Er ist verheiratet mit Reintje Reumerman.
Sie haben geheiratet am 23. September 1787 in Apeldoorn, er war 45 Jahre alt.
Kind(er):
Papiermaker op één van de Middelste Molens in Loenen, waar zijn weduwe later ook als papiermaakster wordt genoemd. Meester papiermaker 1789-1797 op één van de Achterste Molens in Loenen. Erft op 03-04-1797, na het overlijden van moeder Fenneken Lamberts, de 1e Achterste Molen in Loenen.
De papiermolens in de provincies Gelderland, alsmede in Overijssel en Limburg (H. Voorn)
Blz. 471: Loenen, De Achterste Molen
In 1790 wordt op de Achterste Molen voor het eerst Jans broer Lammert van Delden genoemd. Een paar jaar later, in september 1795, is Jan van Delden overleden, in januari 1797 stierf Fenneke Lammers. In april 1797 vond een magescheid plaats, waarbij de Middelste Molen naar Hendrik van Delden ging en Lammert van Delden de Achterste Molen kreeg, mits uitkerende aan zijn broer Cornelis 1300 gld; hij moest ook de helft van de lening van 2200 gld tot zijn last nemen. Lammert van Delden, geboren 1742, zoon van Teunis Cornelisse van Fenneke Lammers, trouwde in september 1787 met Reintje Roemermans uit Vaassen. Hij is 10 oktober 1808 gestorven, zij was in 1820 nog in leven. Een kleine hypothecaire lening van 800 gld moest Lammert in 1798 opnemen bij Jannes Ledeboer. Deze lening was in 1823 nog niet afgelost.
In de moeilijke Franse tijd weduwe geworden, zette Reintje Roemerman (Reumerman, Ruimerman) met hulp van gehuurde krachten het bedrijf voort. Zij betaalde per jaar 108 gld aan grond- en waterpacht. In 1811 waren maar tien van de 26 hamers in bedrijf; een maalbak was er niet. Haar zoon Jan van Delden, in mei 1791 geboren, wat later ook de zoon Teunis Lamberts van Delden, zijn als papiermakersknechts naar Rozendaal vertrokken. In 1815 woonden Hendrik Slikhan en Gerrit Berends met haar op de molen; de zoon Teunis was in 1819 weer in Loenen werkzaam.
Inmiddels was de weduwe in een proces met de heer van ter Horst geraakt over de pacht van het water en de grond, waarop de molen stond. In 1811 staakte Reintje Roemerman de betaling van de jaarlijkse pacht van 108 geld, wegens een verschil van mening; zij meende dat Hackfort alleen recht had op waterpacht, maar dat de grond haar eigendom was. De rechtbank te Arnhem had in het voordeel van de weduwe beslist op formele gronden: zij alleen, niet haar mede-erfgenamen waren ‘aangesproken’. Natuurlijk ging Hackfot in beroep bij het Hoog Gerechtshof in Den Haag. In november 1819 besliste dit hoogste rechtscollege, dat Hackfort de eigendom van de grond volledig had bewezen en dat Reintje Roemerman en haar ‘mede-geintimeerde’ zoon Teunis acht jaren (1811-1818) pacht, totaal 864 gld hadden te betalen alsmede de kosten van van de rechtszaak, die op 1136 gld werden geschat. Bovendien moesten zij de gepachte grond ontruimen. De inmiddels reeds naar Oosterbeek vertrokken weduwe zag zich genoodzaakt, tegen ‘minnelijke taxatie’ de nog steeds door Teunis bewoonde molen over te dragen aan Hackfort. Op 22 april 1820 vond de overdracht aan de baron plaats door de weduwe, haar zoon Teunis, papiermaker te Loenen, Jan, papiermaker te Oosterbeek en hun zusters Fenneken, Elisabeth en Jacoba, alle drie ‘dienstmeid’, in respectievelijk Loenen, Westervoord en Utrecht. De molen werd op afbraak getaxeerd op 1800 gld, maar dat betekende niet, dat de molen ook werd afgebroken. Teunis van Delden Lammerstz. bleef als pachter op de Achterste Molen, tegen een pacht van 175 gld per half jaar. Zeer waarschijnlijk was dit de pacht voor de beide Achterste Molens, waarvan de tweede molen door Teunis van Delden werd verhuurd aan Derk Ligt.
Blz. 275: Oosterbeek, De Klingenbeekse molen
In 1818 kwam Jan van Delden, zoon van Lammert van Delden, papiermaker op de Achterste Molen in Loenen, met zijn vrouw Jenneken Licht (Ligt) van Rozendaal naar Oosterbeek. Ook zijn moeder, Reintje Roemerman (Reumerman), die weduwe was, vestigde zich hier. Van Delden volgde Pannekoek als pachter op; Jan van Delden en zijn vrouw vertrokken in maart 1846 naar Arnhem, maar de molen wordt nog vermeld in een opgave van papierfabrieken in 1850.
Lammert van Delden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1787 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Reintje Reumerman |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.