017. Schout en schepenen van Amersfoort oorkonden dat de godshuisberadersGijsbert Scoutensoen van den Kelre en Reyner Poytensoen met toestemming vande raad hebben gegeven aan Thomas van der Maet de helft van een akker op deCollant, in gemeenschappelijk eigendom met het kapittel, en gelegen naasthet erf van Herman Verken en een akker land van Johan Hillenzoon.Datering 24 november 1354, Inv.nr. 1 fol.42v.
165 Kapittel van St. Joris te Amersfoort
3. Bijlage
3.2. Regestenlijst
080. Johannes Chrispiniani, notaris, oorkondt dat Theodoricus Coninck heeft verklaard een altaar te hebben gesticht en begiftigd in de St.-Joriskerk, toegewijd aan Jan Baptist, dit voor het zieleheil van Gisebert Scoutensoen, Ludeman Beren soen, zijn ouders en alle zielen, waarvan de collatie na zijn dood zal voor zijn leenvolger.
Datering 11 mei 1407
NB Inv.nr. 1 fol.81r-82v.
Druk: Weergave van de inhoud bij Van Rootselaar, I p.364-366.
165 Kapittel van St. Joris te Amersfoort
3. Bijlage
3.2. Regestenlijst
081. Frederik, bisschop van Utrecht, oorkondt de altaarstichting van 11 mei 1407 te bevestigen.
Datering 22 mei 1407
NB Inv.nr. 1 fol. 84.
1407 finden wir in der Stiftungsurkunde des Altars von dem Heiligen Johannes dem Taufer (an der
Nordseite der groszeren Kirche (St. Joris), durch Theodoricus Coninc, burger van Amersfoort,
gestiftet fur die Seelen von Gijsbert Scouten und Ludeman Beren Soen, folgenden Passus:
"Daartoe geeft hy....... Vyf pont uyt Morretgens hofstede dairop die een side naist geerft is Ebbert
die Beer en op die andere side Evert Rycout Morretgens soen en dese hofsteden voirg is gelegen in
die lange straet."
Morretgen ist die weibliche Form von Morre. Weiterhin haben wir eine Information aus einer alten Handschrift:
Wijburg, p. 235:
"Volgens een 16de eeuws H.S. was een de Beer gehuwd met een Mor of een van der Maeth: het geeft als wapen van de vrouw een z.g. Agnus Dei, hetgeen volgens de schrijver een van der Maethwapen ... kan zijn....".
Tatsachlich gebrauchten die van der Maeth ein Agnus Dei als Wappen, so auch Jacob van der Maeth und Cornelis van der Maeth, Burgermeister von Utrecht und Nachfahren von Mor Gerritsz (siehe dort und Wapenkaart der Oude Edele en Aansienlyke Geslachten des Stichts van Utrecht, RA Utrecht, door Willem Langerack, ca. 1760).
Diese Handschrift war ubrigens auch Cornelis Both bekannt, in dessen Schriften wir Teile davon wiederfinden. Sie ist noch in der Universitaet zu Utrecht erhalten.
Wenn wir nun folgern, dasz die Stamm-Mutter Morretgen Vermaeth war und als Wappen ein Agnus Dei fuhrte, musz sie einen de Beer geheiratet haben, was auch im Einklang mit der Stiftungsurkunde von 1407 steht. Ein Enkel hat Egbert de Beer geheiszen und neben Morretgens Hofstatte gewohnt 1407. Auszerdem deutet das Auftreten mehrerer Egberts Sohne in der Zeit vor 1400 mit den Familiennamen de Beer und Vermaeth darauf hin, dasz der Stammvater dieses Geschlechts ein Egbert de Beer war. Auch oben genannter "Ludeman Beren Soen" (+ vor 1407) konnte identisch sein mit Lubbert de Beer oder Lubbert Egberts Soen Vermaeth, von dem wir zwei Nachkommen finden: "Philip Lubberts van der Mathe" in einem Gerichtsbrief von Amersfoort vom 24. Marz 1407 und 1416 "Jacob Lubbertsz de Beer" im Buch Amersfoort 777-1580.
----------------------------------
So viel scheint klar zu sein, namlich dasz tatsachlich um 1330 eine Heirat zwischen Morretgen Vermaeth x Egbert de Beer stattgefunden hat, von der wir in den Lehensregistern noch die Fuszspuren finden.... Vermaeth - de Beer: Maris, Repertorium op Nederstichtse Leenacten, RA Utrecht.
nr. 220, p. 194:
Die Helft (!) van den goede then Acker mit alle sinen thoebehoren, als t gelegen is in den kerspel van Loesden, dair Thomas van der Maet (!) die andere helft aff heeft.
7. febr. 1394: Gherit Rutgersz ontving, (siehe unten)
1427: Dezelfde,
....
Nr. 221.
Dat halve (!!!) guet then Acker gelegen in den kerspel van Loesden an Randenbroeck onderdeelt mit Gherit sinen soen. (siehe oben).
21. Maart 1394: Rutger Jacobsz verzocht en ontving
N.B. de Nos. 220 en 221 vormen waarschijnlijk tezamen de wederhelft van nr. 222.
20. Maart 1407: Jacob de Beer Rutgersz na dode zijns vaders onder voorbehoud van de ijftocht voor Margarethen, zijn moeder, N.B. onderdeelt mit Gerit sinen broeder.
15. Mei 1448: Rutger de Beer (!!) Jacobsz na dode zijns vaders
............
Nr. 222
beginnt leider erst mit 1410. "N.B. de vorige leenhouder was waarschijnlijk Thomas van der Maet."
----------------------------------
Wir wissen interessanter Weise, dasz die Familie Dashorst um 1500 in der Langestraet zu Amersfoort das Haus "Schonevelt"besasz. Es war neben dem Haus "de Pauw" gelegen.
Noch 1675 sind Willem von Dashorst auf der Langestraet im Haus neben "de Paauw" (zahlt 12.10.0 gld Familiensteuern) und Rutger de Beer (zahlt 50.0.0 gld Familiensteuern) direkte Nachbarn und auch gemeinschaftliche Eigentumer von 26 Morgen Lands auf Rollecoot !
Diese Hauser konnten Bebauungen auf dem Platz von Morretgens Hofstede auf der Langestraet in Amersfoort sein.
----------------------------------------
165 Kapittel van St. Joris te Amersfoort
3. Bijlage
3.2. Regestenlijst
109. Dirc de Coninc oorkondt dat hij aan deken en kapittel van St.-Joris bij testament vermaakt een stuk land buiten de St.-Jorispoort (is: Utrechtse poort), gelegen naast het land 'die Brede', om met de inkomsten daaruit memoriediensten te houden voor hem, zijn vrouw Bate, zijn ouders, Mechelt de vrouw van Gysbert Scoutensoen, en haar zoon Evert, Bely Scouten, Evert Scouten op den Kelre, Lambert van den Velde, Dirc Coninc, en zijn moeder Geertruyt, Mabelien Scouten en Lybeth en Mechtelt, de dochters van Dirc Coninc.
Datering 16 november 1416
NB Inv.nr. 1 fol.42r-v.
NB "Brief van een stuck lants gelegen buten Sunte Jorijspoert, welke poert pleich te staen t'enden aen die Utersche steenwech".
165 Kapittel van St. Joris te Amersfoort
3. Bijlage
3.2. Regestenlijst
110. Schout en schepenen van Amersfoort oorkonden dat Dirc die Coninc heeft gegeven aan kanunnik Johan die Witte ten behoeve van deken en kapittel een stuk land op de Eng, gelegen naast het land 'Die Brede'.
Datering 10 februari 1417
NB Inv.nr. 1 fol.42v.
[http://wc.rootsweb.ancestry.com/cgi-bin/igm.cgi?op=GET&db=dreckes&id=I8439]
Hij is getrouwd met Morretgen van de Mathe.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1335, hij was toen 25 jaar oud.Bron 2
017. Schout en schepenen van Amersfoort oorkonden dat de godshuisberadersGijsbert Scoutensoen van den Kelre en Reyner Poytensoen met toestemming vande raad hebben gegeven aan Thomas van der Maet de helft van een akker op deCollant, in gemeenschappelijk eigendom met het kapittel, en gelegen naasthet erf van Herman Verken en een akker land van Johan Hillenzoon.Datering 24 november 1354, Inv.nr. 1 fol.42v.
1407 finden wir in der Stiftungsurkunde des Altars von dem Heiligen Johannes dem Taufer (an der
Nordseite der groszeren Kirche (St. Joris), durch Theodoricus Coninc, burger van Amersfoort,
gestiftet fur die Seelen von Gijsbert Scouten und Ludeman Beren Soen, folgenden Passus:
"Daartoe geeft hy....... Vyf pont uyt Morretgens hofstede dairop die een side naist geerft is Ebbert
die Beer en op die andere side Evert Rycout Morretgens soen en dese hofsteden voirg is gelegen in
die lange straet."
Morretgen ist die weibliche Form von Morre. Weiterhin haben wir eine Information aus einer alten Handschrift:
Wijburg, p. 235:
"Volgens een 16de eeuws H.S. was een de Beer gehuwd met een Mor of een van der Maeth: het geeft als wapen van de vrouw een z.g. Agnus Dei, hetgeen volgens de schrijver een van der Maethwapen ... kan zijn....".
Tatsachlich gebrauchten die van der Maeth ein Agnus Dei als Wappen, so auch Jacob van der Maeth und Cornelis van der Maeth, Burgermeister von Utrecht und Nachfahren von Mor Gerritsz (siehe dort und Wapenkaart der Oude Edele en Aansienlyke Geslachten des Stichts van Utrecht, RA Utrecht, door Willem Langerack, ca. 1760).
Diese Handschrift war ubrigens auch Cornelis Both bekannt, in dessen Schriften wir Teile davon wiederfinden. Sie ist noch in der Universitaet zu Utrecht erhalten.
Wenn wir nun folgern, dasz die Stamm-Mutter Morretgen Vermaeth war und als Wappen ein Agnus Dei fuhrte, musz sie einen de Beer geheiratet haben, was auch im Einklang mit der Stiftungsurkunde von 1407 steht. Ein Enkel hat Egbert de Beer geheiszen und neben Morretgens Hofstatte gewohnt 1407. Auszerdem deutet das Auftreten mehrerer Egberts Sohne in der Zeit vor 1400 mit den Familiennamen de Beer und Vermaeth darauf hin, dasz der Stammvater dieses Geschlechts ein Egbert de Beer war. Auch oben genannter "Ludeman Beren Soen" (+ vor 1407) konnte identisch sein mit Lubbert de Beer oder Lubbert Egberts Soen Vermaeth, von dem wir zwei Nachkommen finden: "Philip Lubberts van der Mathe" in einem Gerichtsbrief von Amersfoort vom 24. Marz 1407 und 1416 "Jacob Lubbertsz de Beer" im Buch Amersfoort 777-1580.
----------------------------------
So viel scheint klar zu sein, namlich dasz tatsachlich um 1330 eine Heirat zwischen Morretgen Vermaeth x Egbert de Beer stattgefunden hat, von der wir in den Lehensregistern noch die Fuszspuren finden.... Vermaeth - de Beer: Maris, Repertorium op Nederstichtse Leenacten, RA Utrecht.
nr. 220, p. 194:
Die Helft (!) van den goede then Acker mit alle sinen thoebehoren, als t gelegen is in den kerspel van Loesden, dair Thomas van der Maet (!) die andere helft aff heeft.
7. febr. 1394: Gherit Rutgersz ontving, (siehe unten)
1427: Dezelfde,
....
Nr. 221.
Dat halve (!!!) guet then Acker gelegen in den kerspel van Loesden an Randenbroeck onderdeelt mit Gherit sinen soen. (siehe oben).
21. Maart 1394: Rutger Jacobsz verzocht en ontving
N.B. de Nos. 220 en 221 vormen waarschijnlijk tezamen de wederhelft van nr. 222.
20. Maart 1407: Jacob de Beer Rutgersz na dode zijns vaders onder voorbehoud van de ijftocht voor Margarethen, zijn moeder, N.B. onderdeelt mit Gerit sinen broeder.
15. Mei 1448: Rutger de Beer (!!) Jacobsz na dode zijns vaders
............
Nr. 222
beginnt leider erst mit 1410. "N.B. de vorige leenhouder was waarschijnlijk Thomas van der Maet."
----------------------------------
Wir wissen interessanter Weise, dasz die Familie Dashorst um 1500 in der Langestraet zu Amersfoort das Haus "Schonevelt"besasz. Es war neben dem Haus "de Pauw" gelegen.
Noch 1675 sind Willem von Dashorst auf der Langestraet im Haus neben "de Paauw" (zahlt 12.10.0 gld Familiensteuern) und Rutger de Beer (zahlt 50.0.0 gld Familiensteuern) direkte Nachbarn und auch gemeinschaftliche Eigentumer von 26 Morgen Lands auf Rollecoot !
Diese Hauser konnten Bebauungen auf dem Platz von Morretgens Hofstede auf der Langestraet in
Amersfoort sein.
Eine noch nicht einzuordnende Urkunde:
1.02 Superintendenten belast met het beheer van de voormalige kloostergoederen
2. Inventaris
2.3. Charterverzameling
3557. Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Ghisebert Goetscalc en zijn vrouw Wendelmoet aan Gheriit Heimen sone van Dashorst, van een huis aan de Langestraat, tevens akte van verhuur van de grond waarop dit huis staat; regestnr 51
Datering 1386
Omvang 1 charter
[http://wc.rootsweb.ancestry.com/cgi-bin/igm.cgi?op=GET&db=dreckes&id=I8436]
Kind(eren):
Mogelijk:
"Voirtmeer is onse seggen, dat die van Amersfoert, die hiirna ghenoemt sullen wesen, gheven sullen IIIIc lb ende LXXX lb, als van den doitsclaghe van den meyer ende van der broeke, die si ghedaen hebben tieghens haren Adaem . Hiirof sellen ghelden Beyr van der Mate ende Henric die Beyr III° lb ende XL lb, want si hoeftliede gheweset hebben van desen tuist, ende Heyne Manglaer ende Everaert Markerhoeft met haren maghen XV lb, ende Gyzebrecht Buis met zinen maghen XXV lb, ende Allaert Cleinoits sone XV lb, ende Gyzebrecht Campaert XX lb, ende Everaert Scnoy XXV lb, ende Mijs V lb, ende Harman Commerkijn VIII lb, ende Brugge V lb, ende Jacop Walois X lb, ende Alebrecht haren Hughen sone VIII lb, ende Jacop Spechals V lb, ende Gout Jan Gouts sone V lb, ende Gozewijn Cammans sone V lb ."
[Registrum Guidonis, p. 59]
Egbert de Beer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1335 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Morretgen van de Mathe | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||