(1) Sie ist verheiratet mit Walraven van Steenhuys.
Sie haben geheiratet
Kind(er):
(2) Sie ist verheiratet mit Alexander Stuart.
Sie haben geheiratet
Lucretia vrijvrouwe van Heumen en Oploo, van Steenhijs van der Noot de Risoir.
http://www.bhic.nl/index.php?id=11241
Kasteel 't Juffere
Het oorspronkelijk middeleeuwse kasteeltje 't Juffere stond ooit waar nu nog steeds de kasteelgracht is gesitueerd, met daar omheen bejaardenhuisjes. Het kasteel zelf is rond 1800 gesloopt, maar een tekening van Jan de Beijer uit 1743 geeft ons een beeld van hoe het geweest is. De naam 't Juffere kreeg het overigens pas in de achttiende eeuw. Wat ons rest is een gracht en een beeldengroep.
De oorsprong van het kasteeltje ligt waarschijnlijk aan het eind van de veertiende eeuw. Gherrit de Vette, in 1393 genoemd als de eerste heer van Oploo, zal een behuizing hebben laten bouwen die paste bij zijn status. In latere eeuwen is het kasteeltje verder uitgebreid. De 16e-eeuwse eigenaren, het geslacht Van Steenhuijs, hebben het kasteel verder verfraaid en meer aanzien gegeven.
Kasteel Juffere door Jan de Beijer (Coll. Noordbrabants Museum)
Van 1650 tot 1750 beleefde het kasteel zijn glorietijd. De eigenaren Van Steenhuijs woonden niet continu in het kasteel, maar verbleven er wel regelmatig. Het kasteel gebruikten ze voornamelijk als jachtslot. De familie Van Steenhuijs bezat namelijk een gigantisch jachtgebied ten zuiden van Oploo.
De laatste bewoners van het kasteel waren drie dames. Vrouwe Lucretia van der Noot, vrijvrouwe van Heumen en Oploo, en haar twee dochters Amelia en Genoveva waren de "drie Juffers van Oploo". Zo is het kasteeltje in de 18e eeuw aan zijn naam 't Juffere gekomen. Lucretia was weliswaar hervormd, maar had het met de katholieken goed voor. Zo heeft zij zich er voor beijverd dat Oploo een zelfstandige parochie werd. Daarnaast schonk ze de gemeenschap grond voor een schuurkerk en een school.
Toen de heerlijkheid in 1778 verkocht werd aan stadhouder Willem V, kwam ook het kasteel in zijn handen. De Oranjes hadden weinig binding met Oploo en bovendien voldoende grotere en betere onderkomens dan 't Juffere. Het kasteel kwam dan ook leeg te staan en raakte al snel in verval. Binnen enkele decennia was het, in fases, volledig gesloopt. Rond 1800 was het gedaan met het kasteel.
Wat gebleven is, is de kasteelgracht en het kleine parkje met de sculpturen van de drie Joffers ter herinnering aan lang vervlogen tijden.
===============================
http://www.brabantsarchief.nl/site/pagina.php?id=11242
Een jaar later overlijdt vicaris Michels en benoemt graaf Oswald van den Bergh de geestelijke Henricus Thomassen, student te Leuven, in het beneficie van St. Matthias. In 1730, na het overlijden van de geestelijke Hendrick Thomassen, verheft (de protestantse!) Lucretia van der Noot, samen met haar echtgenoot Alexander baron van Steuart, als heer en vrouwe van Heumen, Malden en Oploo, de kapelanie tot een parochie. Ze wijzen de pastoorsfunctie toe aan A.H. Schmerling.
===============================
http://www.dbnl.org/tekst/schu211rijk02_01/schu211rijk02_01_0007.php
Lucretia van der Noot. Het wapen Van Steenhuys gedeeld met Van der Noot en de kwartieren, heraldisch rechts: Van der Noot, Staeckenbroeck, Hertaing, Van Broeck, Van der Aa, Crederick, Levin, Burchgraaf; heraldisch links: Tammingha, Sickinghe, Beninga, Jongema, Van der Eeze, Gaykinga, De Bever, Out Aylva.
De tekst op het bord luidde: 'Lucretia Baronesse Van der Noot van Risair, vrijvrouw van Heumen, Malden en Oploo sterft den 8 April 1744' (Lucretia van der Noot is de echtgenote van Walraed van Steenhuys, genoemd onder nr. 4).
============================
Lucretia Baronesse Van der Noot van Risair, vrijvrouw van Heumen, Malden en Oploo sterft den 8 April 1744
Lucretia Louise van de Noot | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Walraven van Steenhuys | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.