A19290621AL
Stukadoor m.n. in DLD.
Houtbewerker in meubelfabriek maar ook voor zichzelf.
Bedrijfsleider in een (zand) straalbedrijf.
onderscheiding Ereteken voor orde en vrede
vermelding voor het vele werk voor het monument voor de Gevallen Almelose Indië Militairen
As is verstrooid in het graf van GJB Arkes en HWJ Hergers door HW Rozeman.
Langdurige ziekte Herseninfarcten, prostaatkanker
Er ist verheiratet mit Johanna Wilhelmina Arkes.
Sie haben geheiratet am 5. Februar 1955 in Almelo, Overijssel, Nederland , er war 25 Jahre alt.
Kind(er):
Albertus Rozeman geboren op 21 juni 1929 te Vroomshoop. Bertus raakt al vroeg op zeven jarige leeftijd z'n vader kwijt. Toen hij twintig was en in militaire dienst zat ging hij met de "grote Beer" naar Indonesië. Hij was uitgezonden van 02-09- 1949 tot 11-11-1950 met 7-1 RI 432 BI naar West Java. Na zijn diensttijd speelde Bertus toneel en muziek in een Vroomshoopse toneelgroep. Deze groep verzorgde vooral avonden voor de Vroomshopers die in Nederlands Indië hun dienstplicht vervulden. Zijn broer Gerard maakte ook deel uit van deze groep (zie foto). Bertus trad in de voetsporen van z'n vader door te gaan werken in de bouw. In Almelo ontmoette hij Jeanne Arkes waar hij op 5 februari 1955 mee trouwde in de RK kerk. Als bouwvakker moet Bertus hard werken, soms ook in Duitsland. Later wisselde hij van baan en werd bedrijfsleider en houtdraaier.
Bertus kenmerkt zich als een doe-het-zelver die zijn eigen woning regelmatig verbouwd. De hobby's die hij uitoefend komen hem op latere leeftijd van pas als hij vroegtijdig arbeidsongeschikt word. De meeste tijd is hij bezig met het maken van kunstige kandelaars en lamp voeten. Later krijgt hij belangstelling voor het kweken van fuchsia's.
Jeanne Arkes was administratief medewerkster bij Nijverdal ten Cate. Op latere leeftijd wordt Bertus lid van een veteranenvereniging van oud Indië gangers en neemt regelmatig deel aan reünies. Het verleden gaat bij Bertus een steeds belangrijkere rol spelen. Hij probeert om in contact te komen met mensen, toenmalige MP`s, die hem hadden gered uit de handen van de plaatselijke politie. In Almelo heeft hij de aanzet gegeven tot het tot stand komen van een Indië monument.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De geschiedenis van 7-1 RI 432 BI (bron http://www.indie-1945-1950.nl/web/432bi.htm)
7-1 Regiment Infanterie van het 432e Bataljon Infanterie
Opgericht--------------- 01-07-1949 te Steenwijk/Assen
Onderdeel van--------- 43ste Zelfstandige Infanterie Brigade (in Indië H-Brigade genoemd)
Vertrek Indië------------ 02-09-1949 a/b "Grote Beer"
Aankomst Indië-------- 27-09-1949 Batavia / Toegevoegd aan T.T.C. West-Java
Actiegebied(en)-------- Serang, Pandeglang, Balaredja, Tjilegon, Rangkas Bitoeng, Bandoeng, Batavia, Buitenzorg
Commandant----------- Lt.Kol van Wieringen 01-07-1949/16-10-1950
Gerepatrieerd----------- 16-10-1950 a/b "Nelly" 11-11-1950 aankomst Rotterdam
Omgekomen------------ geen
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het bataljon was gevormd uit dienstplichtigen van de lichting '49-1. Het merendeel van de manschappen kwam uit het noorden en oosten van het land. Na aankomst te Batavia werd het bataljon overgebracht naar Bantam waar het, niet als aanvulling maar als aflossing, werd ingedeeld bij het bataljon 4-8 RI van de "Palmboom" divisie. Na een korte inwerkperiode nam het bataljon, op 15 oktober 1949, het vak van 4-8 RI over met o.a. posten te Serang, Rangkas Bitoeng, Pandeglang, Balaredja en Tjilegon. Ter versterking was er aan het bataljon een compagnie KNIL toegevoegd.
Vanaf augustus 1949 was er een staakt-het-vuren afgekondigd zodat er vrijwel geen gevechtsacties plaatsvonden. Dagelijks doorkruisten de patrouilles van het bataljon het hun toegewezen gebied. Tijdens deze patrouilles was er regelmatig contact met troepen van het Republikeinse leger. Maar tot een gewapend treffen kwam het gelukkig niet. Geleidelijk werd het bataljon teruggenomen op enkele grote plaatsen. Op 17 december werd Bantam geheel ontruimd en overgegeven aan de TNI. Het bataljon werd teruggenomen op en nabij Batavia en Buitenzorg en o.a. gelegerd te Tjoeroeg, Tjibelagoen en Tjililitan.
In januari 1950 werd het bataljon ontbonden en verdeeld over verschillende onderdelen en diensten. De KNIL cie en de daarbij ingedeelde manschappen van het bataljon werden toegevoegd aan Inf.XXVI.KNIL. Sommige soldaten kwamen in de buitengewesten te recht, maar het grootste deel van het bataljon werd ingezet op West-Java. Menig soldaat werd geplaatst in Bandoeng, zo ook Bertus Rozeman, en kreeg een kantoorfunctie op het hoofdkwartier, zoals Bataljonsadministrateur. Anderen werden ingezet voor wachtdiensten of werden chauffeur bij de VTD (Verpleging & Transport Dienst). Ook in Batavia kwamen vele soldaten van het bataljon terecht en werden ingedeeld op het kantoor van de "Expeditie generaal", of liepen wachtdiensten in de haven van Tandjong Priok. Zo zijn er nog vele functies waarvoor soldaten van het bataljon werden ingezet, zoals elektriciën, bij de Welfare of op het hoofdkantoor Vaartuigen. Op 24 mei werd de KNIL cie opgeheven en ging deze over naar het TRIS, het republikeinse leger. De soldaten van de KL, die bij de KNIL cie waren ingedeeld werden overgeplaatst naar Batavia en ingedeeld bij het Nederlands Rayon Commando, afdeling inkomende en uitgaande post. Kort voor de repatriëring kwam het bataljon weer bijeen.
Albertus Rozeman | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1955 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Wilhelmina Arkes |