He is married to Apolonia Selijns.Source 1
They got married on May 8, 1640 at Amsterdam, Noord-Holland, Nederland.
HUWELIJKSE VOORWAARDEN UIT EEN AMSTERDAMS NOTARIEEL PROTOCOL (3) door M. VULSMA-KAPPERS
Vervolg op GN XLIV (1989), p. 119, uittreksels uit het protocol van de Amsterdamse
notaris Pieter Carels (not. arch. nr. 712; 4-3-1621 tot en met 8-4-1647).
Voor de gebruikte afkortingen zie GN XLIV (1989), p. 61.
[...]
f. 389, 8-5-1640; Compareerden d'eerbare Appollonia Selijns Huisvrou van Sr.
Abraham de Sadelaar, koopman, ende d'E Jan Selyns ende d'eerbare Elisabet
Reepmakers hare vader en moeder, die d'voors Appolonia in het contracteren
van d'houlixe voorwaarden met d voorn. Abraham de Sadelaar ingegaan, geadsisteert hebben, mitsg. de E Gillis Taispel ende Hans van de Putte des voors Abraham de Sadelaars omen, ende Antonij Koenraats syn vooght, die hem in't contracteren voors hebben geaccompagneert, poorters deser voors stede.
Verklaren ten versoecke van Abraham de Sadelaar dat: tussen hem en Apolonia Selijns niet anders en is ondersproken geweest dan dat, in cas van een van beiden quame te sterven, kint of kinderen by den anderen geteelt, nalatende, tusschen hen luiden soude wesen gemeenschap van blz. 254
goet: maar dat in cas het houwel. quam te scheiden, sonder kim of kinderen by eikanderen geteelt natelaten, de goederen by henl. respective aan te brengen, ende die bij erfenis souden mogen opkomen, weder souden keren ande respective zijden daar d'selve van aangekomen ende anbestorven souden sijn. Des dat winst ende verlies soude wesen half en half. Bds. douarie 12000 gl. Bg. langstlevend 3000 gl. boven resp. klederen, juwelen etc. De huw. voorw. voor notaris Jacobus
Westfrisius op 3 Jan. 1639 zou inhouden gemeenschap v. goed. en dat de langstlevende boven het houden van de helft van de gemeinen boedel, nogh soude trekken uit d'ander helft sodanige douarie als voren. D'welk noghtans de meninge ende intentie van partyen in 't minste niet geweest is als daar uijt wel af te meten was, vermits ook volgens d'extentie van de voorn, geschreven voorwaarden bedongen is, dat winst en verlies soude wesen half en de half.
D'welk bij abuijs van de notaris, als d'sake niet wel ingenomen hebbende, moet toegekomen sijn. Waarop zyluiden comparanten alsmede de requirant in het passeren niet gelet hebben gehat. Al 't welk bij den requirant mede comparerende geaccepteert wierd. Belovende overzulx so d'voors Appolonia Selyns als den requirant ten wederzyden ter goedertrouwen, aan eikanderen, in plaatse van ede voor hen ende heurluider resp. erfgenamen ten overstaan als voren, Dat zijluiden
in allen gevalle van stervenhun niet naar de gemelte houlixvoorwaarden, maar alleen in conformite van dese verklaringe sullen hebben te reguleren. Casserende oversulx d'voors geschrevene voorwaarden als door abuijs gepasseert, voor so veel als het noot soude mogen sijn, ende d'selve dese verklaringe sijn contrarierende. Get. Pieter Broers [Brudersen], blikslager, en B. Ketel, burgers.
[...]