Rotger wordt steeds tezamen met zijn voorgaande broeders genoemd, onder meer in de overeenkomst van 23.4.1523, die handelt over het eigendomsrecht van het goed of van de landerijen "op den Dyke", die voor de helft zijn eigendom waren; terwijl de andere helft aan zijn broers Hinrick en Borchard toebehoorde. Zij hebben hun deel aan Rotger verkocht. (1)
In 1527 - Dinsdag na Mauritius - verzenden de gebroeders Rotger, Hinrich en Borchert van den Knippenburg een brief aan de bisschop van Munster, Friedrich von Wied. Zij bezwaren zich over het feit, dat hun familielid Heinrich von Herbern, op zijn ouderlijk geërfd goed te Beckendorf in het ambt Walstedde, door enige landsknechten die door de stad Munster tegen Goddert Harmen en diens onderhorigen waren uitgestuurd, werd aangerand, gewond en naar Munster gevoerd. (2)
De 29.6.1529 -op St.Peter en Paul- wordt de stichting van de
St.Katharina vikarie te Osterfeld bekrachtigd. Nadat de St.Katharina vikarie voor meerdere jaren gesticht werd door het gehele kerspel, doch in 't bijzonder door enige personen; bekrachtigen nu: Wyrych van Dhuyn, graaf van Limburg en Falkenstein, heer van Überstein en Broich, als leenheer van de kerk van Dsterfeld, verder de gebroeders Rutgher, Henrich en Borchert van der Knippenburch, alsmede Gosswin Koek pastoor Rutger op dem Steynhuse en Herman vor der Brüghen kerkmeesters, met het weten en willen van het gehele kerspel, maar bijzonder van diegenen, die als voornaamste leden en stichters daartoe bevoegd waren, de vikarie met de gezamenlijke bezittingen en inkomsten, zoals blijkt uit de inhoud van enkele oorkonden, die door de kerkmeesters bewaard worden en om alle tegenstrijdigheden te vermijden, wordt het volgende vastgesteld:
Wyrych van Dhuyn, graaf van Limburg en een van de gebroeders van der Knippenburg, die nu de vacatuur bezit van het huis Knippenburg, zullen de patronaatsheren en gewone leenheren van de vikarie zijn; zij zullen afwisselend binnen de zes maanden, in geval van vacatuur, een priester voorstellen, die de Heilige Schrift kent en godsvruchtig is. Deze priester of geestelijke moet in Osterfeld geboren zijn en binnen een termijn van één jaar na de voorstelling, priester gewijd worden,
Indien er geen kind van het kerspel Osterfeld voorhanden is, zullen zij een keuze doen onder andere kandidaten. De gekozene zal door de zorgen van de pastoor ingekleed worden, die hieraan twee goudgulden zal besteden.
Voor de eerste keer heeft nu de graaf van Limburg het officium verleend aan Diedrich Mollener, die in Qsterfeld geboren werd. De kapelaan zal verplicht zijn iedere week drie missen aan het Katharina-altaar te lezen: iedere zondag een van de Heilige Drie vuldigheid, iedere Dinsdag een van de Heilige Geest en iedere Donderdag een van het Heilig Sacrament, alsook op de feestdagen en bruiloften en andere behoorlijke kerkdiensten in de kerk van Osterfeld De kapelaan moet persoonlijk resideren en dus normaal geen plaatsvervanger aanstellen.(3)
«u»«i»Voetnoten:«/u»«/i»
«i»(1)Stadtarchiv Essen, rep,100, 316, p.79;
(2) S taatsarchiv Munster, Acta crim,26; H.Offenberg, Das Hals- oand Lambert van Oer, Bd,55, Abt,1, p,156;
(3) De oorkonde werd met dezelfde woordelijke inhoud in drievoudig eksemplaar opgesteld: één voor Broich, één voor de Knippenburgen en een derde voor de kerkmeesters van Osterfeld. ( wee kopies zijn in het kerkarchief voorhanden).«/i»
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.