1001 stambomen » Mr. Cornelis Fock (1828-1910)

Persönliche Daten Mr. Cornelis Fock 

Quellen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17Quellen 1, 3, 4, 7, 8, 10, 13, 14, 16, 17, 18

Familie von Mr. Cornelis Fock

Er ist verheiratet (burgerlijke stand) mit Marie Anne Uyttenhooven.Quellen 1, 3, 4, 7, 8, 13, 14, 17, 19, 20, 21, 22, 23, 24

Bron Burgerlijke stand - Huwelijk
Archieflocatie Zeeuws Archief
Algemeen Toegangnr: 25.128
Gemeente: Vlissingen
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 40
Datum: 28-06-1854
Bruidegom Cornelis Fock
Leeftijd: 25
Geboorteplaats: Amsterdam
Bruid Maria Anna Uijttenhooven
Leeftijd: 24
Geboorteplaats: Vlissingen
Vader bruidegom Abraham Fock
Moeder bruidegom Alida Johanna van Heekeren
Vader bruid Dirk Uijttenhooven
Moeder bruid Jacoba Ermerins

Die Eheerklärung wurde am 7. Juni 1854 zu Vlissingen, Zeeland, Nederland gegeben.

Sie haben geheiratet am 28. Juni 1854 in Vlissingen, Zeeland, Nederland, er war 25 Jahre alt.Quelle 16


Kind(er):

  1. Abraham Fock  1855-1932
  2. Dirk Fock  1858-1941 
  3. Cornelis Fock  1871-1959 


Notizen bei Mr. Cornelis Fock

FOCK, Cornelis (1828-1910)
Fock, Cornelis, burgemeester, minister van Binnenlandse Zaken en commissaris des Konings (Amsterdam 29-11-1828 - 's-Gravenhage 9-5-1910). Zoon van Abraham Fock, president van De Nederlandsche Bank, en Alida Johanna van Heekeren. Gehuwd op 28-6-1854 met Maria Anna Uijttenhooven (1830-1909). Uit dit huwelijk werden 3 zoons en 1 dochter geboren.
De familie Fock behoorde tot de in de 19de eeuw in de Amsterdamse financiële wereld machtige doopsgezinde clan, die de naam had hard te werken, sober te leven en zeer rijk te zijn. Na de Franse school te hebben bezocht werd Cornelis in 1848 student aan het Athenaeum Illustre in de hoofdstad, terwijl hij zich tegelijkertijd inschreef voor de rechtenstudie aan de Utrechtse hogeschool. Daar promoveerde hij op 5 juni 1852 bij de hoogleraar J. van Hall op De polizza adsecuratoria quae Amstelodami in causis maritimis adhiberi solet, ad codicis mercatorii normam exacta , een proefschrift over de ontwikkeling van de verzekeringspolis in de zeehandel. Vervolgens vestigde hij zich in zijn geboortestad in afwachting van een bestuurlijke baan. In 1853 publiceerde hij er een brochure Over het armwezen , waarin hij pleitte voor grote investeringen in nijverheid door de 'kapitalisten' en voor het overlaten van de armenzorg aan de kerken. Dit liberale standpunt bleef hij zijn leven trouw sinds hij in zijn studententijd, naar eigen zeggen, overtuigd Thorbeckiaan geworden was.
Fock had nauwelijks de voorgeschreven minimumleeftijd van 25 jaar bereikt toen hij in december 1853 werd benoemd tot burgemeester en tevens gemeentesecretaris van Vreeland en Nigtevecht. Bovendien werd hij het jaar daarop kantonrechter-plaatsvervanger in Loenen. Zo begon zijn carrière in de 'Menistenhemel' aan de Vecht. In januari 1855 stapte Fock als burgemeester over naar Wijk bij Duurstede, waar sinds de Aprilbeweging van 1853 slaande ruzie heerste tussen katholieken en protestanten. Doortastend en energiek wist Fock de rust te herstellen - ten koste van de katholieken - en slaagde hij er zelfs in de begroting weer sluitend te maken.
Focks succes als burgemeester van Wijk bij Duurstede leidde in december 1859 tot zijn benoeming in Haarlem. Hij reorganiseerde er het ambtenarenapparaat door degenen die niet voldeden te ontslaan en degenen die wel voldeden een salarisverhoging te geven. Fock kreeg hierdoor de naam een 'dure burgemeester' te zijn. Zijn grootste trots was de oprichting te Haarlem in 1864 van de Hoogere Burger School (HBS), een nieuw type van onderwijs voor de kinderen van de 'nijvere middenklasse'. Hoewel hij door zijn uitgesproken liberale stellingnamen de conservatieven tegen zich in het harnas joeg, was Fock over het algemeen een zeer gezien burgemeester. Zijn populariteit leidde op 21 februari 1861 tot zijn verkiezing tot lid van Provinciale Staten en in juli 1861 tot gemeenteraadslid. In deze colleges zou hij respectievelijk tot 1868 en tot 1866 zitting hebben.
In februari 1866 werd Fock benoemd tot burgemeester van Amsterdam, waar, na het zwakke bewind van de conservatieve J. Messchert van Vollenhoven, een krachtige hand vereist werd. Focks reputatie van energiek en doortastend bestuurder maakte hij in zijn geboortestad opnieuw waar. De secretarie werd gereorganiseerd en overtollige ambtenaren werden ontslagen. Aan het openbaar onderwijs besteedde hij, net als in zijn vorige standplaatsen, veel aandacht. Voor de zijns inziens noodzakelijke scholenbouw in alle wijken van de stad sloot Fock een lening van f 1.300.000, een voor die tijd zeer hoog bedrag. De HBS bezorgde hij een nieuwe behuizing, en als curator reorganiseerde hij het natuur-, wis- en geneeskundig onderwijs aan het Athenaeum Illustre. Maar Fock moest ook tegenslagen incasseren. Na de hoge uitgaven voor het onderwijs sneed de gemeenteraad - waarin hij in 1867 en 1868 zelf zitting had - hem uiteindelijk de pas af inzake de oprichting van een nieuw ziekenhuis en de aanleg van een spoorlijn naar het havenfront aan het IJ.
Als burgemeester van Amsterdam had Fock een moeizame verhouding met het conservatieve kabinet-Van Zuylen van Nijevelt-Heemskerk Azn. (1866-1868), waarvan de ministers hem binnenskamers weinig vleiend typeerden als die 'roode kanker', dat 'canaillepak' of die 'kleine kwast'. Deze verhouding liep uit op ruzie, toen minister van Binnenlandse Zaken J. Heemskerk Azn. de burgemeester in december 1867 mondeling dreigde alle rijkssteun bij de aanleg van het Noordzeekanaal in te trekken, indien Fock zijn voornemen om het kabinet bij de verkiezingen niet te steunen zou uitvoeren. Een half jaar later was dit ministerie evenwel verdwenen, en op 4 juni 1868 kreeg de Amsterdamse burgemeester - op verzoek van onder anderen Thorbecke - zelf de leiding over het departement van Binnenlandse Zaken.
De meeste bewindslieden in het door Thorbecke geformeerde kabinet-Van Bosse-Fock beschikten niet over parlementaire ervaring. Toch was dit ministerie zeldzaam vruchtbaar in zijn wetgevende arbeid; het kon namelijk twee jaar lang op veel medewerking rekenen vanwege de algemene behoefte olie op de politieke golven te gieten. Tientallen wetsontwerpen werden snel en bekwaam door de Kamers geloodst. Door afschaffing van onder andere het cultuurstelsel, het dagbladzegel, de doodstraf, openbare straffen, octrooien, vervoerbelemmerende bepalingen, de departementen van eredienst en het oude stelsel van maten en gewichten trachtte het kabinet de samenleving te liberaliseren. Ook Fock had hierin zijn aandeel. Daarnaast verlaagde hij de census voor het kiesrecht en herschikte hij de kiesdistricten ten gunste van de liberalen. Opnieuw had het openbaar onderwijs zijn voorliefde. Tot verontwaardiging van de Groenianen en vele katholieken wees Fock elke verandering van de schoolwet van 1857 of een soepele uitleg van de wetsbepalingen ten gunste van de confessionelen met kracht van de hand. 'Rome en Dordt' bedreigden volgens hem het hart van de Nederlandse samenleving. Voor de bewaarscholen en voor het hoger onderwijs, dat hij wilde beperken tot twee universiteiten, maakte Fock wetsontwerpen, die op veel tegenstand stuitten, onafgehandeld bleven en door een volgend kabinet werden ingetrokken. De armenwet van 1854 veranderde hij zo, dat de uitkeringen aanzienlijk werden beknot. In de geest van zijn brochure van 1853 beperkte hij de staatshulp tot politietoezicht.
Uiteraard reorganiseerde Fock - samen met secretaris-generaal P.F. Hubrecht - met voortvarendheid zijn departement. Voor alle functies voerde hij een vergelijkend toelatingsexamen in. Eerder dan alle ambtenaren zat Fock elke dag achter zijn bureau. Van lang overleg hield hij niet, en wie zijn werk niet op tijd gereed had, kreeg ontslag. Er waren immers, aldus de minister, veel te veel onnutte ambtenaren. Verder bracht hij werkbezoeken aan de provincies om het bestuur op provinciaal en lokaal niveau in de gaten te houden, en om ambtenaren of burgemeesters die niet voldeden te kunnen ontslaan.
Geleidelijk kwam het kabinet Van Bosse-Fock aan drie kanten klem te zitten, namelijk tussen koning Willem III, die die 'tegenwoordige troep' (: de ministers) zo spoedig mogelijk wilde opruimen en op alle manieren tegenwerkte, tussen Thorbecke, de geestelijke vader van het kabinet, die wilde dat het in alles zijn lijn zou blijven volgen, en tussen de liberale meerderheid in het parlement, die verdeeld bleef, onderling ruziede en uiteindelijk de ministers geen hechte steun gaf.
Toen twee ministers in de chaotisch verlopen mobilisatie en demobilisatie tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870 een aanleiding zagen op te stappen en twee andere bewindslieden overwogen hun voorbeeld te volgen, trachtten de drie overgebleven ministers - onder wie Fock - aanvankelijk het kabinet te reconstrueren. Op dringend advies van Thorbecke boden twee van hen eveneens hun ontslag aan, maar Fock zelf was niet bereid voor hem te wijken. Zijn eenzame strijd tegen de liberale leider bleek uitzichtloos. Mogelijke ministerskandidaten weigerden, en de Thorbeckiaanse pers hoonde het demissionaire kabinet weg als 'hazepeper zonder haas', in casu Thorbecke. Op 5 december 1870 staakte Fock zijn pogingen, Thorbecke bittere verwijten makend over de ondervonden tegenwerking. Een maand later, op 4 januari 1871, moest Fock zijn portefeuille van Binnenlandse Zaken overdragen aan dezelfde Thorbecke. Deze beloofde hem ervoor te zullen zorgen dat hij niet lang thuis hoefde te zitten 'koekeloeren'.
Intussen bleek de oud-burgemeester in zijn vroegere standplaatsen Haarlem en Amsterdam nog steeds zo populair onder de kiezers, dat beide districten hem met overweldigende meerderheid in juni 1871 als lid van de Tweede Kamer kozen, dit niettegenstaande het feit dat hij tevoren in Haarlem had laten weten in geval van keuze voor de hoofdstad te zullen opteren. In Amsterdam had hij de kiezers niet gewaarschuwd voor zijn voornemen niet lang in de Kamer te blijven. Zijn verkiezingscampagne had in het teken gestaan van de strijd tegen de pretenties van 'Rome en Dordt', die het ware liberalisme bedreigden; 'Our deadly fiend de held van de stembus!', verzuchtte de antirevolutionaire voorman A. Kuyper dan ook bij deze gelegenheid.
Thorbecke zag uiteraard zijn verbitterde voorganger liever niet in de Kamer en benoemde hem op 11 november 1871 tot commissaris des Konings in Zuid-Holland. Ook hier schoonde Fock onmiddellijk het ambtenarenapparaat. Hij reduceerde het aantal provinciale ambtenaren van 33 tot 26 en voerde een vergelijkend toelatingsexamen in voor alle functies als een effectieve barrière tegen volontairs en verzoeken om baantjes voor verwanten of vrienden. Focks kracht als commissaris lag vooral in het directe contact met gemeentebestuurders. Als oud-burgemeester kende hij alle bijzonderheden en problemen van de plaatselijke overheid. Door de burgemeesters werd hij dan ook over het algemeen zeer gewaardeerd.
Met Gedeputeerde Staten kon de commissaris echter minder goed overweg: zijn nogal autoritaire aanpak wekte hier weerstand. Met de aanstelling van F.H.J. Tavenraat tot griffier in 1878 werd de positie van Focks tegenstanders aanzienlijk versterkt. Vooral met P.L.F. Blussé, gedeputeerde van 1876 tot 1901, kwam hij in aanvaring, toen deze wist te bereiken dat er in wegen en verkeer, alsmede in de oprichting van een provinciale Waterstaat zou worden geïnvesteerd, wat niet strookte met Focks zuinigheidspolitiek. Wat begon als een principieel verschil van mening ontaardde allengs in een persoonlijke controverse, waarin Blussé en Tavenraat de hoofdrol speelden. In september 1882 barstte de bom. Gedeputeerde Staten en de griffier wendden zich eensgezind tot de minister van Binnenlandse Zaken en deelden hem mede dat verdere samenwerking met de commissaris onmogelijk was. Minister C. Pijnacker Hordijk (1882-1883) stelde in feite Fock in het ongelijk door duidelijk te maken dat deze besluiten van Gedeputeerde Staten diende te respecteren of voor vernietiging voor te dragen, maar ze niet mocht saboteren door ze bij gemeentebesturen te bagatelliseren. De verhouding met Gedeputeerde Staten zou tot het einde van zijn ambtsperiode moeizaam blijven.
De angst voor en de afkeer van het verbond tussen 'Rome en Dordt' werden Fock op den duur tot een obsessie. De groeiende politieke invloed van de zich emanciperende gereformeerden en katholieken verontrustte hem in toenemende mate. Kandidaten van uitgesproken confessionele signatuur maakten bij hem dan ook weinig kans te worden voorgedragen voor het ambt van burgemeester of notaris. Werden er wel dergelijke kandidaten door de regering benoemd, dan wist Fock spoedig hun ongeschiktheid aan te tonen. Toen de situatie tijdens het kabinet-Pierson (1897-1901) ten slotte onhoudbaar werd, wist de minister van Binnenlandse Zaken de 71-jarige, maar nog altijd even hard werkende commissaris in januari 1900 ertoe te bewegen ontslag te nemen. Juichend schreef het antirevolutionaire dagblad De Standaard dat hiermee een einde kwam aan 'een liberalistisch schrikbewind'.
Als burgemeester was Fock een ijverig en doortastend bestuurder. Voor het politieke spel dat de functies van minister en commissaris des Konings met zich bracht, bleek hij evenwel te rechtlijnig, waardoor hij het zichzelf en anderen uitermate moeilijk kon maken. Deze starheid uitte zich ook in een onbegrip voor de veranderende tijden, een onbegrip dat met het klimmen der jaren nauwelijks nog door zijn niet verflauwende werkkracht, plichtsbesef en bestuurlijke doortastendheid kon worden gecompenseerd.
A: Collectie-C. Fock (met o.a. memoires, correspondentie en persoonlijke jaaroverzichten) in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage.
L: H.W. van Sandick, 'Mr Cornelis Fock', in Amsterdamsche Courant , 28-11-1898; J.A. Levy, 'Mr Cornelis Fock', in De Amsterdammer , 15-5-1910; C.W. de Vries, Overgrootvader koning Willem III (Amsterdam 1951); P. van Schilfgaarde, 'De liberale politiek in de laatste jaren van Thorbecke', in Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap 75 (1960) 115-146; Th. van Tijn, Twintig jaren Amsterdam. De maatschappelijke ontwikkeling van de hoofdstad van de jaren '50 der vorige eeuw tot 1876 (Amsterdam 1965); J.J. Huizinga, J. Heemskerk Azn. (1818-1897). Conservatief zonder partij (Harlingen 1973); Anne Doedens, Nederland en de Frans-Duitse oorlog. Enige aspecten van de buitenlandse politiek en de binnenlandse verhoudingen van ons land omstreeks het jaar 1870 (Zeist 1973); Memoires van een enfant terrible. Politieke herinneringen van de Zeeuwse liberale afgevaardigde mr. Daniël van Eck aan vijfendertig jaar Kamerlidmaatschap, 1849-1884 . Onder red. van C.A. Tamse (Middelburg 1975); J.P. Duyverman, Uit de geheime dagboeken van Æneas Mackay, dienaar des Konings, 1806-1876 (Houten 1987); P.G. van IJsselmuiden, Binnenlandse Zaken en het ontstaan van de moderne bureaucratie in Nederland, 1813-1940 (Kampen 1988); J.G. Kikkert, Koning Willem III (Utrecht 1990); J.W. Janssens, De commissaris van de koningin. Historie en functioneren ('s-Gravenhage 1992); W. Otterspeer, De wiekslag van hun geest. De Leidse universiteit in de negentiende eeuw (Leiden 1992); P. Hofland, Leden van de Raad. De Amsterdamse gemeenteraad, 1814-1941 (Amsterdam 1998).
I: Honderd jaar Provinciale Waterstaat in Zuid-Holland ('s-Gravenhage 1975) 39.
G.A.M. Beekelaar
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 5 (Den Haag 2002)
Laatst gewijzigd op 13-03-2008
========
Achternaam: Fock
Voornaam: Cornelis
Geboortedatum: 1828-11-29
Geboorteplaats: Amsterdam
Bron: RHC Vecht en Venen
gemeente Vreeland, 1811-1964
bevolkingsregistratie, 1850-1923
deel 1, bevolkingsregister, 1850-1861, blz. 144
inv.nr.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Mr. Cornelis Fock?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Mr. Cornelis Fock

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Abbildung(en) Mr. Cornelis Fock

Vorfahren (und Nachkommen) von Cornelis Fock


Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Verwandschaft Mr. Cornelis Fock



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Quellen

  1. Geboorte Alida Johanna Jacoba Fock, WIE33665161
    hoofdpersoonnaam=Alida Johanna Jacoba Fock
    hoofdpersoongeslacht=Vrouw
    hoofdpersoongebdatum=30-11-1865
    hoofdpersoongebplaats=Haarlem
    hoofdpersoonvader=Cornelis Fock
    hoofdpersoonmoeder=Marie Anna Uijttenhooven
    gebeurtenis=Geboorte
    aktedatum=01-12-1865
    akteplaats=Haarlem
    erfgoedinstelling=Noord-Hollands Archief
    aktenummer=01-12
    brontype=BS Geboorte
    Instellingsplaats=Haarlem
    Collectiegebied=Noord-Holland

    [[Ingelezen met BSGeboorte.sc 2.9]]
  2. Overlijdensbericht van Marie Anne Uyttenhooven, AB0133
  3. Huwelijk Dirk Fock, WIE98629687
    [[
    hoofdpersoonnaam=Dirk Fock
    hoofdpersoonberoep=advocaat procureur gerechtshof NI
    hoofdpersoonleeftijd=23
    partnernaam=Wilhelmina Catharina Cornelia Doffegnies
    partnerberoep=Particuliere
    partnerleeftijd=23
    hoofdpersoonvader=Cornelis Fock
    hoofdpersoonvaderberoep=commissaris des konings provincie Zuid-Holland
    hoofdpersoonmoeder=Maria Anna Uijttenhoven
    hoofdpersoonmoederberoep=Particuliere
    partnervader=Johannes Joseph Doffegnies
    partnervaderberoep=inspecteur van de posterijen
    partnermoeder=Sara Maria Rookmaker
    partnermoederberoep=Particuliere
    get1=Felix Doffegnies
    get1beroep=ciciel ingenieur
    get1leeftijd=25
    get2=Jacob Fock
    get2beroep=directeur Nederlansche Bank
    get2leeftijd=64
    get3=Louis Eliza Uijttenhoven
    get3beroep=Controleur der Directe Belastingen
    get3leeftijd=41
    get4=Arend Frederik Meijer
    get4beroep=kapitein luitenant ter zee
    get4leeftijd=45
    trdatum=30-06-1881
    trplaats='s-Gravenhage
    gebeurtenis=Huwelijk
    aktedatum=30-06-1881
    akteplaats='s-Gravenhage
    archief=0335-01
    erfgoedinstelling=Haags Gemeentearchief
    Registratienummer=683
    aktenummer=475
    brontype=BS Huwelijk
    Instellingsplaats=Den Haag
    Collectiegebied=Zuid-Holland
    Collectie=Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage
    Boek=Huwelijksakten Den Haag
    ]]

    [[Ingelezen met BSHuwelijk.sc 305]]
  4. Geboorte Dirk Fock, WIE28692258
    [[
    hoofdpersoonnaam=Dirk Fock
    hoofdpersoongeslacht=Man
    hoofdpersoongebdatum=19-06-1858
    hoofdpersoongebplaats=Wijk bij Duurstede
    hoofdpersoonvader=Cornelis Fock
    hoofdpersoonmoeder=Maria Anna Uijttenhooven
    gebeurtenis=Geboorte
    aktedatum=21-06-1858
    akteplaats=Wijk bij Duurstede
    archief=481
    erfgoedinstelling=Het Utrechts Archief
    Registratienummer=765-02
    aktenummer=45
    brontype=BS Geboorte
    Instellingsplaats=Utrecht
    Collectiegebied=Utrecht
    Collectie=Burgerlijke Stand van de gemeenten in de provincie Utrecht 1811-1902
    Boek=Wijk bij Duurstede 1858
    ]]

    [[Ingelezen met BSGeboorte.sc 305]]
  5. Overlijdensbericht van Cornelis Fock, AB0134
  6. BS Geboorteregister, BSG002
  7. Overlijden Cornelis Fock, WIE99032514
    [[
    hoofdpersoonnaam=Cornelis Fock
    hoofdpersoonberoep=zonder beroep
    hoofdpersoonleeftijd=87
    hoofdpersoongebplaats='s-Gravenhage
    hoofdpersoonovldatum=01-07-1959
    hoofdpersoonovlplaats='s-Gravenhage
    partner=Jacoba Wilhelmina Noorduijn
    hoofdpersoonvader=Cornelis Fock
    hoofdpersoonmoeder=Marie Anne Uyttenhooven
    gebeurtenis=Overlijden
    aktedatum=02-07-1959
    akteplaats='s-Gravenhage
    archief=0335-01
    erfgoedinstelling=Haags Gemeentearchief
    Registratienummer=1781
    aktenummer=A1413
    brontype=BS Overlijden
    Instellingsplaats=Den Haag
    Collectiegebied=Zuid-Holland
    Collectie=Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage
    Boek=Overlijdensakten Den Haag
    ]]

    [[Ingelezen met BSOverlijden.sc 305]]
  8. Geboorte Abraham Fock, WIE28545459
    [[
    hoofdpersoonnaam=Abraham Fock
    hoofdpersoongeslacht=Man
    hoofdpersoongebdatum=09-09-1855
    hoofdpersoongebplaats=Wijk bij Duurstede
    hoofdpersoonvader=Cornelis Fock
    hoofdpersoonmoeder=Maria Anna Uijttenhooven
    gebeurtenis=Geboorte
    aktedatum=10-09-1855
    akteplaats=Wijk bij Duurstede
    archief=481
    erfgoedinstelling=Het Utrechts Archief
    Registratienummer=764-17
    aktenummer=57
    brontype=BS Geboorte
    Instellingsplaats=Utrecht
    Collectiegebied=Utrecht
    Collectie=Burgerlijke Stand van de gemeenten in de provincie Utrecht 1811-1902
    Boek=Wijk bij Duurstede 1855
    ]]

    [[Ingelezen met BSGeboorte.sc 305]]
  9. Biografisch Woordenboek van Nederland 5 (Den Haag 2002), AB0013
    FOCK, Cornelis (1828-1910)
    Fock, Cornelis, burgemeester, minister van Binnenlandse Zaken en commissaris des Konings (Amsterdam 29-11-1828 - 's-Gravenhage 9-5-1910). Zoon van Abraham Fock, president van De Nederlandsche Bank, en Alida Johanna van Heekeren. Gehuwd op 28-6-1854 met Maria Anna Uijttenhooven (1830-1909). Uit dit huwelijk werden 3 zoons en 1 dochter geboren.
    De familie Fock behoorde tot de in de 19de eeuw in de Amsterdamse financiële wereld machtige doopsgezinde clan, die de naam had hard te werken, sober te leven en zeer rijk te zijn. Na de Franse school te hebben bezocht werd Cornelis in 1848 student aan het Athenaeum Illustre in de hoofdstad, terwijl hij zich tegelijkertijd inschreef voor de rechtenstudie aan de Utrechtse hogeschool. Daar promoveerde hij op 5 juni 1852 bij de hoogleraar J. van Hall op De polizza adsecuratoria quae Amstelodami in causis maritimis adhiberi solet, ad codicis mercatorii normam exacta , een proefschrift over de ontwikkeling van de verzekeringspolis in de zeehandel. Vervolgens vestigde hij zich in zijn geboortestad in afwachting van een bestuurlijke baan. In 1853 publiceerde hij er een brochure Over het armwezen , waarin hij pleitte voor grote investeringen in nijverheid door de 'kapitalisten' en voor het overlaten van de armenzorg aan de kerken. Dit liberale standpunt bleef hij zijn leven trouw sinds hij in zijn studententijd, naar eigen zeggen, overtuigd Thorbeckiaan geworden was.
    Fock had nauwelijks de voorgeschreven minimumleeftijd van 25 jaar bereikt toen hij in december 1853 werd benoemd tot burgemeester en tevens gemeentesecretaris van Vreeland en Nigtevecht. Bovendien werd hij het jaar daarop kantonrechter-plaatsvervanger in Loenen. Zo begon zijn carrière in de 'Menistenhemel' aan de Vecht. In januari 1855 stapte Fock als burgemeester over naar Wijk bij Duurstede, waar sinds de Aprilbeweging van 1853 slaande ruzie heerste tussen katholieken en protestanten. Doortastend en energiek wist Fock de rust te herstellen - ten koste van de katholieken - en slaagde hij er zelfs in de begroting weer sluitend te maken.
    Focks succes als burgemeester van Wijk bij Duurstede leidde in december 1859 tot zijn benoeming in Haarlem. Hij reorganiseerde er het ambtenarenapparaat door degenen die niet voldeden te ontslaan en degenen die wel voldeden een salarisverhoging te geven. Fock kreeg hierdoor de naam een 'dure burgemeester' te zijn. Zijn grootste trots was de oprichting te Haarlem in 1864 van de Hoogere Burger School (HBS), een nieuw type van onderwijs voor de kinderen van de 'nijvere middenklasse'. Hoewel hij door zijn uitgesproken liberale stellingnamen de conservatieven tegen zich in het harnas joeg, was Fock over het algemeen een zeer gezien burgemeester. Zijn populariteit leidde op 21 februari 1861 tot zijn verkiezing tot lid van Provinciale Staten en in juli 1861 tot gemeenteraadslid. In deze colleges zou hij respectievelijk tot 1868 en tot 1866 zitting hebben.
    In februari 1866 werd Fock benoemd tot burgemeester van Amsterdam, waar, na het zwakke bewind van de conservatieve J. Messchert van Vollenhoven, een krachtige hand vereist werd. Focks reputatie van energiek en doortastend bestuurder maakte hij in zijn geboortestad opnieuw waar. De secretarie werd gereorganiseerd en overtollige ambtenaren werden ontslagen. Aan het openbaar onderwijs besteedde hij, net als in zijn vorige standplaatsen, veel aandacht. Voor de zijns inziens noodzakelijke scholenbouw in alle wijken van de stad sloot Fock een lening van f 1.300.000, een voor die tijd zeer hoog bedrag. De HBS bezorgde hij een nieuwe behuizing, en als curator reorganiseerde hij het natuur-, wis- en geneeskundig onderwijs aan het Athenaeum Illustre. Maar Fock moest ook tegenslagen incasseren. Na de hoge uitgaven voor het onderwijs sneed de gemeenteraad - waarin hij in 1867 en 1868 zelf zitting had - hem uiteindelijk de pas af inzake de oprichting van een nieuw ziekenhuis en de aanleg van een spoorlijn naar het havenfront aan het IJ.
    Als burgemeester van Amsterdam had Fock een moeizame verhouding met het conservatieve kabinet-Van Zuylen van Nijevelt-Heemskerk Azn. (1866-1868), waarvan de ministers hem binnenskamers weinig vleiend typeerden als die 'roode kanker', dat 'canaillepak' of die 'kleine kwast'. Deze verhouding liep uit op ruzie, toen minister van Binnenlandse Zaken J. Heemskerk Azn. de burgemeester in december 1867 mondeling dreigde alle rijkssteun bij de aanleg van het Noordzeekanaal in te trekken, indien Fock zijn voornemen om het kabinet bij de verkiezingen niet te steunen zou uitvoeren. Een half jaar later was dit ministerie evenwel verdwenen, en op 4 juni 1868 kreeg de Amsterdamse burgemeester - op verzoek van onder anderen Thorbecke - zelf de leiding over het departement van Binnenlandse Zaken.
    De meeste bewindslieden in het door Thorbecke geformeerde kabinet-Van Bosse-Fock beschikten niet over parlementaire ervaring. Toch was dit ministerie zeldzaam vruchtbaar in zijn wetgevende arbeid; het kon namelijk twee jaar lang op veel medewerking rekenen vanwege de algemene behoefte olie op de politieke golven te gieten. Tientallen wetsontwerpen werden snel en bekwaam door de Kamers geloodst. Door afschaffing van onder andere het cultuurstelsel, het dagbladzegel, de doodstraf, openbare straffen, octrooien, vervoerbelemmerende bepalingen, de departementen van eredienst en het oude stelsel van maten en gewichten trachtte het kabinet de samenleving te liberaliseren. Ook Fock had hierin zijn aandeel. Daarnaast verlaagde hij de census voor het kiesrecht en herschikte hij de kiesdistricten ten gunste van de liberalen. Opnieuw had het openbaar onderwijs zijn voorliefde. Tot verontwaardiging van de Groenianen en vele katholieken wees Fock elke verandering van de schoolwet van 1857 of een soepele uitleg van de wetsbepalingen ten gunste van de confessionelen met kracht van de hand. 'Rome en Dordt' bedreigden volgens hem het hart van de Nederlandse samenleving. Voor de bewaarscholen en voor het hoger onderwijs, dat hij wilde beperken tot twee universiteiten, maakte Fock wetsontwerpen, die op veel tegenstand stuitten, onafgehandeld bleven en door een volgend kabinet werden ingetrokken. De armenwet van 1854 veranderde hij zo, dat de uitkeringen aanzienlijk werden beknot. In de geest van zijn brochure van 1853 beperkte hij de staatshulp tot politietoezicht.
    Uiteraard reorganiseerde Fock - samen met secretaris-generaal P.F. Hubrecht - met voortvarendheid zijn departement. Voor alle functies voerde hij een vergelijkend toelatingsexamen in. Eerder dan alle ambtenaren zat Fock elke dag achter zijn bureau. Van lang overleg hield hij niet, en wie zijn werk niet op tijd gereed had, kreeg ontslag. Er waren immers, aldus de minister, veel te veel onnutte ambtenaren. Verder bracht hij werkbezoeken aan de provincies om het bestuur op provinciaal en lokaal niveau in de gaten te houden, en om ambtenaren of burgemeesters die niet voldeden te kunnen ontslaan.
    Geleidelijk kwam het kabinet Van Bosse-Fock aan drie kanten klem te zitten, namelijk tussen koning Willem III, die die 'tegenwoordige troep' (: de ministers) zo spoedig mogelijk wilde opruimen en op alle manieren tegenwerkte, tussen Thorbecke, de geestelijke vader van het kabinet, die wilde dat het in alles zijn lijn zou blijven volgen, en tussen de liberale meerderheid in het parlement, die verdeeld bleef, onderling ruziede en uiteindelijk de ministers geen hechte steun gaf.
    Toen twee ministers in de chaotisch verlopen mobilisatie en demobilisatie tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870 een aanleiding zagen op te stappen en twee andere bewindslieden overwogen hun voorbeeld te volgen, trachtten de drie overgebleven ministers - onder wie Fock - aanvankelijk het kabinet te reconstrueren. Op dringend advies van Thorbecke boden twee van hen eveneens hun ontslag aan, maar Fock zelf was niet bereid voor hem te wijken. Zijn eenzame strijd tegen de liberale leider bleek uitzichtloos. Mogelijke ministerskandidaten weigerden, en de Thorbeckiaanse pers hoonde het demissionaire kabinet weg als 'hazepeper zonder haas', in casu Thorbecke. Op 5 december 1870 staakte Fock zijn pogingen, Thorbecke bittere verwijten makend over de ondervonden tegenwerking. Een maand later, op 4 januari 1871, moest Fock zijn portefeuille van Binnenlandse Zaken overdragen aan dezelfde Thorbecke. Deze beloofde hem ervoor te zullen zorgen dat hij niet lang thuis hoefde te zitten 'koekeloeren'.
    Intussen bleek de oud-burgemeester in zijn vroegere standplaatsen Haarlem en Amsterdam nog steeds zo populair onder de kiezers, dat beide districten hem met overweldigende meerderheid in juni 1871 als lid van de Tweede Kamer kozen, dit niettegenstaande het feit dat hij tevoren in Haarlem had laten weten in geval van keuze voor de hoofdstad te zullen opteren. In Amsterdam had hij de kiezers niet gewaarschuwd voor zijn voornemen niet lang in de Kamer te blijven. Zijn verkiezingscampagne had in het teken gestaan van de strijd tegen de pretenties van 'Rome en Dordt', die het ware liberalisme bedreigden; 'Our deadly fiend de held van de stembus!', verzuchtte de antirevolutionaire voorman A. Kuyper dan ook bij deze gelegenheid.
    Thorbecke zag uiteraard zijn verbitterde voorganger liever niet in de Kamer en benoemde hem op 11 november 1871 tot commissaris des Konings in Zuid-Holland. Ook hier schoonde Fock onmiddellijk het ambtenarenapparaat. Hij reduceerde het aantal provinciale ambtenaren van 33 tot 26 en voerde een vergelijkend toelatingsexamen in voor alle functies als een effectieve barrière tegen volontairs en verzoeken om baantjes voor verwanten of vrienden. Focks kracht als commissaris lag vooral in het directe contact met gemeentebestuurders. Als oud-burgemeester kende hij alle bijzonderheden en problemen van de plaatselijke overheid. Door de burgemeesters werd hij dan ook over het algemeen zeer gewaardeerd.
    Met Gedeputeerde Staten kon de commissaris echter minder goed overweg: zijn nogal autoritaire aanpak wekte hier weerstand. Met de aanstelling van F.H.J. Tavenraat tot griffier in 1878 werd de positie van Focks tegenstanders aanzienlijk versterkt. Vooral met P.L.F. Blussé, gedeputeerde van 1876 tot 1901, kwam hij in aanvaring, toen deze wist te bereiken dat er in wegen en verkeer, alsmede in de oprichting van een provinciale Waterstaat zou worden geïnvesteerd, wat niet strookte met Focks zuinigheidspolitiek. Wat begon als een principieel verschil van mening ontaardde allengs in een persoonlijke controverse, waarin Blussé en Tavenraat de hoofdrol speelden. In september 1882 barstte de bom. Gedeputeerde Staten en de griffier wendden zich eensgezind tot de minister van Binnenlandse Zaken en deelden hem mede dat verdere samenwerking met de commissaris onmogelijk was. Minister C. Pijnacker Hordijk (1882-1883) stelde in feite Fock in het ongelijk door duidelijk te maken dat deze besluiten van Gedeputeerde Staten diende te respecteren of voor vernietiging voor te dragen, maar ze niet mocht saboteren door ze bij gemeentebesturen te bagatelliseren. De verhouding met Gedeputeerde Staten zou tot het einde van zijn ambtsperiode moeizaam blijven.
    De angst voor en de afkeer van het verbond tussen 'Rome en Dordt' werden Fock op den duur tot een obsessie. De groeiende politieke invloed van de zich emanciperende gereformeerden en katholieken verontrustte hem in toenemende mate. Kandidaten van uitgesproken confessionele signatuur maakten bij hem dan ook weinig kans te worden voorgedragen voor het ambt van burgemeester of notaris. Werden er wel dergelijke kandidaten door de regering benoemd, dan wist Fock spoedig hun ongeschiktheid aan te tonen. Toen de situatie tijdens het kabinet-Pierson (1897-1901) ten slotte onhoudbaar werd, wist de minister van Binnenlandse Zaken de 71-jarige, maar nog altijd even hard werkende commissaris in januari 1900 ertoe te bewegen ontslag te nemen. Juichend schreef het antirevolutionaire dagblad De Standaard dat hiermee een einde kwam aan 'een liberalistisch schrikbewind'.
    Als burgemeester was Fock een ijverig en doortastend bestuurder. Voor het politieke spel dat de functies van minister en commissaris des Konings met zich bracht, bleek hij evenwel te rechtlijnig, waardoor hij het zichzelf en anderen uitermate moeilijk kon maken. Deze starheid uitte zich ook in een onbegrip voor de veranderende tijden, een onbegrip dat met het klimmen der jaren nauwelijks nog door zijn niet verflauwende werkkracht, plichtsbesef en bestuurlijke doortastendheid kon worden gecompenseerd.
    A: Collectie-C. Fock (met o.a. memoires, correspondentie en persoonlijke jaaroverzichten) in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage.
    L: H.W. van Sandick, 'Mr Cornelis Fock', in Amsterdamsche Courant , 28-11-1898; J.A. Levy, 'Mr Cornelis Fock', in De Amsterdammer , 15-5-1910; C.W. de Vries, Overgrootvader koning Willem III (Amsterdam 1951); P. van Schilfgaarde, 'De liberale politiek in de laatste jaren van Thorbecke', in Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap 75 (1960) 115-146; Th. van Tijn, Twintig jaren Amsterdam. De maatschappelijke ontwikkeling van de hoofdstad van de jaren '50 der vorige eeuw tot 1876 (Amsterdam 1965); J.J. Huizinga, J. Heemskerk Azn. (1818-1897). Conservatief zonder partij (Harlingen 1973); Anne Doedens, Nederland en de Frans-Duitse oorlog. Enige aspecten van de buitenlandse politiek en de binnenlandse verhoudingen van ons land omstreeks het jaar 1870 (Zeist 1973); Memoires van een enfant terrible. Politieke herinneringen van de Zeeuwse liberale afgevaardigde mr. Daniël van Eck aan vijfendertig jaar Kamerlidmaatschap, 1849-1884 . Onder red. van C.A. Tamse (Middelburg 1975); J.P. Duyverman, Uit de geheime dagboeken van Æneas Mackay, dienaar des Konings, 1806-1876 (Houten 1987); P.G. van IJsselmuiden, Binnenlandse Zaken en het ontstaan van de moderne bureaucratie in Nederland, 1813-1940 (Kampen 1988); J.G. Kikkert, Koning Willem III (Utrecht 1990); J.W. Janssens, De commissaris van de koningin. Historie en functioneren ('s-Gravenhage 1992); W. Otterspeer, De wiekslag van hun geest. De Leidse universiteit in de negentiende eeuw (Leiden 1992); P. Hofland, Leden van de Raad. De Amsterdamse gemeenteraad, 1814-1941 (Amsterdam 1998).
    I: Honderd jaar Provinciale Waterstaat in Zuid-Holland ('s-Gravenhage 1975) 39.
    G.A.M. Beekelaar
    Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 5 (Den Haag 2002)
    Laatst gewijzigd op 13-03-2008
  10. Registratie Cornelis Fock, WIE102741884
    [[
    hoofdpersoonnaam=Cornelis Fock
    hoofdpersoonrol=genoemde
    hoofdpersoongebdatum=29-11-1828
    hoofdpersoongebplaats=Amsterdam
    gebeurtenis=Registratie
    brononderwerp=Cornelis Fock
    aktedatum=29-11-1828
    akteplaats=Amsterdam
    archief=5182
    erfgoedinstelling=Stadsarchief Amsterdam
    Registratienummer=4103
    brontype=Militairen
    gebeurtenisdatum=29-11-1828
    Instellingsplaats=Amsterdam
    Collectiegebied=Noord-Holland
    Aktesoort=Registratie
    Collectie=Deel: 4103, Periode: 1828-1927
    Boek=Militieregisters
    ]]

    [[Ingelezen met Militair.sc 309]]
  11. Militieregisters, lotingnr 503-1214, vervangen door Petrus Joahnnes Kuijper, AB0204
  12. http://nl.wikipedia.org/wiki/Cornelis_Fock, INT0167
    Cornelis Fock
    Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
    Ga naar: navigatie, zoeken
    Mr. Cornelis Fock (Amsterdam, 2 november 1828 – Den Haag, 9 mei 1910) was een vooraanstaand liberaal staatsman en bestuurder.

    Hij wordt algemeen bestempeld als een ijverige en doortastende burgemeester, hij was burgemeester van onder meer de gemeente Haarlem en later van de gemeente Amsterdam. In 1868 was hij minister in een door Thorbecke geformeerd kabinet. Hij gold als nogal rechtlijnig en star. Fock bracht belangrijke wetgeving tot stand (onder ande. de IJkwet, de Begrafeniswet en de Veewet).

    Na zijn ministerschap was Fock kort Tweede Kamerlid en vervolgens Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland. Hij had een slechte verhouding met de gedeputeerden. Fock werkte gereformeerden en katholieken die burgemeester wilden worden tegen.
  13. Huwelijk Dirk Fock, WIE98919342
    [[
    hoofdpersoonnaam=Dirk Fock
    hoofdpersoonberoep=gouverneur-generaal van Ned.-Indië
    hoofdpersoonleeftijd=67
    partnernaam=Alida Françoise Johanna Diemont
    partnerberoep=zonder beroep
    partnerleeftijd=50
    hoofdpersoonvader=Cornelis Fock
    hoofdpersoonmoeder=Maria Anna Uijttenhooven
    partnervader=Christiaan Diemont
    partnermoeder=Catharina Elisabeth Simons
    partnermoederberoep=zonder beroep
    trdatum=11-03-1926
    trplaats='s-Gravenhage
    gebeurtenis=Huwelijk
    aktedatum=11-03-1926
    akteplaats='s-Gravenhage
    archief=0335-01
    erfgoedinstelling=Haags Gemeentearchief
    Registratienummer=980
    aktenummer=A236
    brontype=BS Huwelijk
    Instellingsplaats=Den Haag
    Collectiegebied=Zuid-Holland
    Collectie=Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage
    Boek=Huwelijksakten Den Haag
    ]]

    [[Ingelezen met BSHuwelijk.sc 305]]
  14. Huwelijk Jan Willem Cornelis Tellegen, WIE98651211
    [[
    hoofdpersoonnaam=Jan Willem Cornelis Tellegen
    hoofdpersoonberoep=civiel ingenieur
    hoofdpersoonleeftijd=28
    partnernaam=Alida Johanna Jacoba Fock
    partnerberoep=zonder beroep
    partnerleeftijd=21
    hoofdpersoonvader=Bernardus Dominicus Hubertus Tellegen
    hoofdpersoonmoeder=Johanna Sepina Boldewina Adriana van Ittersum
    hoofdpersoonmoederberoep=zonder beroep
    partnervader=Cornelis Fock
    partnervaderberoep=commissaris van de Koningin
    partnermoeder=Marie Anna Uijttenhooven
    partnermoederberoep=zonder beroep
    trdatum=05-09-1887
    trplaats='s-Gravenhage
    gebeurtenis=Huwelijk
    aktedatum=05-09-1887
    akteplaats='s-Gravenhage
    archief=0335-01
    erfgoedinstelling=Haags Gemeentearchief
    Registratienummer=707
    aktenummer=805
    brontype=BS Huwelijk
    Instellingsplaats=Den Haag
    Collectiegebied=Zuid-Holland
    Collectie=Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage
    Boek=Huwelijksakten Den Haag
    ]]

    [[Ingelezen met BSHuwelijk.sc 305]]
  15. http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn5/fock, INT001
  16. Huwelijksakte Cornelis Fock, GL00338
    Bron Burgerlijke stand - Huwelijk
    Archieflocatie Zeeuws Archief
    Algemeen Toegangnr: 25.128
    Gemeente: Vlissingen
    Soort akte: Huwelijksakte
    Aktenummer: 40
    Datum: 28-06-1854
    Bruidegom Cornelis Fock
    Leeftijd: 25
    Geboorteplaats: Amsterdam
    Bruid Maria Anna Uijttenhooven
    Leeftijd: 24
    Geboorteplaats: Vlissingen
    Vader bruidegom Abraham Fock
    Moeder bruidegom Alida Johanna van Heekeren
    Vader bruid Dirk Uijttenhooven
    Moeder bruid Jacoba Ermerins
  17. Overlijden Alida Johanna Jacoba Fock, WIE30899298
    [[
    hoofdpersoonnaam=Alida Johanna Jacoba Fock
    hoofdpersoongeslacht=Vrouw
    hoofdpersoonleeftijd=75
    hoofdpersoonovldatum=20-03-1941
    hoofdpersoonovlplaats=Baarn
    partner=Jan Willem Cornelis Tellegen
    hoofdpersoonvader=Cornelis Fock
    hoofdpersoonmoeder=Maria Anne Uyttenhooven
    gebeurtenis=Overlijden
    aktedatum=21-03-1941
    akteplaats=Baarn
    archief=463
    erfgoedinstelling=Het Utrechts Archief
    Registratienummer=589-09
    aktenummer=61
    brontype=BS Overlijden
    Instellingsplaats=Utrecht
    Collectiegebied=Utrecht
    Registratiedatum=21-03-1941
    Collectie=Burgerlijke Stand van de gemeenten in de provincie Utrecht 1903-1942
    Boek=Baarn 1941
    ]]

    [[Ingelezen met BSOverlijden.sc 308]]
  18. Overlijden Cornelis Fock, WIE98663217
    [[
    hoofdpersoonnaam=Cornelis Fock
    hoofdpersoonberoep=zonder beroep
    hoofdpersoonleeftijd=81
    hoofdpersoonovldatum=09-05-1910
    hoofdpersoonovlplaats='s-Gravenhage
    gebeurtenis=Overlijden
    aktedatum=09-05-1910
    akteplaats='s-Gravenhage
    archief=0335-01
    erfgoedinstelling=Haags Gemeentearchief
    Registratienummer=1457
    aktenummer=1474
    brontype=BS Overlijden
    Instellingsplaats=Den Haag
    Collectiegebied=Zuid-Holland
    Collectie=Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage
    Boek=Overlijdensakten Den Haag
    ]]

    [[Ingelezen met BSOverlijden.sc 305]]
  19. http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/fock, INT0211
  20. Geboorteadvertentie van Dirk Fock, CBG0048
  21. Huwelijksakte van Ir. Abraham Fock, BSH0268
  22. Huwelijksakte van Cornelis Fock, GL0897
    Bron Burgerlijke stand - Huwelijk
    Archieflocatie Gelders Archief
    Algemeen Toegangnr: 0207
    Inventarisnr: 1126
    Gemeente: Nijmegen
    Soort akte: Huwelijksakte
    Aktenummer: 168
    Datum: 03-07-1902
    Bruidegom Cornelis Fock
    Geboortedatum: 30-08-1871
    Geboorteplaats: 's Gravenhage
    Bruid Jacoba Wilhelmina Noorduijn
    Geboortedatum: 08-11-1876
    Geboorteplaats: Nijmegen
    Vader bruidegom Cornelis Fock
    Moeder bruidegom Marie Anne Uijttenhooven
    Vader bruid Bernardus Noorduijn
    Moeder bruid Anna Susanna Wilhelmina Moorrees
    Nadere informatie beroep Bg.: luitenant ter zee; beroep Bd.: zonder beroep; beroep vader Bg.: zonder beroep; beroep moeder Bg.: zonder beroep; beroep vader Bd.: koopman; beroep moeder Bd.: geen beroep vermeld
  23. Geboorteakte Abraham Fock, GL00339
    Bron Burgerlijke stand - Geboorte
    Archieflocatie Het Utrechts Archief
    Algemeen Toegangnr: 481
    Inventarisnr: 764
    Gemeente: Wijk bij Duurstede
    Soort akte: Geboorteakte
    Aktenummer: 57
    Aangiftedatum: 10-09-1855
    Kind Abraham Fock
    Geslacht: M
    Geboortedatum: 09-09-1855
    Geboorteplaats: Wijk bij Duurstede
    Vader Cornelis Fock
    Moeder Maria Anna Uijttenhooven
  24. Geboortebericht van eene Dochter van M.A. Fock-Uyttenhooven, AB0122

Anknüpfungspunkte in anderen Publikationen

Diese Person kommt auch in der Publikation vor:

Historische Ereignisse

  • Die Temperatur am 29. November 1828 war um die 13,0 °C. Der Wind kam überwiegend aus West-Süd-West. Charakterisierung des Wetters: omtrent betrokken winderig. Quelle: KNMI
  •  Diese Seite ist nur auf Niederländisch verfügbar.
    De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • Im Jahr 1828: Quelle: Wikipedia
    • 29. Februar » Die Oper La muette de Portici (Die Stumme von Portici) von Daniel-François-Esprit Auber mit dem Libretto von Eugène Scribe feiert bei ihrer Uraufführung an der Grand Opéra Paris einen durchschlagenden Erfolg.
    • 29. März » Die romantische Oper Der Vampyr von Heinrich Marschner wird am Stadttheater in Leipzig uraufgeführt.
    • 7. April » Das Genueser Teatro Carlo Felice wird mit Vincenzo Bellinis Oper Bianco e Fernando feierlich eröffnet.
    • 8. August » Uraufführung der Oper Gabriella di Vergy von Saverio Mercadante am Teatro Nacional de São Carlos in Lissabon.
    • 27. August » Mit dem Vertrag von Rio de Janeiro erkennen Brasilien und Argentinien auf britischen Druck die Unabhängigkeit Uruguays an.
    • 24. Oktober » Im sächsischen Großenhain entsteht in der ehemaligen Lateinschule mit der Vaterländischen Bürger-Bibliothek die erste deutsche Volksbibliothek auf Initiative von Karl Benjamin Preusker. Sie will mit Büchern alle Bevölkerungsschichten ansprechen.
  • Die Temperatur am 28. Juni 1854 war um die 18,2 °C. Die relative Luftfeuchtigkeit war 76%. Quelle: KNMI
  •  Diese Seite ist nur auf Niederländisch verfügbar.
    De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • Von 19. April 1853 bis 1. Juli 1856 regierte in den Niederlanden die Regierung Van Hall - Donker Curtius mit als erste Minister Mr. F.A. baron Van Hall (conservatief-liberaal) und Mr. D. Donker Curtius (conservatief-liberaal).
  • Im Jahr 1854: Quelle: Wikipedia
    • Die Niederlande hatte ungefähr 3,3 Millionen Einwohner.
    • 4. Januar » Der britische Kapitän William McDonald entdeckt die subantarktische McDonaldinsel.
    • 28. Februar » In Wisconsin wird die Republikanische Partei in den USA gegründet, die sich gegen eine Ausbreitung der Sklaverei wendet. Ihr gehören viele Gegner des Kansas-Nebraska Acts an.
    • 30. Mai » Mit der Unterzeichnung durch US-Präsident Franklin Pierce tritt der Kansas-Nebraska Act in Kraft, mit dem das Kansas-Territorium und das Nebraska-Territorium als Territorien der Vereinigten Staaten gegründet werden. Gleichzeitig wird ein Teil des Missouri-Kompromisses aufgehoben, der die Sklaverei nördlich des 36. Breitengrades verboten hat.
    • 20. September » In der Schlacht an der Alma erringen die Alliierten Briten und Franzosen ihren ersten Sieg im Krimkrieg.
    • 5. November » Die eingeschlossenen Russen versuchen einen Ausfall aus der im Krimkrieg belagerten Stadt Sewastopol, der in der Schlacht von Inkerman von Briten und Franzosen verhindert wird.
    • 3. Dezember » Der mit Eureka Stockade bezeichnete Aufstand von Diggern in Australien wird von britischen Polizei- und Militärkräften niedergeschlagen. Diese Erhebung hat Signalwirkung zu einer demokratischen Entwicklung auf dem fünften Kontinent.
  • Die Temperatur am 9. Mai 1910 lag zwischen 0.5 °C und 12,4 °C und war durchschnittlich 6,1 °C. Es gab 2,5 mm Niederschlag. Es gab 4,4 Stunden Sonnenschein (29%). Die durchschnittliche Windgeschwindigkeit war 2 Bft (Schwacher Wind) und kam überwiegend aus Nord-Nord-Osten. Quelle: KNMI
  • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) war von 1890 bis 1948 Fürst der Niederlande (auch Koninkrijk der Nederlanden genannt)
  • Von 12. Februar 1908 bis 29. August 1913 regierte in den Niederlanden das Kabinett Heemskerk mit Mr. Th. Heemskerk (AR) als ersten Minister.
  • Im Jahr 1910: Quelle: Wikipedia
    • Die Niederlande hatte ungefähr 5,9 Millionen Einwohner.
    • 10. März » Der erste in Hollywood gedrehte Film In Old California des Regisseurs D. W. Griffith wird in den Vereinigten Staaten uraufgeführt.
    • 31. März » In der Grube Samson in Sankt Andreasberg im Oberharz wird nach rund 400 Jahren Betrieb die letzte Schicht zum Erzabbau gefahren.
    • 13. Juli » Das Prallluftschiff Erbslöh stürzt bei Pattscheid, Nähe Leverkusen, ab. Es sterben alle fünf an Bord befindlichen Personen, darunter auch der Luftfahrtpionier und Namensgeber Oskar Erbslöh.
    • 9. August » Mit Auslaufen des Polarschiffes Fram aus der norwegischen Hauptstadt Kristiania in Richtung Bucht der Wale beginnt Roald Amundsen seine, vor der Öffentlichkeit noch geheimgehaltene, Südpolarexpedition.
    • 21. November » Die im Zuge der Aufrüstung nach dem Vorbild der Marienburg errichtete Marineschule Mürwik wird offiziell durch Kaiser Wilhelm II. eingeweiht.
    • 1. Dezember » Deutschlands erste rein kommunale U-Bahn-Linie, die Schöneberger Untergrundbahn, heutige Linie4 der Berliner U-Bahn, nimmt ihren Betrieb auf.


Gleicher Geburts-/Todestag

Quelle: Wikipedia

Quelle: Wikipedia


Über den Familiennamen Fock

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Fock.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Fock.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Fock (unter)sucht.

Die 1001 stambomen-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Hans Schutijser, "1001 stambomen", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-schutijser/I18115.php : abgerufen 11. Juni 2024), "Mr. Cornelis Fock (1828-1910)".