Hij is getrouwd met Adela "de Wrede" van GENT.Bron 2
Zij zijn getrouwd rond 970.
Kind(eren):
Hij was verwant aan koningin Mathilde van Westfalen; graaf in West-Saksen. Hij zou een afstammeling kunnen zijn van Widukind, zie E. Winkhaus 'Ahnen zu Karl dem Grossen und Widukind', p. 155.
Is hij dezelfde als Immed II van Altgau, die ook wordt vermeld als gehuwd zijnde met deze Adela van Hamaland?
Immed is in de Achterhoekse geschiedenis vooral bekend geworden als de eerste echtgenoot van de veel roemruchtere Adela van Hamaland.
Zij alleen werpt geen schaduw op hem, zijn geschiedenis en achtergrond is ook in duisternis gehuld.
Immed wordt inde literatuur enerzijds aangeduid als Saks van voorname herkomst en anderzijds als een onbeduidende graaf in Renkum en edelman in het Utrechtse bisdom. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten!
Weinig is zeker in Immeds afstamming, maar er valt wel het een en ander af te leiden. Om te beginnen plaatst zijn naam hem in een voornaam Saksisch geslacht, de Immedingers. Ondanks de vele bezittingen, de voorname posities die ze bekleedden en de prestigieuze huwelijken die ze sluiten blijft dit een ongrijpbaar geslacht. In ieder geval is bekend dat zij van de fameuze Saksische legeraanvoerder Widukind afstammen.
Immed is de zoon van Meinwerk II en Thietswint. Thietswint is een dochter van Thietmar I, markgraaf van Oostmark, en diens vrouw Judith, op haar beurt een dochter van de Konradijn Koenraad 'de Oudere' en Glismut (van Thuringen).
Immed behoort dus via moeders zijde tot de al even machtige Saksische Gero-stam. De Gero-stam levert vele markgraven van de Saksische Oostmark en zijn de grensbewakers van het Duitse rijk in het oosten. Immed dankt zijn naam aan zijn verre voorvader. Enkele generaties maken geen gebruik van deze karakteristieke naam, maar om politieke redenen is het rond 940 voor Meinwerk II en Thietswint opportuun om hun zoon Immed te noemen. De naam benadruk t de verwantschap met het Ottoonse koningshuis via Diederik van Ringelheim.
Dit werpt de vraag op in hoeverre Immed en Adela aan elkaar verwant zijn, want beiden stammen van de fameuze Saksische hertog Widukind af en ook is er een Konradijnse verwantschap, want Evesa is een tante van Koenraad 'de Oudere'. Kanonische bezwaren staat hun huwelijk niet in de weg, want de dichtsbijzijnde gezamenlijke voorouder is graaf Koenraad van Argengouw, voor beiden vijf generaties terug.
Immed wordt genoemd als graaf in het diocees Utrecht, maar of hij hier via Adela graaf is of op zijn eigen kracht blijft vooralsnog ongewis. In ieder geval is gebleken dat hij zelf ook rechten heeft. In ieder geval heersen Immed en Adela over ee n uitgestrekt gebied. Immed en Adela trouwen rond 970 en brengen enkele gelukkige jaren door op de sterke burcht Duno op de Veluwe. Het jonge paar krijgt vijf kinderen, twee zoons, Diederik (III) en Meinwerk, en drie dochters Glismut, Azela en Emma. De namen komen nie t helemaal uit de lucht vallen, vooral Glismut, Diederik en Meinwerk vallen nu op. Immed overlijdt in 983, zodat Adela als weduwe achterblijft. Diederik III (Theoderich, Dietrich of Dirk) zal als oudste zoon zijn vader als graaf op de Veluwe opvolgen en in 1016 vermoord worden. Meinwerk is van 1009 tot zijn dood in 1036 bisschop van Paderborn. Twee dochters trouwen allebei. Glismut trouw t twee keer. Eerst met de Beierse graaf Reding en wanneer deze in 1055 is overleden hertrouwt ze met markgraaf Adalbert van Oostenrijk. Emma trouwt minder ver van huis, haar eega is Liudger, graaf van Westfalengouw. De derde dochter, Azela, treedt als non in het klooster van Elten in. Voor graaf Linger (een vreemde naam) die in 950 graaf is in of van de Veluwe is helaas geen plek gevonden. Tenzij het hier Liudger betreft die na de dood van Immed als schoonzoon tijdelijk het grafelijk ambt waarneemt, maar dan klopt de datering niet, want Immed overlijdt in 983.
Immed IV der IMMEDINGERS | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 970 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adela "de Wrede" van GENT |