Genealogie Blussé uit Dordrecht » Jacob de WITT (1589-1674)

Persönliche Daten Jacob de WITT 

Quelle 1

Familie von Jacob de WITT

Er ist verheiratet mit Anna van den CORPUT.Quelle 3

Die Eheerklärung wurde am 18. September 1616 zu Dordrecht gegeben.

Sie haben geheiratet am 9. Oktober 1616 in Breda, er war 27 Jahre alt.


Kind(er):

  1. Johanna de WITT  1617-1692 
  2. Maria de WIT  1620-???? 
  3. Cornelis de WITT  1623-1672 
  4. Johan de WITT  1625-1672 
  5. Frans de WIT  1627-????
  6. Frans de WIT  1630-????


Notizen bei Jacob de WITT

Jacob de Witt was de jongste zoon vaan Cornelis Franszoon de Witt.
Op zijn vijfentwintigste heeft Jacob de houthandel van zijn vader geerfd. Maar Jacob wilde geen houthandelaar zijn, zijn ambities lagen hoger.


Jacob de WITT, heer van Manizee, Melissant, Cromstrijen enz., geb. te Dordrecht 7 Febr. 1589, gest. ald. 10 Jan. 1674; jongste zoon van Cornelis (2) de Witt (kol. 1449) en Johanna Heymans. Hij studeerde en promoveerde in de rechten; reisde ‘vele jaren’ in Duitschland, Frankrijk, Engeland, Italië en vestigde zich daarna te Dordrecht. Evenals reeds zijn grootvader en vader gedaan hadden, dreef hij hier, waarschijnlijk niet langer dan tot 1633, een houthandel, die gevestigd was in een erf tusschen de Grootekerksbuurt en de Houttuinen, waar de familie ook woonde. Het woonhuis, in tweeën verdeeld, lag aan de Grootekerksbuurt, nu nr. 21 en 23; dit bleef aan de familie, nadat het erf, waar het bedrijf uitgeoefend was, in 1633 en 1651 bij gedeelten verkocht was (Verslag Gemeentearchief Dordrecht 1886 en vgl. vooral Jan van de Maas, pseud. voor J.L. van Dalen, De woonhuizen der De Witten; niet in den handel). Sedert 1618 had hij eenig aandeel aan de regeering als lid van het college van de achten. In hetzelfde jaar werd hij, onder verzet van den ontvanger-generaal Doubleth, thesaurier van de nationale synode. Hij fungeerde als ouderling van de Nederl. Hervormde Kerk te Dordrecht, als hoedanig hij in 1634 gedeputeerd was op de synode van Zuid-Holland te 's Gravenhage (Knuttel, Acta der Part. Synoden van Zuid-Holland, II, 1). Ook was hij curator van de groote of illustre school en van de bibliotheek der stad. In 1620 komt hij voor als lid van het college der veertigen te Dordrecht en als dijkgraaf van Mijnsheerenland. In hetzelfde jaar en daarna nog verscheidene malen als schepen. Van 1625-1637 was hij ontvanger van 's gemeene lands middelen in de stad zijner inwoning. In 1639 en 1640, 1646 en 1647, 1654 en 1655 was hij hier burgemeester der gemeente. Verder was hij meerdere malen gedeputeerde ter Staten van Holland en in 1648 ter Staten-Generaal; lid van de Gecommitteerde Raden van het Zuiderkwartier in 1637-1639 en 1649-1650 en lid van de rekenkamer van Holland in 1643-1645. Als gecommitteerde van de Staten van Holland woonde hij in 1633 de begrafenis van Ernst Casimir bij. Hij fungeerde in 1644-1645 als extraordinaris ambassadeur naar Zweden en Denemarken, deel uitmakende van het gezantschap tot bemiddeling in den oorlog tusschen deze beide landen (hierover Kernkamp, de Sleutels van de Sont, passim); nogmaals ging hij als gezant uit in 1653 naar Lübeck met een gezantschap, dat was afgevaardigd ter bemiddeling tusschen Zweden en Polen. Zijn lidmaatschap van de chambre-mi-partie, waartoe hij kort te voren benoemd was, legde hij toen neer (Resolutiën Holland 7 December 1652). Uit deze opsomming blijkt, welk een aanzienlijk en invloedrijk regent hij is geweest. De meeste bekendheid heeft hij gekregen door zijne houding bij gelegenheid van de twisten tusschen Willem II en Holland in 1650. Hij stond scherp tegenover de politiek van den stadhouder. Zijne politieke geloofsbelijdenis was dus toen ter tijd anders geworden dan die door zijn vader en oorspronkelijk waarschijnlijk ook wel door hem zelf beleden werd. Bij de rondreis van Willem II door de hollandsche steden in den zomer van 1650 nam hij bij het bezoek van den stadhouder aan Dordrecht een zeer onverzoenlijke houding aan; hij betoonde zich zóó hard, zegt een pamfletschrijver (Knuttel, Cat. van pamfletten, 10343), als de eiken planken, waarin hij handel dreef. Dit had ten gevolge, dat hij behoorde tot de zes hollandsche regenten, op bevel van Willem II 30 Juli 1650 gevangen genomen en na een kort verblijf op het Binnenhof naar Loevestein gevoerd. Hij gedroeg zich bij deze gebeurtenis op kalme, waardige wijze. De gevangenschap duurde tot 17 Aug.: toen werd hij losgelaten op voorwaarde, dat hij zich uit de regeering geheel zou terugtrekken; de officieele onderhandelingen hierover met den stadhouder waren door de familie geheel aan de stadsregeering overgelaten; zoo werd alle schijn vermeden, alsof gratie gevraagd en dus schuld bekend ware. Zijne ambteloosheid hield zeer kort na den dood van Willem Il op; twee dagen daarna reeds werd hij te Dordrecht in de regeering hersteld, omdat - zoo redeneerde men - de omstandigheden, waarvoor hij had moeten wijken, toen hadden opgehouden te bestaan. Alleen het door hem in 1650 bekleede lidmaatschap van Gecommitteerde Raden was onderwijl aan Barendrecht (kol. 106) vergeven, wat den ouden heer de Witt zeer ontstemde en aan de verhoudingen onder de dordtsche regenten veel kwaad deed. Na den dood van Willem II en den ommekeer in de regeering, die hiervan een gevolg was, heeft Jacob de Witt niet meer zulk een rol gespeeld als men wel zou verwachten. Hij werd, in den beginne zeker terecht, beschouwd als één der hoofden van de loevesteinsche factie en genoot in ruime mate aandeel in den haat, waarmede deze partij door een groot deel van het volk bejegend werd. Toen in 1653, in de moeilijke omstandigheden van den eersten Engelschen oorlog, op verscheiden plaatsen een groote spanning heerschte, werd zijn leven in den Haag een oogenblik bedreigd. Maar ondertusschen zocht hij zich spoedig aan het staatkundig leven te onttrekken. Reeds in 1654 deed hij moeite den post van raad en rekenmeester van de domeinen van Holland te krijgen, wat hem toen nog niet, maar bij een volgenden keer, in 1657, wel gelukte. Dit stelde hem in staat een zeer rustig leven te leiden. Hij nam zijn intrek bij zijn zoon Johan, toen raadpensionaris. Het blijkt uit niets, dat ‘onse eerwaerde vaeder’, zooals zijne zoons hem in hunne correspondentie gewoonlijk noemden, op de politiek nog invloed had; behalve een enkelen keer, waar het speciaal dordtsche zaken betrof, werd hij niet geraadpleegd. Meer dan één berichtgever vertelt, dat hij op den duur een teruggetrokken leven leidde; hij was, naar het schijnt, een beetje misanthroop. De beide van hem bestaande portretten van Jan de Baen en Nicolaas Maes geven den indruk van een zeer ernstig en stroef, ook van een weinig gepolijst man. Hij kon in zijn optreden zeer hard wezen: zoo in 1650 (zie boven); zoo ook, toen hij in 1647 als burgemeester met vrij ernstige bewegingen onder de gilden te maken kreeg. ‘De burgers zijn klein en moeten dus klein blijven’, liet hij zich toen uit (Knuttel, Cat. van pamfletten, nr. 5596). Toch moet men zich dit niet te overdreven voorstellen. Hij kon ook verzoeningsgezind zijn, indien dit pas gaf. In de Groote vergadering van 1651 was hij één der bewerkers van de amnestie voor de schuldigen aan den staatsgreep van 1650. Den predikant Borstius te Dordrecht, eerst zijn vriend, maar later als vurig Oranje-gezinde hem vijandig gezind en dit niet verbergend, behandelde hij met toegeeflijkheid. Zeker, hij was niet zulk een onbeminnelijk man, als men het dikwijls heeft voorgesteld. Het verhaal, dat hij zijn zoon Johan elken dag herinnerd zou hebben aan de gebeurtenissen van 1650 met de woorden: ‘Gedenk aan Loevestein’, is niet meer dan een anecdote, die desnoods gebruikt mag worden om 's mans staatkundige gevoelens te illustreeren, niet echter, zooals dikwijls geschied is, om hem voor te stellen als iemand, van haat tegen het Oranje-huis vervuld. Of hij in April 1660 wezenlijk op een gastmaal ten huize van den raadpensionaris, waar verschillende Oranje-gezinden aanwezig waren, de gezondheid van den jongen Prins gedronken heeft, zooals de fransche gezant schrijft (Archives de la Maison d'Orange-Nassau, S. II, t. V, 195)? Het is niet onmogelijk, maar wel bevreemdend. Op godsdienstig gebied bleef Jacob de Witt tot zijn dood een geloovig aanhanger der heerschende kerk; geen contra-remonstrant echter in dezen zin, dat hij den predikanten invloed in het staatkundige zou hebben willen toekennen. Van zijne godsdienstige gezindheid leggen twee bundeltjes gedichten van hem getuigenis af. Geen van beide (Vier hondert zedige tweelingen, anno 1668 gegroeyt in 't Haagsche Bosch en Eenvoudige uytdrucksels van godvruchtige gedachten, het laatste na zijn dood door de familie uitgegeven) hebben eenige dichterlijke waarde. Tot 's mans vrienden behoorden Cats, die als pensionaris van Dordrecht veel bij hem aan huis verkeerde. In 1672 kreeg hij zijn aandeel in den hoon en laster, waarmede zijn zoons toen overladen werden. Hij werd onder meer uitgescholden als ‘ouden Nero, aartsverrader en tiran van Loevestein’ en beschuldigd van ongeoorloofde minnarijen in het Haagsche Bosch (Knuttel, Cat. van pamfl., nr. 10343). Op den dag van den moord zijner zoons werd hij, in den loop van den middag, uit het huis op den Kneuterdijk, waar zijn zoon Johan toen woonde, in veiligheid naar elders overgebracht. Kort na de vermoording zijner zoons vroeg hij ontslag als rekenmeester (Resolutiën Holland 27 Sept. 1672) en ging naar Dordrecht, waar hij tot zijn dood bij zijn dochter Johanna, de vrouwe van Zwijndrecht, woonde. Hij huwde 9 Oct. 1616 met Anna van den Corput uit een bredasche familie (geb. 24 April 1599, gest. Jan. 1645). Zij was blijkens haar portret (van Jan de Baen; schilderijen-museum te Dordrecht) een vrouw van een aangenaam, frisch uiterlijk, die zeer voor zich moet hebben ingenomen. Uit het huwelijk sproten 7 kinderen, waarvan 3 jong gestorven. De oudste waren twee dochters: Johanna, die huwde met Jacob van Beveren, heer van Zwijndrecht (kol. 110), en Maria, die huwde met Diederik Hoeufft; heer van Fontaine-Peureuse (kol. 594); de jongste waren de bekende zoons: Cornelis (3) (kol. 1450) en Johan (5) (kol. 1459). Hij is, evenals zijne vrouw, begraven ir de Catharina-kapel in de Groote kerk te Dordrecht. Jacob de Witt liet een vermogen van omstr. anderhalve ton na.

Het Schilderijen-Museum te Dordrecht bezit 2 portretten door J. de Baen en N. Maes.


Literatuur: behalve de algemeene werken, waarover zie bij Johan (5) de Witt, de studies van J.D. Veegens, Geddes en Jacob de Witt, in Hist. Studiën, II, 1 vlg., en C.A. van Sypesteyn, Jacob de Witt, in Holland in vroegere tijden, 92 vlg.; Balen, alsvoren, 226 en 1323.


Lid van de Raad van Acht in Dordrecht (1618)
Penningmeester tijdens de Dordtse Synode (1618-1619)
Schepen (1620, 1621, 1623, 1624, 1628, 1629, 1632, 1633)
Dijkgraaf van Mijnsheerenland (1622)
Ontvanger van de gemene middelen (1625)
Ordinaris Bevoegd tote Vergaderinge van de Heeren Staten van Holland, en West-Vriesland (1625)
Burgermeester van Dordrecht (1639, 1640, 1646, 1647, 1654, en 1655)
Gemachtigd in 't College van de Staten Generaal (1648)
Extraordinaris Ambassadeur aan de Koornen van Zweden, en Denemarken

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Jacob de WITT?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Jacob de WITT

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Vorfahren (und Nachkommen) von Jacob de WITT

Frans de WITT
1516-1565
Andries HEIJMANS
± 1520-1569
Alid KOLFF
± 1525-????

Jacob de WITT
1589-1674

1616
Maria de WIT
1620-????
Johan de WITT
1625-1672
Frans de WIT
1627-????
Frans de WIT
1630-????

    Zeige ganze Ahnentafel

    Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

    • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
    • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
    • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.



    Visualisieren Sie eine andere Beziehung

    Quellen

    1. Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, deel 3
    2. Matthys Balen / Beschrijving van Dordrecht, blz 1020
    3. Regionaal Archief Dordrecht

    Anknüpfungspunkte in anderen Publikationen

    Diese Person kommt auch in der Publikation vor:

    Historische Ereignisse

    • Stadhouder Prins Maurits (Huis van Oranje) war von 1585 bis 1625 Fürst der Niederlande (auch Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genannt)
    • Im Jahr 1589: Quelle: Wikipedia
      • 1. August » Der Dominikaner Jacques Clément sticht mit einem Messer auf den französischen König Heinrich III. ein. Der Attentäter wird von den herbeieilenden Wachen umgebracht, der König stirbt am nächsten Tag an seinen Verletzungen.
      • 2. August » Frankreichs König Heinrich III. stirbt an den am Tag zuvor erlittenen Attentatsverletzungen. Nach dem damit verbundenen Ende der Dynastie Valois kommen mit Heinrich von Navarra die Bourbonen an die Macht.
      • 5. August » Der Führer der Katholischen Liga, Charles de Lorraine, proklamiert Charles de Bourbon unter dem Namen Karl X. zum neuen französischen König, um zu verhindern, dass dessen hugenottischer Neffe Heinrich von Navarra den Thron besteigt.
      • 27. September » Der Bau des Münchner Hofbräuhauses beginnt. Bayerns Herzog Wilhelm V. lässt eine Brauerei für den Bierbedarf des Wittelsbacher Hofes und seiner Bediensteten errichten.
      • 28. Oktober » Der vermutlich geisteskranke Peter Stump wird von der Gerichtsbarkeit in Bedburg schuldig gesprochen, in Gestalt eines Werwolfes mindestens 16 Morde, Vergewaltigungen sowie Inzest begangen zu haben. Des Weiteren werden ihm Zauberei und das Zusammenleben mit einer „Teufelin“ vorgeworfen. Wenige Tage später wird er durch Rädern und Enthauptung hingerichtet. Nach Stump werden Werwölfe im Rheinland bis heute Stüpp genannt.
    • Stadhouder Prins Maurits (Huis van Oranje) war von 1585 bis 1625 Fürst der Niederlande (auch Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genannt)
    • Im Jahr 1616: Quelle: Wikipedia
      • 29. Januar » Die niederländischen Seefahrer Jacob Le Maire und Willem Cornelisz Schouten gelangen erstmals auf dem Weg um das Kap Hoorn in den Pazifik.
      • 28. Februar » Die Rädelsführer des sogenannten Fettmilch-Aufstandes in Frankfurt am Main, Vincenz Fettmilch, Konrad Gerngroß, Konrad Schopp und Georg Ebel, werden auf dem Frankfurter Roßmarkt hingerichtet.
      • 5. März » Das Heilige Offizium der römischen Inquisition verbietet das Buch von Nikolaus Kopernikus, De revolutionibus orbium coelestium, mit dessen heliozentrischem Weltbild.
      • 5. Juli » William Baffin und Robert Bylot entdecken die Einfahrt von der Baffin Bay in den Smithsund.
      • 10. Juli » Robert Bylot und William Baffin entdecken auf der Suche nach der Nordwestpassage die Einfahrt in den Jonessund, den sie jedoch für eine Bucht halten.
      • 25. Oktober » Mit dem Landgang auf der nach ihm benannten Dirk Hartog-Insel in der Shark Bay an der Westküste Australiens betritt der niederländische Seefahrer Dirk Hartog als zweiter Europäer australischen Boden.
    • Stadhouder Prins Willem III (Huis van Oranje) war von 1672 bis 1702 Fürst der Niederlande (auch Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genannt)
    • Im Jahr 1674: Quelle: Wikipedia
      • 19. Februar » Mit dem Zweiten Frieden von Westminster endet der Dritte Englisch-Niederländische Seekrieg. Die bereits im Frieden von Breda abgetretene niederländische Kolonie Nieuw Nederland fällt endgültig an England.
      • 21. Mai » Der bisherige Großhetmann der Krone Jan Sobieski wird nach seinen militärischen Erfolgen gegen die Türken als Nachfolger des im Vorjahr verstorbenen Michael Wiśniowiecki zum König von Polen und Großfürsten von Litauen gewählt. Er verfolgt in seiner Regierung das Ziel, die Macht von Polen-Litauen im Baltikum zu festigen.
      • 16. Juni » Im Holländischen Krieg gelingt es dem französischen Heer unter Führung Turennes in der Schlacht bei Sinsheim den verschanzten kaiserlichen Truppen nach erbitterten Kämpfen zum Rückzug zu zwingen.
      • 4. Oktober » Die Schlacht bei Enzheim zwischen kaiserlichen und französischen Truppen im Holländischen Krieg endet ohne Sieger.
    

    Gleicher Geburts-/Todestag

    Quelle: Wikipedia

    Quelle: Wikipedia


    Über den Familiennamen De WITT

    • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen De WITT.
    • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über De WITT.
    • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen De WITT (unter)sucht.

    Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
    Lucas van Heeren, "Genealogie Blussé uit Dordrecht", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-blusse-uit-dordrecht/I1208.php : abgerufen 17. Mai 2024), "Jacob de WITT (1589-1674)".