Woudwyk Genealogía » Laes Wybes Gerbranda Hermana van Popma Poppinga Poppema Poppama (1468-????)

Persoonlijke gegevens Laes Wybes Gerbranda Hermana van Popma Poppinga Poppema Poppama 


Gezin van Laes Wybes Gerbranda Hermana van Popma Poppinga Poppema Poppama

Hij is getrouwd met Syds Pietersdr. Juwsma Jousma Iwesma van Bottema Buttema Botema.

Zij zijn getrouwd te Morra, Dongeradeel, Frysland, Nederland..


Kind(eren):



Notities over Laes Wybes Gerbranda Hermana van Popma Poppinga Poppema Poppama

Zij is getrouwd met Syds Pietersdr. Bottema Buttema.


Kinderen:


 


- Rints Laesdr. Bottema Buttema van Popma 1500-?.


Jacob Laesz van Popma 1510-?.


 


------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


 


Buttema State te Morra


De loods op het stateterrein van Buttema in april 2010


 


Andere benaming Bottema, Botma (ook Bolta?)


Ontstaan Het ontstaan van de state is niet bekend.


Geschiedenis Samen met andere "hoeflingen byder oestersyde der Pasen" sloot Syds Buttema zich in 1490 aan bij het verbond met Groningen. Een dochter van hem bezat in 1511 het grootste deel van Sybetsma steed te Morra. Gabbe Riptema, afkomstig van Anjum en wonend in Dokkum, was waarschijnlijk met een dochter van Syds Buttema getrouwd. Hij was in 1511 namelijk eigenaar van Buttema state en werd ook Gabbe Ripten Botma genoemd. Zijn veronderstelde nageslacht, waarover straks meer, bezat rond 1550 Sybesma steed te Morra.


Gabbe Riptema behoorde tot de kleine hoofdelingen. Ook zijn nageslacht sloot adellijke huwelijken (met Aesgema van Baard, Bolta, Heemstra, Bootsma, Gratinga). In 1505 werd hij gerekend onder de edelen van Dongeradeel. In verschillende dorpen in Dongeradeel bezat hij goederen. (*1) In zijn testament bedacht hij zijn zusters en zijn broer en - na hun dood - de kloosters Sion en Gerkesklooster, waar dezen waren ingetreden.


Waarschijnlijk had Gabbe bovendien een dochter, Rents Bottema. Zij was in ieder geval zijn erfgenaam, want in haar testamenten van rond 1550 liet zij verschillende goederen na die in 1511 eigendom van Gabbe waren geweest, waaronder Riptema te Anjum en de reeds genoemde goederen Buttema en Sybetsma te Morra. Rents trouwde eerst met Epe Doekez Aesgema, gestorven voor/in 1528, daarna met NN Bolta; uit beide huwelijken had ze kinderen. Anna Epes Aesgema erfde rond 1550 27 pm land in Buttema, haar halfbroer Tjaert Bolta de rest van Buttema of Botema guet ende staeten metten steen boven eerde ende onder eerde, met die landen, eygendom ende heerlicheden daertoe behorende. Inderdaad treden daarna de Bolta's in Morra op als aanzienlijke inwoners. Mogelijk is hun state Buttema bedoeld met het door Sibrandus Leo aangegeven adelshuis Bolta te Morra. In 1580 was Tjaert Bolta's zoon Gerlif administrateur van de kerkvoogdij van Morra. Omstreeks 1585 was de state eigendom van Wyger Gabbesz, grietenijvolmacht, dijkgraaf van Oostdongeradeel en stamvader van een nieuwe familie Botma, van rijke eigenerfden.


Zijn zoon Gabe Wijgersz. Botma was tot zijn dood in 1643 eigenaar-bewoner. Hij was gehuwd met Antje Sakes Boelema. Waarschijnlijk erfden alleen de drie zoons samen Botma sate en kregen de drie dochters andere bezittingen. De oudste zoon Sake Gabes Botma, die gehuwd was met Aukje Gerrits Roorda, bleef op de boerderij wonen. Toen Hermanus Gabes Botma, secretaris van IJlst en notaris aldaar, in 1660 zijn derde deel van Botma-sathe verkocht, werden huizinge, schuur, hoving, poort, gracht en singels genoemd. Van de 'stoel en grafsteden in de kerck tot Morra' krijgen de kopers het aandeel van drie graven 'neffens de stoel' van wijlen 'de olde fiscaal' Bosman. In 1700 is Gerrit Sakes Botma eigenaar van Botma Zathe en de daarbij behorende 124,5 pondemaat land (ruim 40 ha.) waarvoor hij jaarlijks 46 floreen en 10 stuivers belasting moest betalen. In 1728 is Gerrit nog steeds eigenaar en naast landbouwer nu ook ‘bijzitter’ (wethouder). Gerrit overleed in 1735 en zijn vrouw Jantje Nammes in 1747. Weduwe Botma-Nammes was blijkens haar fraaie grafzerk in de kerk in 1747 op 91-jarige leeftijd overleden en had het orgel aan de kerk geschonken. Na 1748 raakt Botma in vreemde handen.


In 1832 is het eigendom van Lieuwe Folkerts Sytsma, landbouwer te Morra.


Op de kadastrale minuutkaart staat nog een boerderij van het kop-hals-romptype met lang voorhuis omringd door grachten en singels en zo te zien een poortgebouw bij de brug over de gracht.


(*1) Zie Riptema te Anjum.


Bewoners 1490 Syds Buttema


1511 Gabbe Riptema


? - 1550 Rents Bottema


1550 - ? Tjaert Bolta


1580 Gerlif Bolta


1585 Wyger Gabbesz.


1640 Gabe Wijgersz.


1660 Hermannus Botma


1700 Gerrit Botma


? - 1747 weduwe Botma-Nannes


1832 Lieuwe Folkerts Sytsma


Huidige doeleinden Het stateterrein wordt gebruikt door loonbedrijf J.K. Dijkstra.


Opengesteld n.v.t.


Foto's


Bronnen Tekst: Jan Leemburg


P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, 2009


Herma M. van den Berg, De monumenten van geschiedenis en kunst, Noordelijk Oostergo, De Dongeradelen


De website hisgis


----------------------------------------------------------------


Buttema Estado Morra


El piloto en el estado fundamental del Buttema en abril de 2010


Otros nombres Bottema, Botma (también Bolta?)


Orígenes Los orígenes del estado no se conoce.


Historia Junto con otros "hombres no byder oestersyde de Pascua" Syds Buttema se unió en 1490 en línea con el pacto de Groningen. En 1511 tuvo una hija de él la mayor parte de Sybetsma Steed a Morra. Gabbe Riptema, desde Anjum y viviendo en Dokkum, probablemente era casado con una hija de Syds Buttema. Fue en el año 1511 está a cargo del Estado Buttema y también fue nombrado Gabbe Ripten Botma. Su supuesta descendencia, de la que hablaremos más adelante, tenía alrededor de 1550 Sybesma corcel a Morra.


Gabbe Riptema pertenecía a los pequeños hombres de cabeza. Sus descendientes zanja matrimonios nobles (con Aesgema de Barba, Bolta, Heemstra, Bootsma, Gratinga). En 1505 le fue contado con los nobles de Dongeradeel. En varios pueblos de Dongeradeel era propietario de la propiedad. (* 1) En su testamento creó sus hermanas y su hermano y - después de la muerte - los monasterios y Sion Gerkesklooster cuando éstas habían ocurrido.


Gabbe probablemente también tenía una hija, Rents Bottema. Ella fue al menos su heredero, porque en sus voluntades de alrededor de 1550 que mostraron diferentes mercancías después de que en 1511 había sido propiedad de Gabbe, incluyendo Riptema a Anjum y los productos ya mencionados Buttema y Sybetsma a Morra. Las primeras rentas casaron Epe Doekez Aesgema, murieron por / en 1528, y luego con NN Bolta; de ambos matrimonios tuvo hijos. Anna Epes Aesgema heredó alrededor de 1.550 pm 27 Buttema país, su medio hermano Tjaert Bolta el resto de Buttema o Botema guet ingreso Staeten shrift piedra por encima de los ingresos generados entre la mayoría, con esos países, el ingreso eygendom heerlicheden daertoe pertenencia. En efecto, a continuación, introduzca la Bolta en Morra como personas significativas. Posiblemente su estado Buttema significaba que indica Sibrandus Leo nobleza casa Bolta a Morra. En 1580 el hijo de Tjaert Bolta fue administrador Gerlif de los mayordomos de Morra. Alrededor de 1585 el Estado era propiedad de Wyger Gabbesz, grietenijvolmacht, Dijkgraaf de Oostdongeradeel y progenitor de una nueva familia Botma, freeholders ricos.


Su hijo Gabe Wijgersz. Hueso hasta su muerte en 1643, el dueño-ocupante. Estaba casado con Antje Sakes Boelema. Probablemente sólo heredó los tres hijos juntos Botma sate y tuvo tres hijas otras posesiones. El hijo mayor Sake Gabes Botma, que estaba casada con Aukje Gerrits Roorda, continuó viviendo en la granja. Cuando Hermanus Gabes Botma, secretario y notario IJlst allí, en 1660, su tercera de Botma-Sathe vendió Huizinge, granero, Hoving, puerta, foso y canales fueron llamados. La "silla y tumbas en kerck a Morra" los compradores obtienen la proporción de tres fosas neffens la silla "del fallecido '' Bosman impuesto olde. En 1700 Gerrit Sakes Botma posee Botma Zathe y terreno asociado 124,5 libras (más de 40 ha.) Que él Floreen 46 y 10 centavos para pagar. Impuesto anual En 1728 Gerrit todavía poseen y junto a los agricultores 'asesor' ahora (regidor). Gerrit murió en 1735 y su esposa Jantje Nammes en 1747. Botma Viuda-Nammes se deducía de su hermosa lápida en la iglesia en 1747, fallecido a los 91 años, y fue donada a la iglesia el órgano. Después de 1748 Botma toca en manos extranjeras.


En 1832, la propiedad de Lieuwe Folkerts Sytsma, agricultor Morra.


La tarjeta catastral minutos sigue siendo una granja del tipo cabeza-cuello-cuerpo con largo porche rodeado de fosos y canales, y, probablemente, una puerta de entrada en el puente sobre el canal.


(* 1) Consulte Riptema Anjum.


Residentes 1490 Syds Buttema


1511 Gabbe Riptema


? - 1.550 alquileres Bottema


1550 -? Tjaert Bolta


1580 Bolta Gerlif


1585 Wyger Gabbesz.


1640 Gabe Wijgersz.


1660 Hermannus Botma


1700 Gerrit Botma


? - 1.747 viuda Botma-Nannes


1832 Lieuwe Folkerts Sytsma


Propósitos actuales, la tierra del estado es usado por el contratista JK Dijkstra.


Inaugurado N.A.


Fotos


Fuentes del texto: Jan Leemburg


P. N. Noomen, La casas stins en Frisia medieval y sus habitantes, 2009


Herma M. van den Berg, los monumentos de la historia y el arte, en el norte Oostergo, el Dongeradelen


La página web HISGIS


 


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


 https://pure.knaw.nl/ws/portalfiles/portal/486674/consolidatie.pdf


 


, te noemen de Walta's van Tjerkwerd,76 de Sickinga's en Albada's uit Goënga,de Popma's van Terschelling,77


 


77 Zij worden sinds het begin van de 14de eeuw genoemd als schouten van de heerlijkheid Terschelling, een Hollands leen; in de 15de eeuw gingen zij zich feitelijk als heren van het eiland gedragen,


 


, que se llamarán los Walta de Tjerkwerd, 76 los Sickinga y Albada de Goënga, los Popma de Terschelling, 77


 


77 Desde principios del siglo XIV se los menciona como alguaciles de la mansión de Terschelling, un feudo holandés; en el siglo XV empezaron a comportarse como señores de la isla,

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Laes Wybes Gerbranda Hermana van Popma Poppinga Poppema Poppama?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Laes Wybes Gerbranda Hermana van Popma Poppinga Poppema Poppama

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Van Popma Poppinga Poppema Poppama


De publicatie Woudwyk Genealogía is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Martin Woudwyk, "Woudwyk Genealogía", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/woudwyk-genealogia/I4515.php : benaderd 9 juni 2024), "Laes Wybes Gerbranda Hermana van Popma Poppinga Poppema Poppama (1468-????)".