competerende, en bij
wezen van Dirksz van Sprang als voogd en ter taxatie van de onder getekende B…... Scheepenen.
Vaste Goederen
Eerstelijks eene roeden Lands gelegen in den polders den oude en N Fijnaart groot de nombre van
88.226 roede Lands getaxeert met de Huyzinge Schuurplantages en verdere timmeragen
op f 340 per gemet bed f 30176.2.10
Den Vieren Twintigste Julij 1794 compareerde voor Scheepenen en Secretaris van de Fijnaart Dingna
Dirke weduwe van Jan Betten in leven Bouwman en gewoont hebbende onder dese Jurisdictie en (in
de marge: Aris Groenendijk Schepene des lande van Willemstad en Dirk van Sprang Schepe van de
Heijninge als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Betten)
dewelken verklaarden wel en deugdelijk en schuldig te wezen aan en ten behoeven van Maarten Biert
oud Borgemeester van en woonende onder de Heijningen een kapitale som van twee duisend slands
guldens spruijtende ten zulke van deugdelijke geleende en aangetelde Penningen renuntieerende
mitsdien van de erffeportie van aangetelde gelde en van alle andere haar hier te gensmaar enigsints te
stade komende beloven de voorz somme te zulle restitueeren en weder geven hede over een jaar met
den Intrest vandien (tussengevoegd: 31/2 proct vol int jaar) en bij langer onderhouding belovenz de
Debetrice doen mede te blijve continueere tot de volle en complete volderinge des geheelen Kapitaal
inclusieve
Zullende bij opzegging ofte aflossinge elkandere drie maande te voore moeten waarschouwent tot
naarkominge van het voorsz ver(klaarde) sij Comparante als mede aris groenendijk en Dirk van
Sprang hunne qual(iteit) als voogden over de minderjaarig kinderen van gem. Jan Bette dewelke
verklaaarden te same te verbinden hypothqueeren en ten vasten onderpand te stellen Een hoeve lands
met dezelven timmerage en plantagy bij de Nombre 74B:194 R. Erfflans te Quoh van belastinge
bekend als sijnde vrij en onbelast Prate ?? Chijns en van de gebuurlijke last soude ma(?)…
Aldus verleden in den Fijnaart ten presentie van Nic. Dane en N(?) Oostdijke, Schepenen
Dit (kruisteken) is gestelt door Dingena Dirke (handmerk)
Nicolaas Dane A Groenendijk M.H. Oostdijck DV Sprang (handtekeningen)
Dan de margetekst op de eerste bladzijde:
Dese obligatie hierna weder gepasseert zijnde zo verklaart den debiteur deselve las? Zijne
ondertekening te quiteeren versoekende dat deselfden werde geroijeert en gepasseert Fijnaart 26
augustus Maerten Biert, Nicolaas Dane (Schepen van Fijnaart) CPS Dij
97
Het weer aanzuiveren van geleende gelden, voldoening van obligaties etc.
De akte is een obligatie, een schuldbrief van lening van tweeduizend gulden met vaste rente
en looptijd met als onderpand de hoeve en grond met wat erop staat, alles wat Dingena als
erfgenaam van haar man Jan Betten in eigendom heeft. De voogden van hun minderjarige
kinderen worden er, zoals dat behoort, eveneens bij betrokken. Kan dit geld bedoeld zijn als
uitbetaling van de erfportie van een of meer van de volwassen kinderen? Dan vormt dit een
onderdeel van de latere algehele verrekening, na de verkoop van hoeve en gronden, waar de
erfporties een onderdeel van zullen geweest zijn. Nee, eerder is dit ter voldoening en
retourbetaling van door Jan geleende gelden, gelet op de obligaties zoals ze gevonden worden
in Schepenbank Fijnaart inv. nr. 401, fol.28-30 en idem 65vse-67 en waarbij in de marge de
voldoening door Maarten Biert en Nicolaas Dane wordt bevestigd per 26 en 28 augustus
1794. In het volgende hoofdstuk (Testamenten en nalatenschap) komt het nader aan de orde.
Dit is een familieverhaal, maar wat was er in de grote wereld aan de hand? Er was oorlog!
Compareerden voor Scheepenen en Secretaris van den Fijnaart anders genaamd Vrouw Jacobsland
Jan Betten en des zelfs huijsvrouw Dingena Dirke wonende onder deze jurisdictie Dewelke bijde
bekwaam en genegen zijnde om van hunne tijdelijke goederen te disponeren verklaarden alvorens te
herroepen daat en te niet te doen alle voorgaande Testamenten of makingen van uitterste willen tzij te
zamen ieder alleen ofte met anderen gemaakt geene van dezelve uitgezondert niet willende dat op
dezelven enig regant zal worden genomen.
En nu van nieuws disponeerende verklaarde den Testateur de Eerstervende zijnde Erfgenaamen te
noemen en stellen zijne voorkinderen in voorig huwelik verwekt met wijle Maria Provilij met namen
Francina, Izaak en Joost Betten te zamen voor de legitieme portie hun in zijne Nalatenschap na regte
komende en zijn tegenswoordige huijsvrouw voor zoodanige portie als een zijner gemelte
voorkinderen zal competeeren En stelle verders tot zijne Mede erfgenaam of Erfgenaamen zijne kint of
kinderen in dit zijn tegenwoordig huwelik verwekt of nog te verwekken en wel in het overige gedeelten
zijner nalatenschap onder conditie nogtans dat zijne tegenwoordige huijsvrouw de gemelte kint of
kinderen bij haar door hem Testateur verpligt zal wezen dezelven behoorlik op te voeden en te
alimenteren tot de zoon of zoonen den ouderdom van vierentwintig jaaren en de dogter of dogters den
ouderdom van twintig jaren zullen hebben bereijt mits egter dan zijne tegenwoordige huijsvrouw daar
voor zal genieten de revenuen of ‘tvrugtgebruijk va ‘tgeene gemelte kint of kinderen in zijne
nalatenschap zal koomen en indien dezelven revenuen niet toerijkende waren om de gemelte kint of
kinderen tot den voornoemden ouderdom te alimenteren en op te voeden, zal het aan haar vrij staan
om met kennis van de nagenoemde Voogden daar toe te mogen ampliceren en gebruijken zo danig
gedeelte van t door de kind of kinderen aange erfde capitaal als daar toe benodigt zal wezen.
En de Testatrice verklaarde nu mede ten dispositie komende tot haare eenige en universeelen
Erfgenaam te noemen en stellen haaren tegenwoordigen man den Testateur en dat in alle de goederen
zo roerende als onroeren actien en crediten geene van dien voorbehouden of uijtgezondert waar die
staan gelegen of na overlijden van haar zullen bevonden werden egter mede onder deze mits en
bepaling, dat den Testanteur de kint of kinderen bij haar verwekt en die zij zal komen natelaten
verpligt zal wezen op te voeden en te alimenteeren tot hunnen mondigen dage eerder huwelik of
anderen geaprobeerde staate en als dan aan derzelven uijtterijken en te voldoen de Legitieme Portie
kinderen in de nalatenschap hunner ouders competeerende.
Verkiezende zij Testateuren nopens het versterf van gemelte hunne kint of kinderen het
aasdomsversterfrecht met verwerping van het Scheepensdomsregt.
Stellende zij Testateuren tot Voogden over hunne minderjarige kinderen en Erfgenaamen Aris
Groenendijk bouman wonende onder den Ruijgenhil en Dirk van Sprang bouman wonende onder de
Heijningen gevende aan dezelve zodanige magt kragt en gezag als aan voogden na regten maar
enigzints kan of mag gegeven worden en speciaal met magt van assumptie en surogatie
Sluijtende uit hunnen boedel en nalatenschap de wet of weeskamer deser Heerlijk ofte alwaar hun
lieder sterfhuijs mogt komen te vallen ga dezen gelegen ofte minderjarigen mogten bevonden worden.
Na Duidelike voorlezing verklaarde de Testateuren het voorenstaande wel te hebben verstaan en te
wezen hun testament laatste of uijterste wil willende en begeerende dat hetzelve alzo zal werden
nagekomen en agtervolgt worden tzij als testament Cadicile of zoals het na regten best zal kunnen
bestaan of mogen valideeren
Aldus gedaan en gepasseert ten Huijzen van de Testateuren onder de Jurisdictie van Fijnaart desen 8
september 1783 present de Scheepenen H.J. Oostdijk en H.W. Maris
Jan Betten d dit is het merk van dingena dirke Adriaan Vishoek secret.
Op het eerste folio in de marge staat:
Uitgen.: Den 21. junij 1799 hier van gen: copie uijt: voor Adriaan Radewalt en Wm de Lint als
Voogden over de mind. kind.: wijlen Ding: Dirke
De weeskinderen Betten-Dirke nader bekeken
Voor de vijf minderjarige kinderen uit haar huwelijk met Jan Betten zal Dingena vanwege
haar testament zorgdragen via de voogden en de nalatenschap bij haar overlijden. Voor die
vijf minderjarige wezen Betten-Dirke moest wel heel wat jaren (tot huwelijk dan wel
volwassenheid) gezorgd worden en die zorg en opvoeding werd door de voogden die Dingena
benoemde geregeld (of door de voogden die daartoe later door de Schepenbank werden
aangesteld). Deze vijf weeskinderen zullen in gezinnen van familie dan wel bekenden, dan
wel andere gegadigden, zijn ondergebracht en opgevoed. Bij Francina Vissers, Joost Betten?
Bron http://www.bettecolours.nl/historieboeken/

Zij zijn op 20 december 1778 in ondertrouw gegaan.

Zij zijn getrouwd op 10 januari 1779 te Fijnaart en Heijningen, Noord-Brabant, Nederland, hij was toen 48 jaar oud.


Kind(eren):

  1. Jacob Bette  1780-1842 
  2. Neeltje Bette  1782-????
  3. Neeltje Betten  1787-1859 
  4. Maria Jansz Betten  1788-1837 
  5. Jan Bette  1789-1820 
  6. Janneke Betten  1791-1820 


Notities over Jan Jacobs Bette

Onze jongvolwassen
Johannes Bette komen we echter kort voordat we van zijn ondertrouw en huwelijkssluiting
lezen opeens en onverwacht tegen in een tweetal akten zoals gepasseerd voor de Schepenen
en Secretaris van den Fijnaart en wel een op 28 april 1755 en een huwelijkscontract ‘den
Eersten Meij 1755’. Zijn naam wordt daar verbonden met die van een ons onbekende Maria
Provilij (ook soms Provilie gespeld).
Het blijkt hier onder meer te gaan om het regelen van ‘de legitieme portie’, dat deel van de
nalatenschap dat in ieder geval als wettelijk ‘kindsdeel’ moet worden gelaten; hier volgens
een testament met betrekking tot ene Nicolaas Leest en een opstelling van huwelijkse
voorwaarden met een bepaalde vorm van een langstlevende-testament en een
alimentatieregeling met regeling van voogdschap m.b.t. minderjarige kinderen. Waarom is dat
allemaal nodig, zeker als we bedenken dat dit bepaald niet de algemene gewoonte was?
Uit het document blijkt, dat Jan een vrouw heeft leren kennen en haar wil trouwen. De vrouw
met wie Johannes gaat trouwen is een weduwe, die vanwege haar eerdere huwelijk behalve
hoeve en land ook een aantal kinderen haar nieuwe huwelijk binnenbrengt.30 Het gaat onder
meer om een alimentatieregeling, vanwege verzorging en levensonderhoud met betrekking tot
de kinderen van Jan’s aanstaande vrouw Maria, uit het huwelijk met haar eerste man Nicolaas
Leest. Tevens wordt de aanstaande bruidegom, Jan Bette, voogd over deze kinderen Leest.
Als toeziende voogden worden aangesteld de schepen Cornelis Cnoock, wonende ‘onder de
Klundert’ (wat zoveel inhield als in een van de polders rond Klundert), samen met Maria’s
broer, Isaac Provilij, ‘wonende binnen dese jurisdictie’, dat is in of om Fijnaart. De helft van
het kindsdeel van het erfenisvermogen wordt aan Jan Bette in beheer gegeven, maar zal te
zijner tijd (bij trouwen of meerderjarigheid) aan de kinderen Leest moeten worden uitbetaald.
Welke uitbetaling 22 jaar later inderdaad ook gebeurd is, zoals blijkt uit de marginale
aantekeningen in de zelfde schepenakte.
Op 5 maart van het jaar 1777, dat is ruim nadat moeder Maria Provilij in 1775 overleden was,
toont Jan Bette aan de schepenen en secretaris van Fijnaart door middel van ‘quitantien’ aan,
dat hij aan de vier (!) kinderen Leest die in zijn gezin zijn groot gebracht ieder hun
gerechtelijke portie zoals besproken heeft uitbetaald. Onder meer voor deze voldoening van
erfporties heeft Jan geld geleend op zijn hoeve en gronden en voor Baljuw en Schepenen
obligaties getekend aangaande de leningen daartoe bij Jan Jansse Maris den Oude uit
Willemstad (die als bankier fungeerde) en Maarten Biert uit Oud Heijningen. Bij de
afwikkeling van Jan’s eigen erfenis wordt alles voldaan en uitgewerkt.31 Het gaat hier om de
volgende inmiddels volwassen de kinderen Leest32:
1. Cornelis Nicolase Leest schrijft het geld te hebben ontvangen uit handen van ‘vader’33 Jan Bette’.
Het gaat steeds om de somma van 533 guldens, acht stuivers en 12 penningen, zijnde een vierde
van 2133 guldens vijftien stuivers ‘van mijn vaders Nicolaas Leest nagelaten goet volgens
testament daarvan sijnden actum Nieuwen Fijnaart 15 augustus 1768. Voldaan aan mij, was
getekent, Cornelis Nicolase Leest’.
2. Voor Baatje Nicolasen Leest ontvangt haar man Leendert Adriaan van Dis het geld en hij noemt
daarbij Jan Bette in de bekentenis zijn schoonvader (vanwege zijn huwelijk met Baatje Leest, die
bij Jan en Maria is opgegroeid). Even verder lezen we weer: Leendert van Dis ‘bekent ontvangen te
hebben van vader Jan Bette’ de somma van ‘vijfhondert guldens en drieendertig guldens seven
stuijvers en agt penningen’, dit alles per akte ‘was getekent en voldaan desen 1 julij 1772
Leendert Adriaanse van Dis’.
3. Ik, ondergeschrevene Lauweres Klase Leest bekenne ontvangen te hebben uit handen van mijn
schoonvader (is stiefvader bedoeld) Jan Bette…’en dan hetzelfde bedrag als steeds. Deze bekentenis
van ‘schuldbetaling’ was getekend door Lauworens Nicolasen Leest den 8 oktober 1772.
4. Tenslotte ‘bekent ondergeschreven Jan Betten, wonende in den Nieuwe Fijnaart 34 schuldig te
sijn aan Jan Leest eerstelijk eenen somma van vijfhondertdrie en dertig gulden seven stuijvers
acht penningen dus 533:7,8 spruijtende uijt sijns vaders bewijs volgens akte van vestigting als
nog (te voldoen of voldaan?) … was getekent Jan Betten onderstaand ik bekenne van dese inhoud
voldaan te wesen met een intrest vandien van vader J Bette den 7 Maart 1777, is getekent Jan
Leest.
En alzo hier mede een gehele legitieme in dese nevensgaande gemelt ter somma van f 2133: 10,- is
voldaan versaken dus den comparent cassatie 35 welke hem werd geaccordeert Actum Fijnaart dato
ut Suprimo modent (niet te lezen) den schepen Maris . Dan volgende de handtekeningen van Jan
Betten, J.W. Maris me presente Abm. Musquatier 1777
Voordat Johannes dus zo’n drie weken later, op 19 mei 1755 met Maria Provilij in het
huwelijk zal treden, worden er eerst heel wat belangrijke zaken officieel geregeld
Op tweetal voor het diakenschap
Op zondag 6 december vergadert de kerkenraad van de Hervomde Kerk van Fijnaart en in het
ActaBoek 1733-1784 vinden we in het verslag daarvan de volgende tekst opgenomen:
‘Acta des EerW KerkenRaads van Fijnaart en Heijningen gehouden den 6 Decemb. 1761
Na voorgaande gebeden tot God in den Hemel over de verkiezing van ouderlingen en een diaken
uijt den Fijnaart, zo hebben wij uijt het voorgaande gemelde dobbelgetal verkoren tot Ouderlingen
Jan Burgers en Adriaan Pot, tot Diaken Jan Bette
Actum in onze consist. Den 6 Decem. 1761
Na deze verkiezing is God den Heere dankzegging toegebragt en de vergadering geeijndigt.
Jacobus van den Bogaart, C. Provilij (1761), Stoffel van de Malipaard, J. vdHeijden, F. Moen, J.
Meeuwis Lrsz Van Dis’
Wat verder in de Acta van de Kerkenraad lezen we dat Jan, ook al was hij door de gemeente
gekozen, nog wel wat bezwaren heeft ingevoerd. Jan vindt dat hij niet beroepbaar is, omdat
hij zijn ‘rekening als kerkmeester nog niet gedaan had’ en tevens dat hij voor dit kerkelijke
ambt de benodigde kwaliteiten niet of onvoldoende bezit. Mede door de positieve inspraak en
aanbeveling van zijn schoonvader Cornelis Provilij (uit naam van de kerkenraad) stemt Jan
uiteindelijk in met de verkiesbaarstelling. Wat uit de volgende notulen op te maken valt:
1762
1 Januari 1762
‘De tijd tot bevestiging van Ouderlingen en diaken in hunnen dienst nu op N.Jaars dag daar
zijnde zo zijn de beroepene Ouderlingen Adriaan Pot en Jan Burgers in hunne Bedieningen
7bevestigd ook schoon 72 Jan Bette tot diaken beroepen zig door een brief geaddresseerd aan d’Eeerw.
Kerkenraad geexenseerd 73 had van het diakenschap eensdeels omdat hij oordeelde niet beroepelijk
te zijn, vermits hij zijn rekening als Kerkmeester 74 nog niet gedaan hadde, anderdeels omdat hij
meende tot die Bedieninge niet bequaam te zijn wegens onvermogen, zo heeft hij, Jan Bette zich
door zijnen schoonvader Cornelis Provilie als gedeputeerd uijt naam van Kerkenraad laten
overreden, en is daarom de beroeping hebbende aangenomen op deze ordinaire tijd75 van
Bevestiging na voorgaande drie Kerkelijke proclamatien benevens de voornoemde ouderlingen te
hebben gehad in zijnen dienst ingesegend geworden.
Jan Betten betaalt bij het begraven van zijn vader Jacobus Bette 02-03-1762
Door schuld bezwaard
Een maand later verklaart Jan Bette voor Baljuw, burgemeester en schepenen het volgende:
‘…geeft reverentelijk (=eerbiedig) te kennen Jan Bette, bouwman onder deze jurisdictie dat
deszelfs vader Jacobus Bette onlangs overleden sijnde seer weinige goederen en mogelijk veele
onbekende schulden heeft nagelaten, hij voor als nog niet raadsaam vint den boedel te aanvaarden,
maar te raden is geworden te verkiezen ’t jus deliberandi (=het recht van beraad, dat toegestaan
wordt aan een erfgenaam een vastgestelde tijd te nemen om te besluiten de erfenis al dan niet te
aanvaarden).
Redenen waaromme hij sig is kerende tot Uwe Edelachtbaren met oodmoedig versoek, dat Uwe
Edelachtbaren hem suff.. (ws. sufficient=voldoende) gelieve te verlenen den tijt van drij maanden
om te delibereren (=zich te beraden, overleggen) off hij den Boedel zal aanvaarden off requiduiren
(ws. weigeren) ende inmiddels voor publicatien alle ende een Igelijk aanmanen sijn actie Integeven
en het verschuldigde te betalen mitsgaders de geringe meubeltjes publiquelijck tot gelde te maken
(onderget:) … 1 Apl: 1762…’ 83
Nadat Jan Bette gewesene Diaken90 uijt naam van de kerkenraat door den schoolmeester is
geciteerd geworden om op den 3 februarij zijnde sondag na middag na de tweede Predikatie te
compareren voor onse vergadering, zo is bevonden, dat hij dan niet verschenen is. Waar op den 17
februarij geresolveert is om hem andermaal en dat tegen aanstaande dinsdag smorgen ten 10
uuren, zijnde den 19 febr. door den schoolmeester te laten aanzeggen, van sich op dien tijd zig te
doen zien in onse vergadering,
Hierop is de kerkenraad den 19 Februari vergadert alle leden tegenwoordig uijtgenomen Jan de
Lindt Diaken nadat wij den Naam der Heere hadden aangeroepen so wierd men wederom gewaar
dat Jan Bette niet gekomen was, hierop is de schoolmeester Boekhouder binnengeroepen en hem
gevraagd wat Jan Bette tot hem gezegd hadde, hij hierop antwoorde, dat Jan Bette had gezegd en op
zijn commissie tot antwoord gegeven had dat N.B. als de Kerkenraad hem had te spreken, dat ze
dan aan zijn huijs moeste komen welk onbescheijde en aanstotelijk antwoord (daar men zo
dikmaals in onse huijsbesoeking als hij van onse komst niet wist, en zig hierom van huijs nietkon maken hem thuijs vindende hebben gesproken en onder ’t oog gebragt zijn nalatigheijd in
Gods huijs als aan de Tafel des Heere) van de broederen met de uijterste verwondering en
aandoening is gehoort en overwogen geworden, wat men hierin verder doen zoude, dog nog niets
besluijtende als dat men nog wat zoude hier mede wachten is de vergadering met dankzegging tot
God gescheijden.den 10 Maart zondags namiddags besloten de broederen dat men tegen onbescheijdenheijd niet
genoeg Christelijke bescheidenheijd kan oeffenen, hierom wierden gedeputeerd ten huijze van Jan
Betten twee ouderlingen Cornelis Bresijn en Jan J Maris om hem ’t onderhouden over ’t versuijm
van sijne Christelijke pligten, waarop de genoemde ouderlingen hun commissie hebbende uitgevoert
rapporteerden in onze Vergadering dat zij Jan Bette hebben thuijs gevonden en een wijltijds met
hem hebben gesproken endat hij heeft aangenomen beterschap en naarstiger te zullen te kerk
komen.
Fijnaart en Heijningen, NH Begraven 1770-1802 (deel 8)
Maria Provilij, begraven 14-09-1775 (huijsvrouw van Jan Bette en is overleeden den 10
dito… is begraave… 14 september 1775 onder den Fijnaart… kerkregt 8 gulden 2 maal
geluijt met 2 klokken 2 gulden 9 penningen voor de beste baar 1 gulden 10 penningen
maakt samen 11 gulden 19 penningen en is voldaan
Wat betekenen de vermeldingen in de begraafakte van Maria? Er wordt 8 gulden kerkrecht
door Jan Bette voldaan: meer gewoon was in 1775 het bedrag van 8 stuivers. Twee klokken
hebben twee maal geluid: ‘eens geluijt met een klok’ kostte 12 stuivers. De beste baar was de
duurste. De blauwe baar werd meestal gebruikt en kostte 18 stuivers, de witte baar 6 stuivers.
Van de 49 begrafenissen in Fijnaart gedurende het jaar 1775 waren er 4 die in dezelfde
‘hoogste klasse’ begraven werden als Maria Provilij. Dat waren oud-schepen Willem Maris,
Neeltje van den Burg, de overleden huisvrouw van Jan van Tooren, Geertje Jansse Punt,
overleden huisvrouw van Huijbert Wm Maaris en Maria Koonings, overleden huisvrouw van
Hendrik Jooste Knoock. Mijn conclusie is dat Jan Betten in deze uitgaven niet onder doet
voor de gegoede burgerij of de rijkere boerenstand en daartoe behoort.
De notulen van de kerkenraad (Acta 1733-1784) van de Hervormde Kerk van Fijnaart geven
op de datum 14 december 1775 ervan kennis dat Jan Bette op het ‘dobbelgetal’ is geplaatst
voor de jaarlijkse verkiezing van … ouderlingen. Nota bene drie maanden na het overlijden
van zijn vrouw Maria. Slechts een paar dagen later, 17 december, noteren de acta ‘des Eerw.
Kerkeraat, dat ‘na aan aanroeping van des Heeren allerheijligste en hooggedugten Naam de
ondergeschrevene leden deser vergadering in de vrese Gods zijn gekomen om uijt het
voorgemelde dobbeltgetal zo van Ouderlingen als Diakenen een verkiesing en beroep doen
…’ tot ouderlingen Jan Bette en Arij Gijse Schilperoort, tot Diaken Huijbert Coomans.
1776
1777-1778
Op pagina 17 van deze monografie is aangegeven dat in 1777 door Jan Bette voldaan is aan
vier kinderen Leest in verband met de alimentatieregeling aangaande de gelden van hun
overleden vader Nicolaas Leest. 22 januari 1777 leent hij van Jan Jansen Maris de Oude
(Willemstad) 1500 guldens vanwege het voldoen van ‘legitieme porties’ SA Fijnaart inv. 401.
5 maart van het jaar 1777 toont Jan Bette aan de schepenen en secretaris van Fijnaart door
middel van ‘quitantien’ aan, dat hij uiteindelijk aan de vier (!) kinderen Leest die in zijn gezin
zijn groot gebracht ieder hun gerechtelijke portie, zoals vastgelegd, heeft uitbetaald.
10 juni 1777, dat is bijna twee jaar nadat moeder Maria Provilij in 1775 is overleden, laat Jan
Staat en Inventaris van zijn bezittingen opmaken. In Bijlage I (Brabantse bronnen) wordt
deze interessante eerste Staat en Inventaris vergeleken met die van 25 november 1793, welke
16 jaar later wordt opgemaakt, dan een paar maanden na het overlijden van Jan Bette.98
Zwager Cornelis Cornelisse Provilij is er 10 juni 1777 bij als testamentair aangesteld toeziend
voogd over de minderjarige kinderen van Jan en zijn zuster Maria.
De dag ervoor is Jan Bette mede-comparant bij de approbatie van de Staat en Inventaris en ‘akte van vestigtinge’
van zijn zwager Cornelis Provilij, wiens vrouw Maijke Polak 30-12 1772 is overleden, welke Staat en Inventaris
17 maart 1773 was opgemaakt, ruim drie maanden na haar overlijden. Jan is er ook nu bij aanwezig als testamentair aangestelde voogd over de twee minderjarige dochters van Cornelis Provilij en Maijke Polak
Uit de Staat en Inventaris van Jan Betten uit 177756 valt op te maken dat Jan op dat moment negen
paarden bezat en zestien koeien, 3 varkens en 70 hoenders en hanen. Zijn veestapel was toen in geld
uitgedrukt: aan paarden zo’n 700 guldens waard, aan koeien zeg maar 1000 guldens, de kippen
brengen 40 guldens op en de drie varkens ook 40, dat is samen 1780 guldens. In die tijd een kapitale
som.
In 1793, dat is zestien jaar later, blijkt uit de opgave na zijn overlijden dat er nog 4 paarden zijn die
samen worden getaxeerd op 320 guldens met het ‘betuijg hieronder begrepen’, de 30 koeien zijn
opgeteld op 1276 guldens getaxeerd, de hoenders en hanen worden geschat op 6 guldens en drie
varkens op 90 guldens. De veestapel is in 1793 dan 1692 guldens waard. Hoewel anders
samengesteld is de geldopbrengst van de dieren op de boerderij van Jan Betten en Dingena Dirke in
de laatste zestien jaar bijna gelijk gebleven.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Jan Jacobs Bette?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Jan Jacobs Bette

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Jan Jacobs Bette


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen

  • De temperatuur op 5 februari 1730 lag rond de 4,0 °C. Er was 4 mm neerslagDe wind kwam overheersend uit het westen. Typering van het weer: geheel betrokken. Bron: KNMI
  • Van 1702 tot 1747 kende Nederland (ookwel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) zijn Tweede Stadhouderloze Tijdperk.
  • In het jaar 1730: Bron: Wikipedia
    • 4 februari » De opera Artaserse van de Italiaanse componist Leonardo Vinci gaat in première in Rome.
    • 12 juli » Kardinaal Lorenzo Corsini wordt gekozen tot paus Clemens XII.
    • 16 juli » Kroning van paus Clemens XII in Rome.
  • De temperatuur op 10 januari 1779 lag rond de 2,0 °C. De wind kwam overheersend uit het oost-zuid-oosten. Typering van het weer: geheel betrokken. Bron: KNMI
  • Erfstadhouder Prins Willem V (Willem Batavus) (Huis van Oranje-Nassau) was van 1751 tot 1795 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1779: Bron: Wikipedia
    • 12 april » Spanje neemt deel aan de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog met het Verdrag van Aranjuez
    • 13 mei » Beierse Successieoorlog eindigt met het Verdrag van Teschen dat in Cieszyn gesloten wordt tussen Oostenrijk en Pruisen. Oostenrijk kreeg de Innviertel en deed afstand van de rest van Beieren.
    • 6 december » Première van de opera L'isola disabitata van Joseph Haydn.
  • De temperatuur op 7 september 1793 lag rond de 11,0 °C. De wind kwam overheersend uit het zuid-westen. Typering van het weer: omtrent helder. Bron: KNMI
  • Erfstadhouder Prins Willem V (Willem Batavus) (Huis van Oranje-Nassau) was van 1751 tot 1795 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1793: Bron: Wikipedia
    • 21 januari » Lodewijk XVI van Frankrijk wordt geëxecuteerd door middel van guillotine.
    • 21 januari » Pruisen en Rusland verdelen Polen.
    • 4 maart » George Washington wordt beëdigd voor een tweede termijn als 1e president van de Verenigde Staten.
    • 2 juni » De jakobijnen grijpen de macht in Frankrijk en zetten de girondijnen af. Begin van het Schrikbewind.
    • 10 augustus » Het Louvre in Parijs wordt als museum in gebruik genomen.
    • 9 december » In New York komt American Minerva uit, het eerste dagblad. Het is opgericht door Noah Webster.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Bette

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Bette.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Bette.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Bette (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Hans Prince, "Dinteloord en omliggende gemeenten", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/dinteloord-en-omliggende-gemeenten/I21538.php : benaderd 29 april 2024), "Jan Jacobs Bette (1730-1793)".