Hij is getrouwd met NN. Onga.
Zij zijn getrouwd te Frysland, Nederland.
Kind(eren):
Casado con NN. Onga.Hijos:
- Jacobus van Bourits Bouricius 1545-1622.
------------------------------------------------------------------------------------
BOURICIUS (Jacobus van), ook wel verkeerdelijk Bouritius gespeld, werd geboren in 1544, te Dockum. Hij schijnt den naam zijns vaders, die Bourits heette, in Bouricius te hebben veranderd. De geslagtsnaam zijner moeder was Onga. Hij leidde zich aan de Hoogeschool te Leuven op de Regtsgeleerdheid toe, bezocht vervolgens de Fransche en Italiaansche hoogescholen, en werd tot Meester in de regten bevorderd aan de vermaarde hoogeschool te Boulogne, waar hij de vriendschap van den beroemden Oudheidkundige Carlo Segonio genoot. Van daar kwam hij te Dôle. Hier pleitte hij voor de eerste maal en verdedigde zekeren adellijken Vlaamschen jongeling, die beschonken zijnde, in zijne herberg zijn opperhoofd uitgescholden had en daarom in hechtenis gezet was. Hij had het geluk, dat de beklaagden, ofschoon niet zonder veel moeite, in vrijheid werd gesteld. Hierop begaf hij zich, tot voortzetting zijner studiën, nog twee jaren naar Douai, na welken tijd hij op de rol der Advokaten voor den Hoogen Raad te Mechelen werd ingeschreven. In het Vaderland teruggekeerd, schreef hij het eerst van allen zijnen naam in het album der Advokaten voor het Hof van Friesland, waar achter naderhand de woorden gevoegd zijn: Ordinus Advocatorum primicerius (de Allereerste van de orde der Advokaten).
Zijne bekendheid met de Fransche taal kwam hem goed te stade toen in het jaar 1572 de Walen in Friesland kwamen, en alles in beroering en door de partijschappen geslingerd was; terwijl vele edelen en burgers niet zonder levensgevaar te Leeuwarden op het blokhuis geplaatst werden. Toen werden velen, wier zaak hij verdedigde, door hem als aan den dood ontrukt. Van die tijd af heeft hij met veel lof en groote naarstigheid en zorg, een aantal zaken verdedigd, tot hij in het jaar 1608 zijne zaken nederlegde en rust nam.
In het jaar 1600, toen er in Friesland eene groote oneenigheid bestond tusschen de bevolking der steden en de landbewoners; toen de gemoederen van wederzijden door schimpschriften werden opgewonden, en men voor eenen burgeroorlog vreesde, was hij een der acht mannen, die het twistvuur uitdoofden en de rust herstelden.
Hij werd in 1602, met zijnen zwager Tjerk Tiara, door de orde der Advokaten gekozen om de eerste Lands Ordonnantie van Friesland zamen te stellen. Ook was hij Pensionaris van Leeuwarden, en in 1610, 1611 en 1620 tot op den dag van zijn overlijden, den 3den December 1622, lid der Regering van Leeuwarden.
Bouricius is twee malen gehuwd geweest. Eerst met Jetske Gijsberti, die hem eenen zoon schonk, Gijsbert van Bouricius, welke te Leiden heeft gestudeerd, daarna eene reis door Frankrijk deed, waar hij op de Akademie te Pont à Mousson met lof tot Meester in de regten bevorderd werd, in 1598 Advokaat bij het hof van Friesland werd en in 1618 overleed. De tweede vrouw van Jacobus van Bouricius was Baukje Buygers, bij wie hij verwekte Hector van Bouricius, die volgt. Bovendien had hij nog eene dochter Johanna van Bouricius, zonder dat het blijkt, of zij van de eerste of van de tweede vrouw was.
Met veel zorg en vlijt behartigde hij de belangen van hen, die hem hunne zaken toevertrouwden, en niet zelden bragt hij slapelooze nachten door, ten einde te zorgen, dat de zaak der van misdaad beschuldigden, die hij verdedigen moest, niet langer dan noodig was onderhanden bleef.
Eerst in rijper jaren zette hij zich aan het schrijven voor den drukpers. De werken, welke van hem in het licht verschenen, waren deels van Godgeleerden, deels van Regtsgeleerden inhoud.
Zij zijn:
Advocatus, Arnh. 1604, 4o. Leid. 1643, 12o. Harl. 1666, 4o. terwijl er bovendien drie drukken van in Duitschland verschenen.
Meditatien en Samenspraken op verscheide schriftuurlijke stoffen, hetwelk in 1608 schijnt geschreven en uitgegeven te zijn.
Captivus, sive Enchiridion defensionum, Amst. 1610, 12o. Leov, 1644, 4o. Harl. 1655, 4o, van hetwelk in Duitschland ook nog vier drukken het licht zagen.
Liber Singularis, sive Panegyricus ad Pandectas Juris civilis eorumque auctores, et praecipue ad Ulpianum, Leov. 1613, 4o.
Dialogus ofte t'samenspreeckinge van een rijck ende een arm mensche, Bolsw. 1613, 8o.
Eenige heilige bijbelsche dialogen of zamenspraken, uit het Latijn vertaald, Leeuw. 1620.
Epistola Bouricii ad Suffridum Petri, gevoegd bij Furmerii Apologia.
Eteostichon in obitum Viglii ab Ayta.
Ook zijn zijne regtsgeleerde werken met die van zijnen hierna volgenden kleinzoon uitgegeven onder den titel van:
Jacobi et Johannis Bouricii Opera Juridica, Franeq. 1700, 4o. Amst. 1701, 4o.
Zie Vriemoet, Athen. Fris. pag. 206 et 207; de Chalmot, Biograp. Woordenb.; van Kampen, Geschied. der Nederl. Letter. en Wetens. D. III. bl. 255; de Wal, de Clar. Fris. Jurec. pag. 48, Annot. 237-243, Add. pag. 444;
----------------------------
Bouricius (Jacobus), a veces erróneamente deletreado Bouritius, nació en 1544, a Dockum. Parece el nombre de su padre, que se llamaba Bourits haber cambiado Bouricius. El geslagtsnaam su madre era Onga. Él los llevó a la Escuela Superior en Lovaina en la beca regimiento, luego visitó las escuelas secundarias de Francia e Italia, y se convirtió en Maestro ascendido Los derechos a la escuela secundaria prestigiosa en Boulogne, donde disfrutó de la amistad del famoso yacimiento arqueológico Carlo Segonio. A partir de ahí llegó a Dole. Aquí argumentó por primera vez y defendió nobles aseguran juventud Chen flamenco que estar borracho, en su posada había insultado a su jefe y por lo tanto fue puesto en custodia. Tuvo suerte de que el acusado, aunque no sin mucha dificultad, fue puesto en libertad. A lo que él se fue, para continuar sus estudios, dos años hasta Douai, después de lo cual él era sobre el papel de los abogados de la Corte Suprema en Mechelen se registró. Vuelto a la patria, escribió el primer lugar de su nombre en el álbum de Abogados por el Tribunal de Friesland, detrás después se añaden las palabras: Ordinus Advocatorum primicerius (la primera de la Orden de los Abogados).
Su familiaridad con el idioma francés le fue muy útil cuando el año 1572 llegó a los valones en Frisia, y todo fue arrojado en el caos y las facciones; mientras que muchos nobles y los ciudadanos no se colocaron en el fortín sin peligro Leeuwarden. Entonces hubo muchos cuya causa defendió, como él le arrebató a la muerte. A partir de ese momento que tiene con muchos elogios y gran diligencia y cuidado, defendió una serie de cosas, hasta que él puso su negocio sólo en el año 1608.
En el año 1600, cuando se produjo en Friesland una gran disputa entre la población de las ciudades y países de habitantes; cuando la mente de los lados re por schimpschriften estaban emocionados, y temían por Eenen guerra civil, él era uno de los ocho hombres que extinguen el fuego y tuercen el resto se recuperó.
Fue en 1602, con su hermano Tjerk Tiara, elegido por la Orden de los Abogados para establecer juntos las primeras Tierras Ordenanza de Frisia. Fue pensionario de Leeuwarden, y en 1610, 1611 y 1620 hasta el día de su muerte, el 3 de diciembre 1622, un miembro del Gobierno de Leeuwarden.
Bouricius ha estado casado dos veces. Primero Jetske Gijs Berti, quien le dio un hijo, Gijsbert van Bouricius, que ha estudiado en Leyden, entonces un viaje realizado por Francia, donde fue ascendido a la Academia de Pont-à-Mousson con elogios a la Maestra Los derechos en 1598 Advokaat estaba en la corte de Friesland y murió en 1618. La segunda esposa de James Bouricius era Baukje Buygers, con quien procreó Hector Bouricius que sigue. Además, tenía una hija Johanna de Bouricius, sin resultado, si era de la primera o de la segunda mujer.
Con gran cuidado y diligencia que representaba los intereses de los que le confiaron sus negocios, y no pocas veces le Bragt noches sin dormir, con el fin de asegurarse de que la causa del delito acusado, que ya no defender lo que era necesario era permanecido bajo las manos.
Primero en edad madura, él continuó escribiendo para la prensa. Las obras, que se le apareció en la luz, fueron parte de los teólogos, en parte, el contenido Regt Scholars.
Ellos son:
Advocatus, ArNH. 1604 4o. Plomo. 1643, 12o. Harl. 1666, 4o. mientras que por otra parte tres impresiones en Alemania aparecieron.
Meditatien y coloquios sobre verscheide materiales bíblicos, escritos en 1608, lo que parece haber sido emitida.
Captivus, defensionum Byrthferth sive, Amst. 1610, 12o. Leov, 1644, 4o. Harl. 1655, 4, de la que en Alemania también vio cuatro presionando la luz.
Liber Singularis, ad Panegírico sive Pandectas Juris civilizadora eorumque auctores et praecipue ad Ulpianum, Leov. 1613, 4o.
Dialogus t'samenspreeckinge polvoriento una mensche brazo ingresos Rijck, Bolsw. 1613 8o.
Algunos diálogos bíblicos sagrados o zamenspraken, traducido del latín, Leo. 1620.
Epistola ad Bouricii Suffridum Petri unió Furmerii Apología.
Eteostichon en obitum Viglii ab Ayta.
Además, su justicia el trabajo académico con el de su nieto al lado de aquí en adelante emitida bajo el título de:
Jacobi et Johannis Bouricii Opera Juridica, Franeq. 1700, 4o. Amst. 1701, 4o.
Ver Vriemoet, Atenas. Fresh. p. 206 y 207; la Chalmot, Biograp. Woordenb.; van Kampen, historiadores. der Nederl. Carta. y con conocimiento. D. III. bl. 255; Wal, el Clar. Fresh. Jurec. p. 48 Annot. 237-243, en Agregar. p. 444;
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.