De geslachten Van der Maat » Mor Gerritsz (van Dashorst) (1443-????)

Persoonlijke gegevens Mor Gerritsz (van Dashorst) 


Gezin van Mor Gerritsz (van Dashorst)

Hij is getrouwd met Lysbeth (van der Maeth?).

Zij zijn getrouwd in het jaar 1470, hij was toen 27 jaar oud.Bron 2


Kind(eren):

  1. Jacob Morre van der Maeth  1480-< 1529 


Notities over Mor Gerritsz (van Dashorst)

Verver, woont tot 1478 en 1481/1482 in Amersfoort, in 1478/1479 en vanaf 1483 in Utrecht. Raad 1468, vijve 1468, schepen 1470, 1483, burgemeester 1475, 1481 [http://wc.rootsweb.ancestry.com/cgi-bin/igm.cgi?op=GET&db=dreckes&id=I4593]

Hij wordt in 1471(?), 1479 burger van Utrecht (Booth, suppl. cat. Gem. Arch. Utrecht, no.11), voorts vermeld in 1479 en is mogelijk identiek met Moer de verwer, die in 1483 met vele andere burgers gedwongen werd geld te lenen aan de stad Utrecht (Wijburg,W.A.; Ned. Leeuw,76,1959, p.1; "Antonie Mor van Dashorst,'vermaard schilder van Utrecht' en zijn naaste familie").
"Alleen een wapenboek in het archief van Wassenaer (A.R.A.) vermeldt een wapen van een Stichtse familie Mor van Dashorst, n.l. in goud twee toegewende zwarte vleugels (Ned. Leeuw 1927, k. 60). Het ontstaan van deze dubbele geslachtsnaam is door ons onderzoek duidelijk geworden. Het feit, dat de stamvader Mor van dashorst in 1471 burger van Utrecht werd en hij dus van elders moet zijn gekomen, maakt herkomst uit Amersfoort of omgeving zeer waarschijnlijk, termeer daar Amersfoortse relaties aangetoond kunnen worden."

"De in dit artikel genoemde Meyns van Ysselt moet o.i. in lauwe familierelaties gestaan hebben tot het geslacht van Dashorst; dat wij niet hebben kunnen ontdekken op welke wijze, wijst erop, dat er niet gevonden familieleden van Dashorst kunnen hebben bestaan, en het artikel zelf dus niet volledig zou kunnen zijn."(Wijburg,W.A.; Ned. Leeuw,76,1959, p.1; "Antonie Mor van Dashorst,'vermaard schilder van Utrecht' en zijn naaste familie").

Dem Buch van Rootselaar, Amersfoort 777 - 1580, kann man viele wichtige Einzelheiten entnehmen, die es erlauben, auf eine Machtubernahme in Amersfoort zwischen 1478 und 1483 durch eine Gruppe zu schlieszen, die den Familien van der Maeth und van Ysselt feindlich gegenuber standen. Mor Gerritsz, der mit zwei einfluszreichen van der Maeth 1478/79 verbannt wurde (beides ehemalige Burgermeister von Amersfoort), war unseres Erachtens identisch mit Mor Gerritsz van Dashorst, in Utrecht genannt "Mor de verwer".

Sehen wir uns seinen Aufenthalt in Amersfoort und Utrecht an, so finden wir ihn in den Jahren bis 1470 im Stadtrat von Amersfoort, im Jahr 1471 als neuen Burger von Utrecht, doch im Jahr 1475 wieder in Amersfoort. 1478/79 die Verbannung aus Amersfoort mit mitgliedern der Familien van Westrenen, van der Maeth und van Ysselt. Im Jahr 1479 finden wir ihn dann in Utrecht wieder, wo er ja seit 1471 das Burgerrecht inne hatte:
"1479, 19. April: Burgemeester enz. van Utrecht delen aan burgemeester enz. van Tiel mede, dat hun burger Mor van Dashorst verklaard heeft, dat 15 zakken weit geladen zijn in het schip van Claes van Beesd."
Nach ungefahr zwei Jahren fand eine Ruckkehr zu den alten Machtverhaltnissen satt, und wir finden dieselben alten Namen in der Stadtverwaltung vor wie ehedem, darunter Mor Gerritsz als Burgermeister, namlich 1480/81. Doch mit dem Jahr 1482 trat die alte Garde ganz ab von der Buhne offentlicher Amter, und wir finden Mor Gerritsz van Dashorst 1483 in Utrecht wieder, wo er als Mor "de verwer" auftritt, und dort schlieszlich auch bleibt.

Ein kurzer Uberblick uber die Verhaltnisse Im Stadtrat von Amersfoort:

Um 1430 werden zuerst Raaden der stad erwahnt, die es bis dato nicht gegeben hatte. Es wurde in den folgenden Jahren auch eine allgemeine Versammlung des alten Stadtrats mit dem neuen und der Gemeinde eingefuhrt ("die Raet Out, Nye ende Gemeente"), bei der bestimmte Personen Stimmrecht hatten, wie im Jahr 1445 genau definiert wird. "Ook werd vastgesteld dat wanneer die Raet Out, Nye ende Gemeente te samen sullen wesen, soo sal men mede bieden alle die geenen, die in de oudste Stee geseten hebben, by soo verre in den Raed komen of wesen mogen."

Waarschijnlijk zijn door hen "die in de oudste stee gezeten hebben", diegenen te verstaan, die de plaats van overste of oudste Scheepenen en Raaden in vroegere jaren bekleed hadden. (v.Bemmel, p. 481).

Diese Erweiterung des obersten Beschluszgremiums der Stadt sollte offenbar ausgleichend auf die Gegensatze in dem von Familienclans dominierten Machtgefuge der Regierung wirken. Dadurch wurde eine gewisse Abwechslung bei den machthabenden Familien erreicht, wie sich auch in den Namen der uns erhaltenen Regierungsmitglieder zeigt. Auszerdem sollte diese Regelung offenbar das allzu parteiliche Ausnutzen der Regierungsmacht verhindern, da ja immer bei einer "Allgemeinen Versammlung des alten Stadtrats mit dem neuen und der Gemeinde" eine Abrechnung drohte. Schlieszlich eroffnete diese Regelung auch unparteiischen und fur alle vertrauenswurdigen Personlichkeiten, die keinen groszen Familienclan hinter sich hatten, die Moglichkeit, in den Stadtrat gewahlt zu werden.

1468:
Raad: Mor Gerritsz, Vijve: Mor Gerritsz, Burgemeester: Elyas van Weede
1470:
Schep: Mor Gerritsz
1471:
Burg: Elyas van Weede, Schep: Yan van Ysselt
1472:
Burg: Wouter van der Maeth, Schep: Jan van Weede
1473:
Schep: Wouter van der Maeth
1474:
raad: Wouter van der Maeth
1475:
Burg: Mor Gerritsz
1476:
Burg: Wouter van der Maeth, Schep: Jorden van der Maeth
1478:
Burg: Jorden van der Maeth, Schep: Wouter van der Maeth, Raad: Jan van der Maeth, Vijve: Jan van der Maet

Die Regierung der Stadt schien fester in der Hand der Vermaeth als je zuvor. Doch geschah Folgendes im Laufe des Jahres 1478:

1478. "In den loop van dit jaar bepaalde de Raad, Oud, Nye en Gemeente dat op dertienen avond als de nieuwe Raad gekozen was niemand eenig officie of dienst zoude gegeven of opgeleid worden voor den tijd dat de oude raad tegenwordig was geweest. van Bemmel bldz. 487".

Dieser neugewahlte Rat, der aus "feindlichen" Ratsleuten bestand, verbannte unter anderen auch die vorigen Burgermeister Jorden und Wouter van der Maeth, Mor Gerritsz, Elias van Weede und Willem van Ysselt:

"Ind oock by alsoo dat Wouter van der Maet, Jorden van der Maet, Mor Gerritsz, Elis van Wee, Willem van Ysselt ende Jan van Westrenen Petersz, niet binnen hare stede en sullen woenen in eenigerlye wys dan by onsen wil weten en consente.."

Zu weiteren verbannten Personen gehorte, wie aus einer ganzen Reihe von "Vergunningsbriefen", die noch in Amersfoort erhalten sind, hervorgeht, auch Jan van Ysselt Jansz. (derselbe, der spater als Hylinxman bei der Heirat von Philips Morren van Dashorst 1510 auftritt).

Willem van Ysselt verkaufte sein offentliches Amt als Schepen-Klerk daraufhin:

De Schepen-Klerk
Het klerk-ambt was zeer onderscheiden van de betrekking van Secretaris. Hij was de Seceretaris van het gerecht. 1439 werd dat Klerkambt op den Huyse gegeven in dusdaniger manieren dat men hem niet afsetten noch ontgeven en sal den dyenst voirsz, ten wair dat die Rait, Out, Nye ende Gemeente gementelicken kenden, dat hy deze Ampte ofte Officie verzuemt ende verbuert hadde.
Daartegenover staat, dat met goedkeuring van den Raad Willem van Ysselt, die omstreeks 1468 schepen-klerk was, zijn klerkamt in 1478 verkocht aan Henrick van Schaewyck.

Mor van Dashorst wurde 1479 mehrfach vermeldet in den Akten der Stadt Utrecht. Dann fehlt jede Spur von ihm bis 1483, wo er als Mor "de verwer" auftritt.

Nachdem in 1479 der Rat der Stadt Amersfoort komplett mit "feindlichen" Familien besetzt war (Schout: Rycout Smit), kommt 1480 als Schoffe wieder Wouter van der Maeth vor. Als Schout finden wir ubrigens in diesen beiden Jahren nicht Elyas van Weede.

In diesem Jahr musz wohl auch Mor Gerritsz wieder aus Utrecht zuruckgekommen sein; denn im folgenden Jahr finden wir ihn in Amersfoort wieder:

1481.
Mit diesem Jahr hat die Wiedereinrichtung der alten Machtverhaltnisse stattgefunden, da wir als Schout wieder Elyas van Weede finden, als Burgemeester Mor Gerritsz zusammen mit dem ebenfalls verbannt gewesenen Jan van Westrenen Petersz, und unter den Schoffen Willem van Ysselt und Thomas van der Maeth. Als Stadtkammerer finden wir Willem van Ysselt.

1482 finden wir ebenfalls mehrere van der Maeth im Stadtrat:
Burg: Wouter van der Maeth, Schep: Gerrit van Westrenen, Raad: Jan van Ysselt Jansz, Bart. van der Maet, Jorden van der Maeth.

Aus diesem Jahr sollen laut van Rootselaar noch verschiedene "Vergunningsbriefe" im Gemeindearchiv Amersfoort erhalten sein, darunter auch der fur Jan van Ysselt Jansz.:

"Vergunning word geschonken an Johan van Isselt Jansz en diens beide zonen Volken en Meeus in 1482." Dieser Meeus ist wahscheinlich Meyns van Ysselt, der 1510 bei der Hochzeit Philips Morren van Dashorst zusammen mit seinem Vater Jan Jansz als Trauzeuge auftritt.

Doch schon im Jahr 1483 kulminierte die Auseinandersetzung, nachdem nur Mor Gerritsz im April zum Schoffen wiedergewahlt worden war. Diesmal ging der Kampf fur die Vermaeth offenbar verloren, und die Familie verschwand fur langere Zeit aus dem offentlichen Leben, bis mit Cornelis Vermaeth 1539, der Sohn Jacob Morrens van der Maeth, wieder ein Vermaeth als Stadtrat auftrat.

Ein Zeichen fur das, was im Jahr 1483 geschah, bildet die Bemerkung Jan Botters, secretaris van Amersfoort: "......Willem Pyls, die door en by overval in syn plaats kwame":

De Secretaris
De zorg voor alle zaken, die de Regeering en de Politie betroffen, was opgedragen aan den Secretaris. Het blijkt, dat die betrekking door belanhebbenden gekocht werd van de stad. Ten minste van den eersten Secretaris, van welken men melding gemaakt vindt, Jan Botter Jansz, lezen wij, dat hij aan de stad schuldig was een som van 490 gouden Arnoldus Arnhemsche gulden voor het schrijambt op den Huse.

Wouter van der Mathe Roelofsz ende Egbert Hubertsz waren zijn borgen.

Van Bemmel, p. 712, aan wien dit bericht ontleend wordt, gelooft, dat de man reeds in 1483 overleden was; hij was echter nog in leven op den eersten Woensdach na den heiligen paeschdag van het jaar 1488. Op dien dag draagt Jan Botter Jansz, Secretaris, voor hem en zijn erven aan de stad weder op "dat Seceretarisambt, dat hy van de stad gecocht had om een eker some van penningen, zoodat de stad hetzelfde ambt sal mogen versetten, verstellen, vercoopen, geven ofte doen bedienen van enige die hem dat en soet believen sal, sonder becroen van my ofte toesegens ofte recht dairan te hebben of te houden."
Vergeleken met het bericht van van Bemmel, p. 712, door hem in zeker Politieboek van het jaar 1483 gevonden en aldus luidende: "Hier eyndt den olden Jan Botter, Secretaris in syn tyd, syn register ende volcht hyer nae Willem Pyls registeren, die door en by overval in syn plaats kwame" zou men daaruit besluiten, dat er tusschen den Secretaris Jan Botter Jansz en den Raad oneenigheid of moeielijkheid bestaan heeft. Vreemd is het in ieder geval, dat hij het door hem gekochte Secretaris-ambt teruggeeft, nadat reeds vijf jaren lang datzelfde Secretarisambt door een ander bediend was.

1510 Omnium Sanctorum (1 nov.) : Jacob Morren van der Maet, Roelof Pieterszoen, schilder, Meyns van Isselt en Jan van IJsselt, huwelijkslieden tussen Philips Morren van Dashorst en Lisbeth Evertsdr. van der Beeck.

Die gleichzeitige Verbannung mit zwei van der Maeth legt nahe, dasz Mor Gerritsz mit diesen eng verwandt war, wie auch mit Willem van Ysselt.

Mor van Dashorsts Sohne nannten sich (laut Buchell) sowohl van Dashorst wie auch van der Maeth (Jacob Morren van der Maeth), welcher laut Aussage Buchells ein Bruder von Philips Morren van Dashorst war. Als Heiratszeugen treten 1510 bei dessen Hochzeit Sohn und Vater Meyns und Jan van Ysselt, und Jacob Morre van der Maeth auf.

Die Folgerung ist deshalb nicht gewagt, dasz es sich bei Mor Gerritsz um Mor Gerritsz van Dashorst handelt, zumal auch schon Wijburg (W.A. Wijburg, Ned. Leeuw, 1959, p. 230 ff.) postuliert, dasz Mor van Dashorst aus Amersfoort nach Utrecht gekommen ist.

Wegen der notwendigen engen Verwandtschaft zu den Vermaeths ist er dann wohl mit einer Lysbeth van der Maeth verheiratet gewesen. Das wurde zumindest erklaren, wieso andere van Dashorst, die nicht so eng mit den van der Maeth verwandt waren, in Amersfoort geblieben sind.
[http://wc.rootsweb.ancestry.com/cgi-bin/igm.cgi?op=GET&db=dreckes&id=I4593]

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Mor Gerritsz (van Dashorst)?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Mor Gerritsz (van Dashorst)

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Mor Gerritsz (van Dashorst)


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. http://wc.rootsweb.ancestry.com/cgi-bin/igm.cgi?op=GET&db=dreckes&id=I4593
    2. http://wc.rootsweb.ancestry.com/cgi-bin/igm.cgi?op=GET&db=dreckes&id=I1331

    Over de familienaam (van Dashorst)


    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Peter J.R. Vermaat, "De geslachten Van der Maat", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/de-geslachten-van-der-maat/I3.php : benaderd 8 mei 2024), "Mor Gerritsz (van Dashorst) (1443-????)".