20-01-1585 Jacop V: Jan Jansz Cuijper, M: Betgen
G: Jacop de Backer, van Ruplemonde, ende Maritgen Inghensdr,
Adriaen Gheeritsz huijsvrou, ende Dirck Voppensz schoutssoen,
beiden tot Ridderkerk
Jacob Jansz, kuijper, wonend in de Keijserstraet, verkoopt voor 200 gulden een erf in de Keijserstraet aan Arien Pietersz Vethuijsen die in het Hangh woont. Behalve de koopsom die contant betaald moet worden krijgt hij een zilveren lepel van 5 gulden. Verder worden afspraken gemaakt over gemeenschappelijk gebruik van een gang, het bouwen van een muur en het gebruik van een plaatsje, water afvoer en een toilet. De muur zal lopen tot het erf van de weduwe van Jacob de Heer.
NB: het erf belent ten noorden Cornelis Maertensz, metselaer, ten zuiden de gemeenschappelijke gang; en strekt van de straat tot achter aan het huis van de koper.
35 attestatie of verklaring 04-apr-1634
Jacob Bastiaensz, kuijper in de brouwerije van De Haes, 36 jr, en Barent Schrijvers, gewezen kuijper in de brouwerije van De Witte Leeuw, 26 jr, en Huijch Vassen, sleper, 41 jr, verklaren op verzoek van Jannetgen Jans, brouster alhier, weduwe van Cornelis Willemsz Clercq van Breda, wonend te Woerden, dat het bij de gemeene brouwers gebruik is dat zij hun scharrebieren uitzetten in tonnen met 2 bodems, en de bomgaten met een losse bom bedekt.
Jacob Jansz Kuiper |