Zijn moeder, de Weduwe van Isak van Grunningen (in zijn leven Majoor van een infanterieregiment in dienst van de Staten Generaal) krijgt drie duizend Rijksdaalders van 48 zilveren stuivers, en wanneer zijn moeder niet in leven is dan gaat dat geld aan de kinderen van het College van de Admiralieit van Amsterdam.
Dan word een vrije vrouwe Maria Boho, geboortig Coslan een maandgeld van dertig Rijksdaalders gegeven (twee executeurs in Batavia delen het aan haar uit) totdat ze in ondertrouw gaat, of meerderjarig wordt. Vijf van zijn natuurlijke kinderen, te weten: Jacob, Isaak, Willem, Dominicus en Hendrik moeten op die tijd (ondertrouw of meerderjarigheid) uit hun erfdelen ieder 200 rijksdaalders aan Maria Boho schenken, tot een bedrag van 1000 rijksdaalders (en iedere keer dat 200 rksd overgemaakt wordt, wordt het maandgeld met zes rijksdaalders vermindert.
Ook moet Maria Boho alle klederen, goud en zilveren juwelen wat zij gelegentlig gekregen heeft behouden.
De twee Executeurs in Batavia, krijgen een met goug beslag degen en een met goud beslagen degen-foudraal.
Dan worden alle ZES natuurlijke kinderen als erfgenamen genoemd, de oudste, Maria Dirks is huisvrouw van Willem Welborn, en van haar wordt de som van 1500 rijksdaalders afgetrokken omdat ze die als huwelijsgift al gekregen had. De andere vijf zijn de bovengenoemde jongens.
Hendrik, de jongste krijgt het persoonlijke goud en zilver dat T.J. bij zich droeg.
De Executeurs zijn Hendricus Jacobus van Suchtelen (baljuw in Batavia), en Abraham van Suchtelen Koopman te Batavia.
(Beide bekende VOC figuren in Batavia, de laatste was later directeur in het Japanse kantoor).
Zij is getrouwd met Theodorus Jacobus van den Heuvel.
Zij zijn getrouwd rond 1740 te Batavia.
Vrije vrouwe Maria Boho, geboortig van Colan (testament Theodorus).
Kind(eren):
Maria Boho | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1740 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Theodorus Jacobus van den Heuvel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||