Impost op begraven, was betaalt fl. 6,-. (Geschat vermogen tussen fl.2000- en fl.6000-)
He is married to Martijntje Jansdr. Pauw.
27-5-1682. Thonis Janszn. Paeuw voor hem zelve en als voogd over de minderjarige kinderen van Louris Janszn. Paeuw, Grietie Jansdr. Paeuw meerderjarig, Jan Claeszn. van Berendrecht gehuwd met Claertje Jansdr. en Leendert Frederickszn. van der Korff gehuwd met Martijntje Jansdr. Paeuw, kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van Lijsbeth Lourisdr. dochter en mede-erfgenaam van Louris Janszn. allen wonende te Catwijk verkopen Dirck Pieterszn. van der Wiel een huis en erf
gelegen aan de Voorstraat te Noordwijk binnen, belend NO de weduwe van Cornelis Janszn. Stegerhouck, ZO de Achter- of Doelweg, ZW de weduwe van Bartholomeus Janszn. van Velsen en NW de Voorstraat, belast met 300 gulden tbv de Kerk van Noordwijk en 7 st 6 denier erfpacht tbv de Abdij van Leeuwenhorst, 15 duit per jr tbv de Vrouwe van Noordwijk en nog 15 st die in lange jaren niet zijn gemaand, alles volgens de oude waarbrieven, daarvan de jongste is van 30-4-1587. Voldaan met een obligatie van 40 gulden boven de belasting.
2-11-1709, verschenen Leendert Frederiksz. van der Kerff en Martijntje Paauw voor Notaris Carolus Boers om een testament om ieder tot elkaars universele erfgenaam te benoemen. Testament op het langstlevend. Leendert tekend met handtekening en Martijntje Paauw tekend met merk.
They got married on May 1, 1672 at Katwijk aan de Rijn.
Child(ren):
Vermeld als Schepen tussen 1680-1682 van Katwijk aan den Rijn.
26-08-1704, verscheen voor Notaris Carolus Boers, Leendert Frederiksz. van der Kerff voogd over de minderjarige nagelaten weeskind van Jan Crijne van der Plas en Neeltie Frederiksdr. van der Kerff met name Pieternella van der Plas.
23-10-1713: Frederik van der Kerff (Jansz.), Procureur en gemachtigde van Leendert Frederiksz. van der Kerff gewezen marktschipper van Katwijk op Leiden, contra; Jan Jansen Otter wonende tot Katwijk aan Zee, om een betaling van 23 gld. 10 stuivers over geleverd bieren, verschotimpost, werkgeld en vrachtkosten.
Dingboeken (Oud Recht Katwijk)
13-01-1716, Frederik van der Kerff, Procureur ende gemagtigde van Leendert Frederiksz. van der Kerff gewese martschipper van Catwijk op Leyden, eijsser contra Jannetie van Dijk voor heen weduwe van Pieter Jansz. de Bilt, gedaagde. Omme betalingen te hebben van 21 gulden en 5 stuyvers die sij per reste van geleverde bieren aan den eijsser alsnog is verschuldigd vermogens het schuldboek daar van zijnde. Schepenen verlenen de eijsser default. De gedaagde wordt gecondemneert de eijsser met kosten te betalen.
13-01-1716, Frederik van der Kerff, Procureur ende gemagtigde van Leendert Frederiksz. van der Kerff gewese martschipper van Catwijk op Leyden, eijsser contra Cornelis Gerritsz. Verbaan die den gedaagde per reste van geleverde bieren volgens afrekening aan den eijsser nog is verschuldigd vermogen t' boek daar van bijgehouden. De gedaagde geeft de schuld toe en verzoekt een betalingstermijn van drie maanden. Schepenen accoorderen de voorgestelde betaalingstermijn.
13-01-1716, Frederik van der Kerff, Procureur ende gemagtigde van Leendert Frederiksz. van der Kerff gewese martschipper
van Catwijk op Leyden, eijsser contra Cornelis de Vos gedaagde. Omme betalingen te hebben van elf gulden dertien stuyvers die hij per reste van geleverde bieren aan den eijsser alsnog is verschuldigd vermogens het schuldboek van zijnde. De gedaagde wordt gecondemneert de eijsser met kosten te betalen.
13-01-1716, Frederik van der Kerff, Procureur ende gemagtigde van Leendert Frederiksz. van der Kerff gewese martschipper
van Catwijk op Leyden, eijsser contra Tobias Hendrickse gedaagde. Omme betalingen te hebben van dertien gulden twee stuyvers die hij per reste van geleverde bieren aan den eijsser alsnog is verschuldigd vermogens het schuldboek van zijnde. De gedaagde geeft de schuld toe wordt gecondemneert de eijsser met kosten te betalen
3-08-1716, Leendert Frederiksz. van der Kerf gewese martschipper eijsser contra Willem Jacobsz. Kal en Dirk Zeeman als aangenomen hebbende den boedel van Jasper Leenders en Trijntje Oleviers om betaling te hebben van een som van vier en dertig gulden elf stuyvers over geleverde bieren volgens overgeleverde rekening. Schepenen gaan accoord met de eijsser en verlenen t' eerste defaut.
6-12-1723, De kinderen en erfgenamen van Leendert (Frederiksz.) van der Kerff contra Jan van den Oever en Trijntie Kalle gedaagden om betaelingen te hebben van een somme van veertien gulde ses stuyvers agt penningen over leverantie van bieren volgens overgeleverde rekening.
Leenderd Frederiksz. van der Kerff | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1672 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Martijntje Jansdr. Pauw |