Giden was kantoorbediende, maar ook verzetstrijder. Op de foto is het de rechter persoon. De linker persoon is Jan Karel Boissevain zijn broer.
Zijn naam komt voor op de "Erelijst van gevallenen in de 2e Wereldoorlog" zie www.erelijst.nl
Racisme gericht tegen joden; jodenhaat. De (Duitse) nazis beschouwden de joden als een minderwaardig ras en behandelden hen daarom heel slecht. Zij gingen zelfs zover dat zij in 1942 besloten hen allemaal te doden.
Janka en Gideon Boissevain
Hoe het allemaal begon
Nadat Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht gekomen was, werd het leven voor de Duitse joden steeds zwaarder. Zij werden zo gediscrimineerd en gepest dat velen besloten naar het buitenland te vertrekken. Nederland was toen nog veilig en ze zeiden dat er minder anti-semitisme was dan in andere landen. Daarom kozen veel joodse families voor Nederland. De Nederlandse regering was daar echter niet zo blij mee, er waren al zoveel problemen met de werkloosheid en nu kwam dit er nog bij...
Maar gelukkig waren er Nederlanders die begrepen dat deze mensen geholpen moesten worden. Een van die mensen was de moeder van Jan Karel (Janka) en Gideon Willem Boissevain. Zij was lid van het Comité Duits-Joodse vluchtelingen en nam ook zelf vluchtelingen in hun huis op. Vader, die toch al niet zon vriend van de Duitsers was, was het hier van harte mee eens.
Toen de oorlog uitbrak was Janka 19 jaar en zijn broer Gideon 18. Janka zat op de Middelbare Technische School en had een baantje bij de telefoondienst van Amsterdam. Gi werkte bij een levensverzekeringsmaatschappij.
De sabotagewerkplaats (foto NIOD) Het liefst wilden de broers naar Engeland gaan om van daaruit tegen de Duitsers te vechten. In de zomer van 1940 bouwden zij daarom van twee grote wijnvaten een boot en gingen op weg. Vlak buiten Terschelling werden ze echter opgepikt door een reddingsboot en moesten zij terug.
Om te laten merken dat ze het niet eens waren met de Duitse bezetting van Nederland gingen de broers speldjes maken, die op de kleding gedragen konden worden.
Ze gebruikten daarvoor zilveren dubbeltjes waarop koningin Wilhelmina was afgebeeld. Maar daar zou het niet bij blijven!
Toen de Duitsers steeds harder gingen optreden, zeker tegen joodse Nederlanders, werd het verzet ook harder. In de kelder van hun huis in de Corellistraat 6 in Amsterdam hadden Gideon en Janka een werkplaats, waarin Janka zijn verzameling telefoons had, maar waar ook klokken en springstof voor het maken van tijdbommen te vinden waren. Die tijdbommen werden gebruikt voor sabotage.
CS-6
De groep jonge mensen die in de Corellistraat bijeenkwam noemde zich CS-6. Ze waren woedend over het wegvoeren van joden naar concentratiekampen. De CS-6 probeerde de transporten tegen te houden door de treinrails te vernielen, zodat de treinen zouden ontsporen. Begin 1943 werd besloten nog een stap verder te gaan: verraders die samenwerkten met de Duitsers zouden gedood moeten worden! In februari van dat jaar raakte generaal Seyffardt, commandant van het Vrijwilligerslegioen Nederland, dodelijk gewond bij een aanslag door twee leden van CS-6. Zijn laatste woorden waren: Het waren studenten. De plegers van de aanslag konden ontkomen, maar de volgende dag werden honderden studenten opgepakt en naar kamp Vught gebracht.
Ook werd besloten een tandarts, die zijn ondergedoken joodse patiënten verraadde aan de Duitsers, te liquideren. De aanslag lukte, maar daarna ging het mis. Een glazenwasser die iemand hard zag wegfietsen en dacht dat het een dief was gooide zijn ladder voor het wiel. Zo kregen de Duitsers Sape Kuiper, de pleger van de aanslag, in handen. Sape heeft dat niet overleefd...
De Hollandsche Schouwburg te Amsterdam. CS-6 probeerde deze in brand te steken.
Omdat de CS-6 doorging met het plegen van aanslagen, werd er door de Duitsers fel jacht gemaakt op de groep. Tenslotte lukte het geheim agent Ridderhof bij hen binnen te dringen. In augustus 1943 werden als eersten de gebroeders Boissevain en nog drie andere leden van CS-6 gearresteerd. Een vriendinnetje van een van de arrestanten sloeg door: daardoor konden nog meer leden van de groep opgepakt worden. In een schijnproces werden Janka en Gideon ter dood veroordeeld. Evenals Louis Boissevain, een verre neef. Dat hij ook bij de CS-6 betrokken was, kun je lezen in het briefje van Gi aan Louis hieronder. Zij drieën werden tegelijk met zestien anderen op 1 oktober 1943 doodgeschoten. Naast elkaar liggen zij op de Eerebegraafplaats in Overveen.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.