Mercurij ..? Januarij 1658 - Drost ende Richter Georgh Nicolaes vander Lawick, Coernoten Derck Bredthouwer, Jan ten Brincke, Herman Huninck, Jan Nachtegall
Erschenen Sweerken Locken Weduwe wijlen Berndt Janknecht, met Herman Huijninck, haren in deser saeken erkorenen ende toegelaetenen Momber, ende mede ten overstaen van Engelbertus Smit haeren schoonSohne, die bekande
oprechtelicker wettelicker schuldt, vermoge haeres zaligen Mans schrifftlicke obligatie, aen die Armen tott Bredevoort, offte die tijttelicke Provisoren als Administrateuren der Armen goederen aldaer schuldich te sijn de Summa van hondert dall. Capitael, mitzgaeders twie Jaeren pension tott vijff per cent, daervan het leste Jaer den Elfften Junij 1657 verschenen is. Belovende Comparante van de voorschreven Capitael Summa Jaerlix in dato voorschreven te betaelen
fol. 67 – vijff daeler pension verbindende daervoor alle haere roerende ende onroerende goederen ende in specie hett huijs tot Aelten int Dorp staende, teneijnde die Armen voornoempt daervan offte uijtte huijr vandien die pension haer sullen mogen sonder enige procediere betaelt maeken, enden de Capitael Summe int voorschreven huijs bevestiget sijn ende blijven totter tijdt der Loese, met renuntiatie van alle beneficien ende exceptien rechtens
fol. 108 v – Martis 17 Augusti 1658 - Stadtholder Joost ter Vile. Coernoten Peter Cloeck, Willem Hertlieff,
Erschenen Sweerken Locken Wedu(we) Berendt Janknechts met Engelbert Smit haeren Schoonsoon, in desen haeren erkorenen ende toegelatenen Momber, gelijck oock dieselve Engelbert S(mit) is gecompareert als Man ende Mom(ber)
sijner huijsfrouwen Grietijen Jankne(chts), naegelatene dochter van wijlen Berend(t) Janknecht, voor haar selffs, als oock Henderick Janknecht ende Jan Locken ende haeren samptlicken Erven, als Ohmen ende natuijrlicke Mombaren van
naegelatene onmondige Kinderen van Berendt Janknecht voornoembt, die bekanden in qualiteit voorschreven opgenomen ende ontfangen te hebben van Henderick Doeinck ende Willemken Hettersche Eheluijden, die Summa van Vierhondert Dall. tott 30 str. t’stuck ende dat tott dempinge van haer Comparanten respective zalige Mans ende Vaeders schulden, ende
in specie tott betaelinge van eenhondert Dall. an die Armen tott Bredevoort Gerichtelic(k) gevestight den 20 Januarij 1658, Ende dan an Jan Locken die Summa van eenhondert twintich gulden, welcke penningen hij Jan Locken voor Comparanten respective Man ende Vaeder deels voor verschenen pachtpenninghen
fol. 109 –bij parate executie gecompelliert sijnde, heefft moeten betaelen aen die Erffgenaemen van wijlen den Rentmeijster der Giestelicker goederen Jan van Haegen, mitzgaders dertich gulden anden Lieutenant Stump, vermoege quitantie daervan sijnde, Item noch tott afflegginge van een hondert Dall. soe ten prijse voorschreven bij Comparanten respective zalige Man ende Vaeder van eenen Idinck in Varssevelt opgenomen is, Als oock noch een hondert gulden met 36 gulden interesse enden dan noch Een ende Viertich gulden 15¼ str. an Henderick Janknecht, sijnde dieselve posten Gerichtelick gevesticht in der Comparanten behuijsinge in dato den 9 Februarij naestleden, Voor welcke penningen Comparanten tott eenen specialen onderpande stellen haere behuijsinge ende schuijre mett het hoeffken daerbij, inden Dorpe Aelten anden Brinck in sijne kennelicke bepaelinge gelegen, welcke voorbenoembde parcelen Comparanten bij desen voor den tijtt van ses Jaeren, met drie Jaeren opteseggen, verhuijrt ende verpacht hebben ahn gemelte Hendrick Doeinck sijner huisfrouwen ende erven tegens Maij 1659 intetrecken ende antevangen. Op conditien dat hij van die huijre totten affloesse toe jaerlix die pension tegens vijff ten hondert sall mogen Korten ende die overige huijr offte pachtpenningen betalen aen de Comparanten dewelcke bij desen mede
fol.109 v – beloofft hebben hem Doeinck sijne huijsfrouwen offt erven bij die huijre te comtinueren ende niemandt anders hem te præferere(n) so lange hem sijn Capitaele Summa g(eldes) vorgemelt /: naedat hem dieselve een (halff ) Jaer te voren sall verkundigt sijn( :/ ) niet en sall sijn gerestituiert, (Alles ) ter goeder trouwe, sonder fra(ude,) arch offte list.
Martis 9 Februarij 1658 - Drost ende Richter Georgh Nicolaes van der Lawick Coernoten: Peter Cloeck, Willem Hertlieff
Erschenen Derck Bredthouwer ende Jan Nachtegall Coergenoeten des Aeltensche Landtgerichts ter instantie van Henrick Janknecht ende exhibierden sekere schrifftlicke bekentenisse van Sweerken Locken, Weduwe van zal. Berndt Janknecht onder gemelte Swirkens ende Jan Grievincks Ondervoogts als getuijgen onderschreven handen, verklarende Comparanten dat sie den 3. deses gemelte schrifftlicke bekentenisse haer Swierken woortlicken voorgelesen, vragende, off sie dieselvige gelijck daerin vervattet gerichtlicken wilde bestedigen, waerop Sie geantwort Jae ende an haer Comparenten handen also woortlicken bestediget hedde, mit versoeck dieselve also te protocollieren. Luijdende dieselve van Woort tott Woorde als Volgt:
Bekenne ick Swier Locken deugdelijcke
fol 69 v – scholt schuldich te sijn an Mijn zal. mans Broeder Henrick Janknecht sestijn Rijxdaller drieendartich stuijver ende een oort van onse huijs gecofft ende noch onbetaelt de somma voorschreven luijt affrekeninge. Noch hebben mijn Mans Broeder Henrick Janknecht ende Jorden Pijper voor ons opgenomen van den zal. Rentmeister Hagen de Somma van hondert Carl gulden, neffens ses Jaeren Interesse t’hondert voor ses derselve guldens, waervoor ick mijnen halven
Slettenhof ten waren onderpandt datelick int gebruijck te nemen hebbe gesath, off sette tott datt Ick die voornoembde penningen wederom hebbe uijtgekiert, voldaen ende betaelt. Noch hebbe mijn zal. Man ende Ick van eenen Idinck in
Varzevelt de somma van hondert dall. Ende derwijle den voornoembden Idinck in een stuck landts gelegen opten Aelter Esch bij de Windemolle was verschreven ende deur noot van Heeren Pennongen t’selve landt deur mijn zal. Mans vrinden
ende mijn eigen broeder moeten verkofft worden, so stelle Ick hiervoor ten wahren onderpandt alle mijn gerede ende ongerede goederen, geene uhtgesondert, specialick mijn huijs ende schuijr staende inden Dorpe Aelten, om in cas van missbetaelinge genoechsam daeran te mogen verhalen. Versoecke dat dit ten protocoll mach worden gestelt, sulx betuijge Ick mit mijn eijgen handt. Aelten den 10. Dezember 1657. Was onderschreven: Suerken Locken, Jan Grevinck als
getuijge
Zij is getrouwd met Berndt JanKnecht.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Swierken Locken | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berndt JanKnecht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||