zie kopie Volkstelling 1811 op de Website Drewry;
Noot: opvallend is dat Ernst als vermeld staat als 'schrijver' en Jacob valt onder 'schoolgaande kinderen'.
Soetska Boskopu, op.cit. vermeldt de nauwe familiebanden tussen betrokkenen bij de Plantage La Singularité:
"
La Singularité is inderdaad de bijzonderheid omdat voor mij een hoop genealogische knopen verbonden kunnen worden aan deze plantage in mijn speurtocht naar voorouders. Majorina Elizabeth Buschman was de eigenaar, haar broer Ernst Matroos was samen met J.J. karsseboom de administrateur op deze plantage. Johan Francois Durepee was de direkteur en deze Johan Francois Durepee kreeg hulp van Ernst Matroos bij de manumissie van de tot slaaf gemaakte Jacoba, Karel en Carolina Drempt die de naam Durepee kregen bij hun manumissie.
Volgens de Surinaamsche Almanac van 1835 hadden de families Buschman, Matroos, Karsseboom en Durepee, op de plantage La Singularitee assistentie van de blanke officieren J.L. van Heyst en J.L Potgielet om de 230 tot slaaf gemaakte mensen te onderdrukken en aan het werk te houden."
zie Soektsa Boskopu op.cit.
zie Website Drewry voor kopie origineel.
Noot: andere bewoners op dit adres: de vrije kleurlingen
- "E. Matroos 'schrijver'
- Catharina Elisabeth Groenemey 'naaister'
- François Joseph Groenemey ' schoolgaand kind'
- Wolfert Jacob Matroos ' schoolgaand kind'"
- onder Slaven - Negers ' staan vermeld " Africaan; Charmant 'voetebooy'; Colinette 'wascher'"
Noot:
- de naam Wolfert Jacob Matroos is waarschijnlijk een 'Freudiaans foutje'!
- Charmant en Colinette zijn waarschijnlijk van slaafgemaakten; Charmant heb ik niet kunnen herleiden tot een persoon in het Slavenregisters; Colinette is waarschijnlijk Colonette [ 29 jr in ....; ingeschreven door Catharina Elisabeth Groenemeij in 1830; uitgeschreven In executie voor de landsbelastingen dd 29 Aug. 1838
- voetebooy: "voe’tebooi (de, -s), (hist.) huisslaaf. Daar de plaats niet verligt is, gaat een voetebooij (naam van den slaaf, die het werk van lijf en huisknegt verrigt) met een grote vier of agtkante lantaarn, waar in twee a drie kaarsen branden, voor uit, en worden de vrouwen door eenige slavinnen gevolgt (Lammens 1822; 1982: 71). - Etym.: S foetoeboi (foetoe = voet; boi = jongen). Vgl. E footman (foot = voet; man = man) = huisknecht; E boy = jongen, huisjongen. Oudste vindpl. H. Schouten 1787, cit. volgens Lichtveld & V. 182 (Voete-booy)." bron: J. van Donselaar (1989), Woordenboek van het Surinaams-Nederlands, Muiderberg
- Groenemey/ Groenemeij: er bestonden relaties tussen J E Matroos, M E Buschman en C E Groenemeij. Zo was
* Ansje een slaafgemnaakte van M E Buschman per 10 xi 1830, via "inruiling verkregen van C E Groenemeij" en uitgeschreven per 18 -2-1832 via "J.E. Matroos in ruiling gegeven".
* Betje een slaafgemaakte van Helena van C E Groenemeij, "E. Matroos voor het kind" ingeschreven 18 of 16 -11-1830 " Op heden tot geschenk gekregen van C E Groenemeij" ; uitschrijfdatum (...) - Extra informatie uitschrijving Vervalt. Zie Fo 2460; Inv. 5/ fol.2002
Kind(eren):
(2) Hij heeft/had een relatie met Catherina Elisabeth Groenemey.
Pollux Ernst Matroos | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catherina Elisabeth Groenemey |