He is married to Lijntje Pietersdr. Visser.
They got married on October 7, 1703 at Ridderkerk, he was 28 years old.
Child(ren):
Arij Adriaensz. de Quaesteniet had zijn boerenbedrijf in de polders van Oost- en West-IJsselmonde en onder Ridderkerk. Hoe hij zijn bezit verworven heeft is moeilijk te achterhalen. Zeker is dat het deels uit familiebezit komt. Zijn vader Adriaen Jeroenisz. de Quaesteniet pachtte dezelfde percelen weiland gelegen in Oost-IJsselmonde reeds in 1685. De percelen die hij in eigendom had in de polders onder Ridderkerk komen vermoedelijk uit het bezit van zijn grootvader Jeronymus Willemsz. de Quaadsteniet. De in de polder 68-morgen, ook wel genoemd de Laagjes, gelegen weidegronden zullen reeds hebben toebehoord aan zijn overgrootvader Aert Ariënsz. Hacke. Toen zijn vader Adriaen Jeroenisz. omstreeks 1692 stierf, moet Arij Adriaensz. de Quaesteniet ongeveer 18 jaar oud geweest zijn. Zijn moeder Willempje Pietersdr. hertrouwde op 30 Januari 1694 ; mogelijk heeft Arij Adriaensz. op dat moment zijn erfdeel in bezit gekregen.In de periode van eind 1713 tot eind 1715 werden de boeren in Holland, Zeeland en de noordelijke provincies getroffen door de veepest met het gevolg dat 66.000 stuks rundvee verloren ging. Veel vee moest in het buitenland aangekocht worden om de veestapel op peil te brengen. Door de stagnerende produktie van melk, boter, kaas en vlees gingen de prijzen van deze produkten enorm omhoog en bleven lange tijd schaars. De problemen voor de boerenstand werden nog verergerd door de gestegen belastingen en de hogere dijklasten die het gevolg waren van de vele dijkdoorbraken en overstromingen veroorzaakt door de stormvloed in Maart 1715.Uit de tijd vlak na het huwelijk van Arij Adriaensz. zijn weinig gegevens bekend. Pas in 1720 komt daar verandering in met de benoeming tot Heemraad van de polder Klein Nieuwland.Voordien maakten de notariële akten om de 7 jaren melding van verlenging van de pacht van weidegronden en zaailand, soms met de toevoeging van een speciale conditie, bijv. na afloop van de pachttermijn moet een weiland geploegd en met "dekia-veren besaeijt" opgeleverd worden, of een weiland mag in de tijdsduur dat de pacht loopt "slegts met beesten en geen paarden beweijdt worden, niet hooien off te bossen maar behoorlijk te blooten. Niet meer dan 2 mael met bagger bespreen. All de mist soo van beesten off schapen wert off in de Schuur off Werff van den huurder gebrocht." Bij verschillende percelen pachtland komt de volgende speciale conditie voor, "Wat Weijlandt is, sal Weijlandt moeten blijven."Akte van eedaflegging als Heemraad van de polder Kleijn Nieuwland te IJsselmonde op 15 Juni 1720 door Arij Adriaensz. de Quaasteniet:Wij Heemraad vanden polder van 't Kleijn Nieuwlandt ofte 51tig mergen, toebehorende den Wel Ed' Heere van IJsselmonde, beloven, en Sweeren bij dese aan den Wel Edele Heere Jean de Mey, Maire van IJsselmonde voorts Burgemeester der Stadt Rotterdam, etc. etc., den selven te gehoorsamen, ende te assisteren, naer ons vermogen, jegens alle ende een iegelijk die tegen onsen voornoemde genadigen Heer soude willen ageren, in regten, ofte daerbuiten, ende belove wij voorts ons ampt getrouwelijck naer te komen, om alsoo de voorgemelte Heere, in sijn regten voor te staen, ende te houden, dese vermeerdere ende niet te vermindere, partijen en regt te doen soo dik, ende menigmaal wijders versoght sijnde, -weduwen ende weesen, voor te staen in haer gelijck, maer niet in haer ongelijck ende dat wij selve niet in sullen laten Om Vader, -nogh om Moeder, om Suster -nogh om Broeder, om vrienden -nogh om gaven- Nogh om enigerlij saake, soo waerlijk Helpe ons Godt almaghtig.Den 15e Junij 1720 hebben wij, onderschreven Heemraad van 't Kleijn Nieuwlandt den bovengestelde Eed van getrouwigheijt aen handen van den Wel Edele Heere Jean de Mey, Maire van IJsselmonde, gedaen voor de tijt van Een jaar, datum als boven.was getekend,Arij de Quaesteniet.Heemraden werden gekozen door landeigenaren die minimaal 5 morgen land bezaten. Deze Heemraden moesten zelf tenrninste 8 morgen land bezitten. Zij werden steeds gekozen voor de termijn van één jaar, daarna steeds verlengt voor een zelfde tijdsduur.
Arij Adriaensz. de Quaesteniet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1703 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijntje Pietersdr. Visser |
The data shown has no sources.