Woudwyk Genealogía » Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof" (Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof") Grottinga Graetingha Gratinga Groetinga Grotingen Grotinghem Grotijnghe Grotinghe Grottin Grotti(n)ga Appelhof ,kerkvoogd van de Roomse kerk en landeigenaar,boer (1495-1572)

Persoonlijke gegevens Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof" (Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof") Grottinga Graetingha Gratinga Groetinga Grotingen Grotinghem Grotijnghe Grotinghe Grottin Grotti(n)ga Appelhof ,kerkvoogd van de Roomse kerk en landeigenaar,boer 

• Roepnaam Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof".
• Hij is geboren in het jaar 1495 in Surhuizum, Achtkarspelen, Friesland.
• Hij is overleden op 22 februari 1572 in Buweklooster, Drogeham, Achtkarspelen, Friesland, hij was toen 77 jaar oud.
• Een kind van Botte Boote Boate Brans Deeges Deages Grottinga Graetingha Gratinga Groetinga Grotingen Grotijnghe Grotinghe Graetinga Grottin Grotti(n)ga ,Vermeld in 1507(Charterboek) en Eynthy Eynhtie Eyntie Mennerts

Gezin van Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof" (Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof") Grottinga Graetingha Gratinga Groetinga Grotingen Grotinghem Grotijnghe Grotinghe Grottin Grotti(n)ga Appelhof ,kerkvoogd van de Roomse kerk en landeigenaar,boer

Hij is getrouwd met Auck Auckjen Aukje Appelhof.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1520 te Drogeham, Augustinusga, Achtkarspelen, Friesland. - Surhuizum, Achtkarspelen., hij was toen 25 jaar oud.

Kind(eren):

1. 1.N. Gratinga Grottinga Appelhof , "zonen Focke Folckes "Appelhof"  1520-????
2. Deege Folckes Dee Deege Folkerts Gratinga Grottinga Graetingha Groetinga , "zonen Focke Folckes "Appelhof"  1522-????
3. Anna Antje Anne Folckes Folckedr. Folkes Folcke Folckerts Bottesdr Grottinga Graetingha Gratinga Groetinga Grottin Grotingen Grotti(n)ga , "zonen Focke Folckes "Appelhof"  1523-1598 
4. Jorck Jo(e)rck Oark Folckes Gratinga Grottinga Graetingha Groetinga , "zonen Focke Folckes "Appelhof"  1530-1573
5. Magdalena Folkers Folckerts Folckes Gratinga Graetingha , "zonen Focke Folckes "Appelhof"  1535-1584 
6. Botte Folckes Botte Folckerts Gratinga Grottinga Graetingha , "zonen Focke Folckes "Appelhof"  -1593 

Notities over Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof" (Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof") Grottinga Graetingha Gratinga Groetinga Grotingen Grotinghem Grotijnghe Grotinghe Grottin Grotti(n)ga Appelhof ,kerkvoogd van de Roomse kerk en landeigenaar,boer

Folcke Bottesz. Grottinga Gratinga Graetingha,Fokke Grottinga,
Folckert Bottesz Grottinga Gratinga,   

Kerkvoogd en landeigenaar.
Functie in het jaar 1543: kerkvoogd. 

Kerkvoogd 1495 Buweklooster.

Deceased before 22 February 1572
 
Parents
Botte Brans

Married to Auck N. †1572/ with
F Anna Folckedr. Grottinga †1598

Domicilie
Surhuizum

Marriage (with Auck NN.)
before 22 February 1572 :Death

-------------- 

Folcke Bottes Grottinga, geb. Surhuizum rond 1495, boer en in 1543 ook kerkvoogdte Surhuizum, overl. Drogeham voor 1572, tr. rond 1520 Auckjen ..., geb. rond 1498, overl. Drogeham na 1572.

----------------------------------------

Folcke Bottes Bottse Gratinga Graetingha Grottinga. 
kerkvoogd en landeigenaar.
Boer.  
Functie in het jaar 1543: kerkvoogd. 
Hij is overleden op 22 februari 1572 in Buweklooster,Drogeham,Achtkarspelen,Friesland.  
Geloof: Rooms-Katholiek.Bron 1 Vermelding.  

 
In het boek ”De Tjoelkers van de Tsjoele” (blz. 89) en in “Feanster Flucht 1576-1976 “(blz. 8), lezen we dat de vader van Anna Folcke Groetinga in 1548 een conflict heeft over een stuk veengrond, met de abt van het klooster van Gerkesklooster. Er kwam een rechtszaak van voor het Hof te Leeuwarden. Een getuige werd opgeroepen, het was Thyer Heeckema, te Surhuizum woonachtig, “oudt wel 80 jaren zoe hy zeyde”. Deze wist zich nog te herinneren en zelf gezien te hebben, dat Deege Groetinga, de vader van Folcke, meer dan veertig jaar te voren “opt feen gelegen omtrent Suyhuysum byder schoele heeft doen graeve ende die turff doen wech voere zonder oppositie van yemandt”.  
 
Omdat hij er turf stak en weg voerde zonder dat iemand er iets van zei, kon men aannemen dat het zijn eigendom was. Met andere woorden, dat stuk veen behoorde dus niet aan de abt.” De genoemde Deege Degha geboren rond 1440, was echter niet de vader van Folcke, maar moet z’n grootvader geweest zijn. De vader van Folcke was Boate Deages Grottinga. Geboren rond 1466 te Surhuizum. Folcke zelf is geboren rond 1495. In 1543 was hij kerkvoogd van de Roomse kerk, toen nog de enige officiële kerk.

------------------------

En el libro "De Tjoelkers van de Tsjoele" (página 89) y en "Feanster Flucht 1576-1976" (página 8), leemos que el padre de Anna, Folcke Groetinga en 1548 tiene un conflicto por un pedazo de tierra de turba, Con el abad del monasterio de Gerkesklooster. Hubo una demanda ante el Hof en Leeuwarden. Se convocó a un testigo, era Thyer Heeckema, que vivía en Surhuizum, "80 años, hey Zeyde". Él pudo recordar y haber visto por sí mismo que Deege Groetinga, el padre de Folcke, se había ocupado de "Suyhuysum byder schoele" más de cuarenta años antes, y que hicieron ese terreno sin oposición de nadie ".
 
Debido a que puso turba y se fue sin que nadie dijera nada, uno podría asumir que era su propiedad. En otras palabras, esa turba no pertenecía al abad ". Deege (Degha), nacido alrededor de 1440, no fue el padre de Folcke, sino que debe haber sido su abuelo. El padre de Folcke fue Boate Deages Grottinga. Nació alrededor de 1466 en Surhuizum. El mismo Folcke nació alrededor de 1495. En 1543 fue el guardián de la iglesia de la iglesia romana, la única iglesia oficial.

----------------------------

grootouders Degha Deeghe Deege Grotingen Gratinga Grottinga Grotinghem/Degha Graetingha 1441-1500 NN ????- 
   
ouders  Botte Deeges Boote Boate Deages Grotinghe Gratinga Grottinga/Botte Deeges Graetingha ± 1466-1543 NN ????-

Folcke Bottes Bottse Gratinga Graetingha Grottinga 1495-1572 x 1520 Auckjen Auck N. 1495-1552

Gezin van Folcke Bottes Bottse Gratinga Graetingha Grottinga. Hij is getrouwd met Auckjen Auck NN. rond 1520 te Drogeham, Augustinusga,Achtkarspelen,Friesland. 
Kinderen: 
1.N. Gratinga  1520-? 
2.Deege Folkerts Dee Gratinga 1522-? 
3.Anna Folckerts Bottesdr Antje Folckes Gratinga Graetingha Grottinga 1523-1598 
4.Botte Folckerts Folckes Gratinga 1525-1593 
5.Jorck Folckerts Gratinga 1530-1573 
6.Magdalena Folckerts Gratinga 1535-1584

-------------------------------------------------------------------------------------------------------- 

 "In 1543 was Folcke kerkvoogd te Surhuizum. Hij zal kerkvoogd en bewaarder van de prebende (bezit van de kerk) geweest zijn van de Roomse kerk, want dat was tot 1580 de enige officiële. Rond 1550 is er een proces geweest voor het Hof van Friesland tussen de abt van Gerkesklooster en Folcke Grottinga, die het niet eens waren over hun bezit van veenland onder Surhuizum (zie "Feanster Flucht" van S.J.v.d.Molen).
Hij komt voor op een monstercedul van 1552. In 1569 kocht hij land te Tolbert. Folcke overleed in februari 1572; als zijn weduwe wordt dan Auck genoemd. Zijn kinderen worden als erven genoemd en staan bekend als "zonen Focke Folckes "Appelhof" en tenminste 1 dochter, waarschijnlijk Geb Botte overleden 1593 (geen kinderen ?), Jo(e)rck/Oark overleden 1573 (broer Dee(ge) levert dan de eindafrekening van Joerk zijn weeskinderen), Dee(ge) (in 1543) al genoemd) heeft kennelijk het grootste deel van het land van zijn vader in Surhuizum overgenomen (hij was "koninklijk notaris"), Anna, de vrouw van Sjoerd Itsma. Verder zijn alleen de schoonzonen Eelke Douwes en Hart Jiltsma (Jelsma?) bekend. In 1593 verkochten zij een Grottingaplaats in Eestrum, waar Eelke Douwes op heeft geboerd (stem 10). In 1606 is er nog sprake van Grottingeheerd in Surhuizum." 
 
 
In het boek ”De Tjoelkers van de Tsjoele” (blz. 89) en in “Feanster Flucht 1576-1976 “(blz. 8), lezen we dat de vader van Anna, Folcke Groetinga in 1548 een conflict heeft over een stuk veengrond, met de abt van het klooster van Gerkesklooster. Er kwam een rechtszaak van voor het Hof te Leeuwarden. Een getuige werd opgeroepen, het was Thyer Heeckema, te Surhuizum woonachtig, “oudt wel 80 jaren zoe hy zeyde”. Deze wist zich nog te herinneren en zelf gezien te hebben, dat Deege Groetinga, de vader van Folcke, meer dan veertig jaar te voren “opt feen gelegen omtrent Suyhuysum byder schoele heeft doen graeve ende die turff doen wech voere zonder oppositie van yemandt”. Omdat hij er turf stak en weg voerde zonder dat iemand er iets van zei, kon men aannemen dat het zijn eigendom was. Met andere woorden, dat stuk veen behoorde dus niet aan de abt.” De genoemde Deege (Degha) geboren rond 1440, was echter niet de vader van Folcke, maar moet z’n grootvader geweest zijn. De vader van Folcke was Boate Deages Grottinga. Geboren rond 1466 te Surhuizum. Folcke zelf is geboren rond 1495. In 1543 was hij kerkvoogd van de Roomse kerk, toen nog de enige officiële kerk. Hij trouwt rond 1522 met Auckjen, geboren rond 1498. Ze krijgen meerdere kinderen, waaronder rond 1523 eerder genoemde Anna Folckerts Graetingha. De naam wordt op verschillende manieren geschreven. Anna trouwt in 1543 met Sjoerd Aetses Itsma. Volgens mijn gegevens krijgen ze acht kinderen. Eén van hun zonen is Focke Sjoerds Itsma, geboren rond 1562, overleden voor 1628.
--------------------------------------------------  

"En 1543, Folcke fue custodio en Surhuizum, habría sido custodio y custodio de la prebenda (posesión de la iglesia) de la iglesia romana, que fue el único funcionario hasta 1580. Alrededor de 1550 hubo un juicio ante el Tribunal de Justicia. Frisia entre el abad de Gerkesklooster y Folcke Grottinga, que no estaban de acuerdo sobre su posesión de tierra de turba bajo Surhuizum (ver "Feanster Flucht" de SJvdMolen).
Aparece en una alcantarilla de monstruos de 1552. En 1569 compró tierras en Tolbert. Folcke murió en febrero de 1572; como su viuda se llama Auck. Sus hijos se mencionan como herederos y se les conoce como "hijos Focke Folckes" Appelhof "y al menos una hija, probablemente Geb Botte murió en 1593 (¿sin hijos?), Jo (e) rck / Oark murió en 1573 (el hermano Dee (ge) da a luz El proyecto de ley final de Joerk sus huérfanos), Dee (ge) (ya mencionado en 1543) aparentemente se hizo cargo de la mayor parte del país de su padre en Surhuizum (él era "notario real"), Anna, la esposa de Sjoerd Itsma. Además, solo se conocen el yerno Eelke Douwes y Hart Jiltsma (¿Jelsma?), Y en 1593 vendieron un sitio de la cueva en Eestrum, donde Eelke condujo Douwes (Voto 10.) En 1606 todavía existía Grottingeheerd en Surhuizum ".
 

En el libro "De Tjoelkers van de Tsjoele" (página 89) y en "Feanster Flucht 1576-1976" (página 8), leemos que el padre de Anna, Folcke Groetinga en 1548 tiene un conflicto por un pedazo de tierra de turba, Con el abad del monasterio de Gerkesklooster. Hubo una demanda ante el Hof en Leeuwarden. Se convocó a un testigo, era Thyer Heeckema, que vivía en Surhuizum, "80 años, hey Zeyde". Él pudo recordar y haber visto por sí mismo que Deege Groetinga, el padre de Folcke, se había ocupado de "Suyhuysum byder schoele" más de cuarenta años antes, y que hicieron ese terreno sin oposición de nadie ". Debido a que puso turba y se fue sin que nadie dijera nada, uno podría asumir que era su propiedad. En otras palabras, esa turba no pertenecía al abad ". Deege (Degha), nacido alrededor de 1440, no fue el padre de Folcke, sino que debe haber sido su abuelo. El padre de Folcke fue Boate Deages Grottinga. Nació alrededor de 1466 en Surhuizum. El mismo Folcke nació alrededor de 1495. En 1543 fue el guardián de la iglesia de la iglesia romana, la única iglesia oficial. Se casó alrededor de 1522 con Auckjen, nacido alrededor de 1498. Tuvieron varios hijos, incluyendo alrededor de 1523 Anna Folckerts Graetingha mencionada anteriormente. El nombre está escrito de diferentes maneras. Anna se casó con Sjoerd Aetses Itsma en 1543. Según mis datos, consiguen ocho hijos. Uno de sus hijos es Focke Sjoerds Itsma, nacido alrededor de 1562, murió antes de 1628.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Antje Folckes Gratinga Graetingha Grottinga. 
Zij is geboren in het jaar 1523 in Surhuizum/Drogeham, Achtkarspelen,Friesland.  
Zij is overleden op 25 januari 1598 in Buweklooster,Drogeham, Achtkarspelen,Friesland. 
Bronvermelding: Verzameling Hessel de Walle, archiefnummer 0001, Inscripties en grafschriften - Hessel de Walle, aktenummer 1274

Bijzonderheden: Ao 1598 de 25 ianeuarijs sterf die eerbare en doechtsame Anne Folcke dr Grottiga huisvrou va Siurdt Itsma Object: grafsteen

Genoemd Antje Folkes Gratinga overleden op 25-01-1598 Diversen: Kind van: Folke Botes Gratinga en Aukje Gehuwd met: Sjoerd Eelkes Ytsma Genoemd Sjoerd Eelkes Ytsma Diversen: Kind van: Eelke Gerkes Itsma Gehuwd met: Antje Folkes Gratinga

----------------------------------------------------------------------------------------------------

Siurdt ltsma Anna Folcke dr Grotti(n)ga
Itsma / Grotti(n)ga. Dit alliänsjewapen stiet ötbylde op in grêfsark ut 1598; it is yn 1973 weromfûn, doe 't der by it tsjerkhöf fan Bouwekleaster groeven waard. 1
It giet om de wapens fan Siurdt Itsma en syn frou Anna Folckedr Grotti(n)ga.
Itsma. Dield: I. de Fryske heale earn, kammende ut de dielline, swa rt op goud; II. in utskuorde bloeiende plant mei twa blommen en oan wjerssiden fan de stäl twa blêden; de plant oan wjerskanten beselskippe fan in stäle ikel. Kleuren net bekend.
Gedeeld: I. de Friese halve adelaar, komende uit de deellijn, zwart op goud; II. een uitgerukte bloeiende plant met twee bloemen en aan beide zijden van de steel twee bladeren. de plant ter weerszijden vergezeld van een gesteelde eikel. Kleuren onbekend.
Grotti(n)ga. Dield: I. de Fryske heale earn, kammende ut de dielline, swart op goud; II. trochsnien: a. in rut; b. trije stäle ikels, pleatst 2 en 1. Kleuren net bekend.
Gedeeld: I. de Friese halve adelaar, komende uit de deellijn , zwart op goud; II. doorsneden: a. een ruit; b. drie gesteelde eikels, geplaatst 2 en 1. Kleuren onbekend.
1 Sjoch Nieuwsblad van Noord-Oost Friesland, woansdei 9 maaie 2001.
Ynstjoerder: R.H. Postma, lid F.R.f.H. 

-------------------------------
Siurdt ltsma Anna Folcke dr Grotti (n) ga
Itsma / Grotti (n) ga. Este escudo de armas de la alianza se representa en una tumba que data de 1598; Fue encontrado en 1973, cuando fue excavado en el cementerio de Bouwekleaster. 1
Se trata de las armas de Siurdt Itsma y su esposa Anna Folckedr Grotti (n) ga.
Itsma Dividido: I. el medio águila frisona, que sale de la línea divisoria, negro sobre oro; II una planta florecida cortada con dos flores y a cada lado de los tallos dos hojas; la planta a ambos lados de un roble rancio. Colores no conocidos.
Compartido: I. el medio águila frisona, procedente de la sublínea, negro sobre oro; II Una planta en flor podrida con dos flores y dos hojas a ambos lados del tallo. la planta a cada lado acompañada de una bellota robada. Colores desconocidos
Cueva (s) a la izquierda. Compartido: I. el medio águila frisona, peinando fuera de la línea divisoria, negro sobre oro; II corte: a. una rutina b. tres robles de acero, colocados 2 y 1. Colores desconocidos.
Compartido: I. el medio águila frisona, procedente de la sublínea, negro sobre oro; II secciones transversales: a. un diamante b. tres bellotas robadas, colocadas 2 y 1. Colores desconocidos.
1 Véase Nieuwsblad van Noord-Oost Friesland, miércoles 9 de mayo de 2001.
Remitente: R.H. Postma, miembro F.R.f.H.

-----------------------------------------------------------------------------------------

In het nieuwsblad van Noord-Oost Friesland (26-10-1984) lezen we: “In juni 1973, toen de grafdelver Tjerk B. Helder op het kerkhof bij Buweklooster bezig was een graf te maken, vond hij een oude zerk uit 1598 . Het opschrift is: ‘A° 1598 de 25 ianeuarijs stierf die Eerbare en
doechtsame Anna Folcke dr. Grottiga, huisvrou va Siurdt itsma’.
Er komen twee wapens op de steen voor, die beiden aan een tak hangen. Mogelijk hebben de Itsma’s hier land in eigendom gehad, dat oorspronkelijk in bezit was van het Buweklooster. Op het stemkohier van Harkema-Opeinde van 1698 komt een zekere Pop Fockes ( of Pooge Focks) Itsma,eigenaar van de stemdragende plaats nr. 95. Volgens dit kohier van 1718 is het dan nog zijn eigendom, maar wordt de naam als “IJtsma”vermeld. De bijzondere steen werd, nadat ook het Fries Museum pogingen had gedaan om de zerk in bezit te krijgen, ingemetseld in een zijmuur in het baarhuisje op het kerkhof.”
Over de families Grottinga en Itsma wil ik wat meer vertellen, omdat het mijn voorouders zijn.
In het boek ”De Tjoelkers van de Tsjoele” (blz. 89) en in “Feanster Flucht 1576-1976 “(blz. 8),lezen we dat de vader van Anna, Folcke Groetinga in 1548 een conflict heeft over een stuk veengrond, met de abt van het klooster van Gerkesklooster. Er kwam een rechtszaak van voor het Hof te Leeuwarden. Een getuige werd opgeroepen, het was Thyer Heeckema, te Surhuizum woonachtig, “oudt wel 80 jaren zoe hy zeyde”. Deze wist zich nog te herinneren en zelf gezien te hebben, dat Deege Groetinga, de vader van Folcke, meer dan veertig jaar te voren “opt feen gelegen omtrent Suyhuysum byder schoele heeft doen graeve ende die turff doen wech voere zonder oppositie van yemandt”. Omdat hij er turf stak en weg voerde zonder dat iemand er iets van zei, kon men aannemen dat het zijn eigendom was. Met andere woorden, dat stuk veen behoorde dus niet aan de abt.”
De genoemde Deege (Degha) geboren rond 1440, was echter niet de vader van Folcke, maar moet z’n grootvader geweest zijn. De vader van Folcke was Boate Deages Grottinga. Geboren rond 1466 te Surhuizum. Folcke zelf is geboren rond 1495. In 1543 was hij kerkvoogd van de Roomse kerk, toen nog de enige officiële kerk.
Hij trouwt rond 1522 met Auckjen, geboren rond 1498. 
 
Ze krijgen meerdere kinderen, waaronder rond 1523 eerder genoemde Anna Folckerts Graetingha.
De naam wordt op verschillende manieren geschreven. Anna trouwt in 1543 met Sjoerd Aetses Itsma. Volgens mijn gegevens krijgen ze acht kinderen. Eén van hun zonen is Focke Sjoerds Itsma, geboren rond 1562, overleden voor 1628. Een kleindochter van deze Focke is
Doed Lieuwes Itsma, zij trouwt in 1656 met Heerke Fockens. De vader van deze Heercke is Focke Pouges Harckema 1574-1649. Opmerkelijk is dat hij begraven is in de kerk van Augustinusga, zijn grafzerk ligt er nog.
 
De overgrootvader van Focke Pouges is Pauke Azyghen, van hem komen we een officieel document tegen in Tresoar, hij en z’n vrouw ruilen land met het Buweklooster.:
10 februari 1507 Poeke Azygen en zijn vrouw Reyne dragen over aan het convent van Bouwen 2 "wael"op de Gaest van de "toyn" tot aan de Olde Wegh bij de molen en de "ley" aldaar over de Nye Wegh tot aan de "wrynghe", waarin zij 2 paardegras behouden, inruil voor 1 1/2 "fael" en 1 garde land van het klooster in hun "waer", terwijl zij tevens hun moer- en zandvenen daaraan grenzend en 2 garden op het Nije Fene aan het convent verkopen. Int jaer ons Heeren XV honder ende VII op sunte Scolastica dagh.

 

 https://mattiebruining.nl/artikelen/sneuperdec2010.pdf 

 

 

En el periódico de North-East Friesland (26-10-1984) leemos: “En junio de 1973, cuando el sepulturero Tjerk B. Helder estaba ocupado haciendo una tumba en el cementerio cerca de Buweklooster, encontró una vieja lápida de 1598. La inscripción es: "A ° 1598 murió el 25 de ianeuarijs el Honorable y
dochtame Anna Folcke Dra. Grottiga, ama de casa de Siurdt itsma ".
Hay dos armas en la piedra, cada una colgando de una rama. Los Itsma pueden haber poseído tierras aquí, que originalmente eran propiedad del Monasterio Buwe. En la lista de votación de Harkema-Opeinde de 1698 aparece un tal Pop Fockes (o Pooge Focks) Itsma, propietario del lugar de votación nº 95. Segú;n este certificado de 1718 sigue siendo de su propiedad, pero el nombre es “IJtsma” mencionar. Después de que el Museo Fries también intentó adquirir la lápida, la piedra especial fue tapiada en una pared lateral en el féretro del cementerio ".
Quiero contaros un poco más sobre las familias Grottinga e Itsma, porque son mis antepasados.
En el libro "De Tjoelkers van de Tsjoele" (página 89) y en "Feanster Flucht 1576-1976" (página 8), leemos que el padre de Anna, Folcke Groetinga, tiene un conflicto en 1548 sobre un trozo de tierra de turba, con el abad del monasterio de Gerkesklooster. Hubo una demanda ante el tribunal en Leeuwarden. Se citó a un testigo, se trataba de Thyer Heeckema, que vive en Surhuizum, “zoe hy zeyde de 80 años”. Todavía recordaba y vio por sí mismo que Deege Groetinga, el padre de Folcke, con más de cuarenta años de anticipació;n, “ha excavado Suyhuysum byder schoele y que la turba se alimenta sin oposición de yemandt”. Como puso turba allí y se la llevó sin que nadie dijera una palabra, se podría suponer que era de su propiedad. En otras palabras, ese trozo de turba no pertenecía al abad ”.
Sin embargo, dicho Deege (Degha), nacido alrededor de 1440, no era el padre de Folcke, sino su abuelo. El padre de Folcke era Boate D tattoos Grottinga. Nacido alrededor de 1466 en Surhuizum. El propio Folcke nació alrededor de 1495. En 1543 era el guardián de la iglesia romana, entonces la única iglesia oficial.
Se casó alrededor de 1522 con Auckjen, nacido alrededor de 1498.
 
Tienen varios hijos, incluida Anna Folckerts Graetingha, mencionada anteriormente alrededor de 1523.
El nombre está escrito de diferentes formas. Anna se casó con Sjoerd Aetses Itsma en 1543. Según mis registros, tendrán ocho hijos. Uno de sus hijos es Focke Sjoerds Itsma, nacido alrededor de 1562, murió antes de 1628. Una nieta de este Focke es
Doed Lieuwes Itsma, se casó con Heerke Fockens en 1656. El padre de este Heercke es Focke Pouges Harckema 1574-1649. Es notable que esté enterrado en la iglesia de Augustinusga, su lápida todavía está allí.
 
El bisabuelo de Focke Pouges es Pauke Azyghen, nos encontramos con un documento oficial suyo en Tresoar, él y su esposa intercambian tierras con el Monasterio Buwe.:
10 de febrero de 1507 Poeke Azygen y su esposa Reyne se trasladan al convento de Bouwen 2 "wael" en el Gaest desde el "toyn" al Olde Wegh cerca del molino y la "ley" allí sobre el Nye Wegh al " wrynghe ", en el que mantienen 2 pasto de caballo, intercambian por 1 1/2" fael "y 1 jardín de tierra del monasterio en su" waer ", mientras que también tienen su páramo y pantanos de arena adyacentes y 2 jardín en el Nije Fene en el convento. Int jaer us Heeren XV cien y VII en sunte Scolastica dagh.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof" (Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof") Grottinga Graetingha Gratinga Groetinga Grotingen Grotinghem Grotijnghe Grotinghe Grottin Grotti(n)ga Appelhof ,kerkvoogd van de Roomse kerk en landeigenaar,boer?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof" (Folcke Fokke Folckert Focke Folke Folckes Bottesz Bottes Bootes Botteszn Bottse Boatesz Focke Folckes "Appelhof") Grottinga Graetingha Gratinga Groetinga Grotingen Grotinghem Grotijnghe Grotinghe Grottin Grotti(n)ga Appelhof ,kerkvoogd van de Roomse kerk en landeigenaar,boer

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen