Sie ist verheiratet mit Isaäc Emanuel ROODVELDT.
Sie haben geheiratet am 5. Januar 1876 in Amsterdam, Netherlands , sie war 21 Jahre alt.Quelle 8
Kind(er):
Eva Samuel HOEPELMAN | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1876 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Isaäc Emanuel ROODVELDT |
Heden, zeventien Augustus negentienhonderd vier zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Emanuel Roodveldt, venter, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige zoon van Isaac Roodveldt, venter en Eva Hoepelman, wonende alhier, ten eenre en
Rebecca Voet, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud zeven en twintig jaren, meerderjarige dochter van Andries Simon Voet, werkman en Leentje Park, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden beider ouders voor ons tegenwoordig, toe te stemmen in deze echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den zevenden en veertienden dezer.
Wij hebben hun afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn.Nadat deze vraag door hen bevestigend beantwoord werd, hebben wij, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Izaac Voet, broeder der echtgenoote, werkman, oud drie en dertig jaren, ? Park, oom der echtgenoote, werkman, oud vier en zestig jaren, Salomon Blitz, oom der echtgenoote, koopman, oud drie en vijftig jaren en Hartog Voet, broeder der echtgenoote, koompan oud vijf en dertig jaren, allen wonende alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, na vorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is ondertekend, uitgezonderd de echtgenoote, hare ouders en de moeder des echtgenoots, die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Heden twee Juni negentienhonderd negen zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Salomon Roodveldt, sjouwerman, geboren en wonende alhier, oud dertig jaren, meerderjarige zoon van Isaac Roodveldt, sjouwerman en Eva Hoepelman, wonende alhier en
Judith Kokernoot, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig jaren, meerderjarige dochter van Abraham Kokernoot, werkman, en Naatje Reens, wonende alhier. De ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den direentwintigsten en dertigsten Mei laatstleden.
Ik heb de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Hessel Presser, diamantversteller, oud vijf en vijftig jaren, Jacob Reens, oom der echtgenoote, oud vijftig jaren, Hartog van Collem, fruithandelaar, oud acht en dergig jaren en Mozes Kokernoot, broeder der echtgenoote, koopman, oud vier en twintig jaren, allen wonende alhier. De echtgenoote verklaarde niet te kunnen naamteekenen als hebbende geen schrijven geleerd.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Heden, twee November negentienhonderd vier, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Jacob Roodveldt, venter, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, minderjarige zoon van Isaac Roodveldt, venter en Eva Hoepelman, wonende alhier, ter eene zijde en
Rebecca Fransman, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, minderjarige dochter van Emanuel Fransman, venter en Sientje Kroonenberg, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden beider ouders, voor ons tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den zestienden en drie en twintigsten October laatstleden.
Wij hebben hun afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vraag door hen bevestigend beantwoord werd, hebben wij, in naam de wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Joachim Fransman, neef der echtgenoote, koopman, oud een en dertig jaren, Salomon Kroonenberg, neef der echtgenoote, koopman, oud acht en twintig jaren, Aron Loos, winkelier, oud drie en vijftig jaar en Jacob Rodriges, koopman, oud acht en twintig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, naar voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de moeder des echtgenoots en de ouders der echtgenoote, die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Op heden den vijfden Januari Achttienhonderd zes en zeventig, zijn voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, in het huis der Gemeente, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan
Isaac Roodveldt, sjouwerman, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, minderjarige zoon van Emanuel Isaac Roodveldt, sjouwerman en Sara Salomon Blitz, wonende alhier, ter eenre en
Eva Hoepelman, zonder beroep, geboren en wonende ahier, oud zeven en twintig jaren, meerderjarige dochter van Salomon Jacob Hoepelman, overleden en Sara Levie Lever, zonder beroep, wonende alhier, ter andere zijde. En verklaarden de ouders des bruidegoms en moeder der bruid voor ons tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit Huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den zes en twintigsten December des vorigen jaars en den tweeden dezers. Voorts zijn aan ons overgelegd ten eersten de geboorteacten der verloofden, ten tweeden de doodsakte van den vader der bruid.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn: hetwelk door hen, uitdrukkelijk met Ja, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van
Jacob Hoepelman, broeder der Echtgenoote, venter, oud vijf en veertig jaren, Mozes Hartog Bromet, schijvenschuurder, oud vijf en twintig jaren, Eliazer Sluijzer, sjouwerman, oud drie en veertig en ...., bode, oud drie en vijftig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, door de Komparanten, de Getuigen en ons in onderteekend, uitgezonderd de Echtgenoote en de beide moeders, die verklaarden niet te kunnen schrijven.
Op heden vijf en twintig October achttienhonderd negen en negentig, zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente, verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan
Hartog Walvis, sjouwerman, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig jaren, meerderjarige zoon van Levie Walvis, venter en Judic de Korte, wonende alhier, ter eenre en
Sara Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud twee en twintig jaren, minderjarige dochter van Isaac Roodveldt, werkman en Eva Hoepelman, wonende alhier, ter andere zijde en verklaarden beider ouders voor ons tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den vijftienden en twee en twintigsten dezer.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijkschen staat verbonden zijn, hetwerlk door het uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnde, hebben wij, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
In tegenwoordigheid van Cornelis Kleis Lanting, ambtenaar, oud drie en dertig jaren, Tebert Johannes Imeken, bode, oud zes en vijftig jaren, Jan Schubart, bode, oud vijf en vijftig jaren en Adrianus van Dieren, bode, oud zeven en dertig jaren, wonende allen alhier.
En is hiervan door ons opgemaakt deze akte, die, na voorlezing, door de getuigen en ons is onderteekend, uitgezonderd de echtgenooten en beider ouders, die verklaarden niet te kunnen schrijven, tevens goedkeurende de doorhaling van twee gedrukte woorden.
Heden, achttien Juni negentienhonderd negentien, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Hartog Hakker, broodbakker, geboren en wonende alhier, oud negenentwintig jaren, meerderjarige zoon van Mozes Hakker en Saartje Lierens, bieden overleden en
Aaltje Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud dertig jaren, meerderjarige dochter van Isaac Roodveldt, overleden en Eva Hoepelman, zonder beroep, wonende alhier.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den zevenden dezer maan.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Jacob Schuitevoerder, sigarenmaker, oud zevenendertig jaren, en Salomon Vos, sigarenmaker, oud zevenentwintig jaren, beiden wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Heden, drie en twintig Augustus negentienhonderd elf, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Levie Roodveldt, koopman, geboren en wonende alhier, oud vijf en twintig jaren, meerderjarige zoon van Isaac Roodveldt, koopman, en Eva Hoepelman, zonder beroep, beiden wonende alhier en
Heintje van Thijn, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vier en twintig jaren, meerderjarige dochter van Abraham van Thijn, werkman en Mietje Presser, zonder beroep, beiden wonende alhier. De ouders des bruidegoms verklaarden voor mij tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den vijf en twintigsten Juni en den tweeden Juli laatstleden. Bij deze akte is tevens overgelegd een proces-verbaal van tusschenkomst van de Recher in het Kanton Amsterdam, waaruit blijkt dat de ouders der bruid op de oproep niet zijn verschenen.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Benjamin van Linda, barbier, oud een en twintig jaren, Salomon Roodveldt, broeder der echtgenoots, koopman, oud twee en dertig jaren, Jozef Wegloop, venter, oud drie en twintig jaren en Meijer Kloos, werkman, oud vijf en zeventig jaren, allen wonende alhier. De echtgenoote en de moeder des echtgenoots verklaarden niet te kunnen naamteekenen, als hebbende geen schrijven geleerd.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.