Woudwyk Genealogía » Oeds Oets Benedix Benedictus Benedixma te Goënga Oetsma Oedsma Oestema van Gauw (1293-????)

Persoonlijke gegevens Oeds Oets Benedix Benedictus Benedixma te Goënga Oetsma Oedsma Oestema van Gauw 

• Hij is geboren in het jaar 1293 in Frysland, Nederland.
• Hij is overleden in Gauw, Boarnsterhim, Frysland, Nederland..
• Een kind van Benedix Benedictus Benedixma te Goënga Oetsma Oedsma Oestema van Gauw

Gezin van Oeds Oets Benedix Benedictus Benedixma te Goënga Oetsma Oedsma Oestema van Gauw

Kind(eren):

1. Wyts Wijts Benedixma Oedsma Oetsma Oestema te Goënga Oetsma van Gauw Goënga Naest Aen Gauw  1327-???? 

Notities over Oeds Oets Benedix Benedictus Benedixma te Goënga Oetsma Oedsma Oestema van Gauw

Groot Oestema

Namen: Oedsma

Type: State

Locatie: Zuidelijk van Gauw

Oudste melding: 1511

 

Beschrijving:

De oudste meldingen komen uit 1511 we lezen hier dan “Oedsma state”en “Oedsma huys”

en wordt beschreven als een goed ten Zuiden van Gauw. In 1721 wordt het alleen nog als een pachtboerderij genoemd. Maar volgens de overleveringen hebben we hier te maken met een van oorsprong ouder adelhuis, maar van deze mogelijke stins zijn geen sporen terug gevonden. Aanwijzingen voor dit ouder adelhuis vinden we in de 16e eeuwse tradities van de familie Dekema (Weidum) en Albada (Poppingawier). Maar ook in de 17e eeuwse genealogisch handschrift van Josias Rispens lezen we “Juw Dekema die geleefd heeft anno 1400 heeft getrout ; Rotterda aut Albada, een dochter ende erfgenaem van Riurd Rotterda ende Wyts Benedixma alias Oedsma van Goënga, naest aen Gauw”.

-----------------------

Gran Oestema

Nombres: Oedsma

Tipo: Estado

Ubicación: Al sur de Pronto

Mensaje de mayor: 1.511

 

Descripción:

Los mensajes más antiguos son de 1511 leemos aquí que "el estado Oedsma" y "Oedsma huys"

y se describe como un pozo al sur de Pronto. En 1721, sólo se menciona como una casa de campo. Pero de acuerdo con las tradiciones que tenemos aquí para ver con uno de los padres de origen noble casa, pero este potencial Stins reveló ningún rastro de nuevo. Las instrucciones para esta casa antigua nobleza encontramos en las tradiciones del siglo 16 de la familia Dekema (Weidum) y Albada (Poppingawier). Pero en el manuscrito genealógico del siglo 17 de Josias Rispens leemos "Juw Dekema que ha vivido en el año 1400 ha getrout; Rotterda aut Albada, hija del heredero ingreso Riurd Rotterda ingreso Wyts Benedixma alias Oedsma de Goënga, naest aen Gauw”.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 Esposa desconocida.

 

Hija:

 

- Wyts Wijts Benedixma Oedsma Oetsma te Goënga 1327-?.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Doys Il, 298, 338: "aIiqul addunt (N.N., dochter van Sicka Riuerdts van Albada) DUPSi! olde Juw Dekama". VolgeDs JR, 243, 246 s.v. Dekema trouwde Juw Dekema de olde rond 1400 met N.N. Rotterda "aut Albada", een dochter van Riuerd Rotterda en Wyts Benedixma alias Oedsma; Hette Dekema getrouwd met Ris Albada zou hun zoon zijn geweest.

 

Doys Il, 298, 338: "aIiqul addunt (NN, hija de Sicka Riuerdts de Albada) DUPSi Olde Juw Dekama". VolgeDs JR, 243, 246 S.V. Dekema casó Juw Dekema The Olde alrededor de 1400 con NN Rotterda "aut Albada", una hija de Riuerd Rotterda y Wyts Benedixma alias Oedsma; Hette Dekema casó Ris Albada habría sido su hijo.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Sicke Sjaerdema is geboren omstreeks 1290 in Franeker ?. Sicke is overleden in 1345 in Franeker, ongeveer 55 jaar oud.

Sicke trouwde met Edwert..... Edwert is geboren omstreeks 1293.

Kind van Sicke en Edwert:

Douwe Sickes Sjaerdema (Sicke), geboren omstreeks 1325 in Franeker.

Douwe Sickes Sjaerdema (Sicke) is geboren omstreeks 1325 in Franeker, zoon van Sicke Sjaerdema en Edwert.....

ouwe Sickes trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1350 met Wyts Benedixma, ongeveer 23 jaar oud. Wyts is geboren omstreeks 1327 in Grauw.

Kind van Douwe Sickes en Wyts:

Magdalena Douwes Sjaerdema, geboren omstreeks 1353 in Franeker.

Magdalena Douwes Sjaerdema is geboren omstreeks 1353 in Franeker, dochter van Douwe Sickes Sjaerdema (Sicke) en Wyts Benedixma.

Magdalena Douwes is overleden in 1424 in Anjum (Klooster), ongeveer 71 jaar oud. Magdalena Douwes trouwde, ongeveer 20 jaar oud,

omstreeks 1373 met Ruurdt Agges Ridder Albada, ongeveer 23 jaar oud. Ruurdt Agges is geboren omstreeks 1350,

zoon van Agge Ruyrdts Ridder Albada (Albada) en NN. Ruurdt Agges is overleden in 1423 in Anjum (Klooster), ongeveer 73 jaar oud.

Kind van Magdalena Douwes en Ruurdt Agges:

Sicke Ruyrdts Ridder van Albada, geboren omstreeks 1375.

Sicke Ruyrdts Ridder van Albada is geboren omstreeks 1375, zoon van Ruurdt Agges Ridder Albada en Magdalena Douwes Sjaerdema.

Sicke Ruyrdts is overleden omstreeks 1426 in Goënga, ongeveer 51 jaar oud.

Kind van Sicke Ruyrdts uit onbekende relatie:

Eelck Sickes van Albada, geboren omstreeks 1404.

-----------------------------------------------------------------------------

Magdalena Douwes Sjaerdema

Zij is geboren 1353 in Franeker, Friesland, Nederland.

Zij is overleden 1424, zij was toen 71 jaar oud.

Zij is begraven in Anjum, Friesland, Nederland.

Zij is getrouwd met Ruurd Agges Albada rond 1373.

Kinderen:

Sicke Ruyrdts van Albada 1375-1426.

 

Douwe Sickes Sjaerdema (Sicke)

ouwe Sickes trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1350 met Wyts Benedixma, ongeveer 23 jaar oud. Wyts is geboren omstreeks 1327 in Grauw.

Kind van Douwe Sickes en Wyts:

Magdalena Douwes Sjaerdema, geboren omstreeks 1353 in Franeker.

Magdalena Douwes Sjaerdema is geboren omstreeks 1353 in Franeker, dochter van Douwe Sickes Sjaerdema (Sicke) en Wyts Benedixma.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Poppingastins bij Poppingawier

Ligging Deze stins stond bij Poppingawier, gemeente Boarnsterhim.

Ontstaan Onbekend.

Geschiedenis Albada-leen (Poppingawier FC8, SC8), Wytzema goed (Poppingawier FC10, SC10), Poppinga stins ende staten (Poppingawier FC1-FC2)

De genoemde drie goederen, gelegen ten zuiden en oosten van het dorp en aan elkaar grenzend, worden hier tezamen behandeld. Geen van alle hadden ze een verdedigbare stins. Voor de geschiedenis van de hoofdelingen te Poppingawier zijn ze echter wel van belang, vooral omdat ze alle drie de nauwe band tussen de adel en de kerk weerspiegelen.

Het eerste goed, het Albadaleen, werd aanvankelijk als vicarie aangeduid (1511, 1580), in 1543 als prebende waarvan de Albada's het patronaatsrecht hadden, en in de 17de eeuw als Ons Lieve Vrouue Leen en Albada leen. Het aangrenzende Wytzema heette in 1501 Wythiama gued en in 1543 Witzema huys en Wytzema guedt. Poppinga stins ende staten tenslotte is een fictief gebouw, waarover de traditie tot 1565 is terug te volgen.

Albada-leen

Het Albada-leen was tenminste sinds 1543 een prebende sine cura, die ter begeving stond (en ook nu nog staat) van Lieuwe Hettes Albada op Albada-of-Douma en zijn nakomelingen. Als stichters werden in de 17de en 18de eeuw zowel de Sytthiema's, Heslinga's als Albada's genoemd. Omdat het leen aanvankelijk ook als vicarie bekend stond, is het mogelijk dat het bovendien gedeeltelijk is gedoteerd met land van een reeds bestaande prebende met zielzorg. De onduidelijkheid over de stichters (Heslinga, Albada, Sytthiema?) en de aard van het leen (zielzorg of niet?) wordt weerspiegeld in verschillende conflicten aan het einde van de 16de eeuw tussen de Albada's, de gemeente van Terzool en een tak van de Heslinga's. Na 1618 zijn de rechten op het Onze Lieve Vrouwe leen van de afstammelingen van Lieuwe Hettes Albada, inclusief die in vrouwelijke lijn, niet meer bestreden. Sindsdien fungeert het leen daardoor tevens als het kristallisatiepunt van een in vele families omvattend "clan-achtig" afstammingsbewustzijn.

De ligging van de landerijen van Albada-leen weerspiegelen eveneens de moeilijk te interpreteren relaties met Heslinga, Sytthiema en de andere kerkelijke fondsen. Behalve de sate van het leen waren er in het leenvermogen namelijk aandelen en renten uit Heslinga en Sytthiema en belending van het leenland met het pastorieland en het kerkhof. Interessant zijn trouwens eveneens de landerijen die het leen had in goederen van de politieke tegenstanders van de middeleeuwse Heslinga's: zo twee pondemaat in Bongwiersteragoed achter de stins van de Wigara's in Terzool (1) en tien pondemaat in Wytzemagoed in Poppingawier, een belangrijk goed van de Harinxma's van Sneek.

Wytzema-goed

Zoals de Harinxma's van Sneek in Terzool de Borg hadden, zo hadden ze ook in Poppingawier een belangrijk goed, Wytzema. Daarmee hadden de Harinxma's een steunpunt grenzend aan zowel de stins van hun tegenstanders, de Heslinga's alias Albada, als aan het pastorieland. In 1501 schonk Kathryn Harinxma, vrouw van Louw Donia, het grootste deel van dit goed aan het Heilig Kruisaltaar in Sneek; in 1543 behoorde dit deel nog tot het cappelaenscap van Donye in Sneek, de rest, zoals gezegd, aan het Albadaleen in Poppingawier. In 1640 was de "papist" jonker Frittema, erfgenaam van de Donia's, eigenaar van het grootste deel van Wytzema.

Poppinga stins ende staten

Verschillende feiten die hierboven werden aangeroerd - de zeggenschap van Albada's over geestelijk goed in Poppingawier, de nabijheid van Albadaland en kerkeland, de verwantschap van Albada's en Dekema's - groeiden in het midden van de 16de eeuw uit tot een uitgebreide fictie. Ik noem slechts de hoofdlijnen. Een ridder Sicka Riuerdtz van Albada uit Goënga zou begin 15de eeuw met Katharyn Poppingha zijn getrouwd. Daardoor zou de relatie van de eerst in Goënga wonende Albada's met Poppingawier tot stand zijn gekomen. Katharyn zou de dochter van een (eveneens fictieve) Rienck Poppingha van Poppinghawyer en Tyets Rotterda zijn geweest, en de laatste weer een dochter van Riuerdt Rottaerda van Deersum(2) en Wyts Benedixma alias Oetsma van Gauw.(3)

Rienck Poppinga zou zijn stins ende staten hebben gehadt in den dorpe Poppingawier; ende soo sy geen soonen nalieten hebben het stins ende staten met die landen daertoe behorende tot een kercke besprooken ende tot die pastorye, waervan oock het dorp die naem heeft vercregen. Rienck zou vanwege de 16 stinzen die hij bezat een wapen met deze stinzen rond een rode leeuw hebben gevoerd. De rode leeuw verwees naar zijn afstamming van de graven van Holland. De Poppinga's zouden verder tot dezelfde familie hebben behoord als de Popma's van Terschelling.

Deze verhalen hadden duidelijk de bedoeling de positie van de Albada's in Poppingawier te legitimeren. Zij beschouwden zich als nazaten van de Poppinga's;(4) in hun geschil met de gemeente over de aard van het Albadaleen kwam afstamming van de kerkstichters goed van pas.

Omdat ook aan de Dekema's, die immers gemeenschappelijk grondbezit met de Albada's hadden, voorouders Albada, Rotterda en Poppinga werden toegeschreven, deelden ook zij in deze nieuw geschapen traditie. Katheryn Hottinga, weduwe van Juw Dekema, gaf in haar testament van 1528 aan de kinderen van haar zoon Hette Dekema goederen te Deersum. En aan kinderen van haar dochter Yd Dekema, gehuwd met Sicke Gratinga een rente uit Ayngweerdster clooster, gelegen onder Poppingawier. Later komt deze rente ook in Rienck Hemmema's rekenboek voor. Het lijkt er dus op dat het goed waarop Engwerd werd gesticht mede van de Dekema's en mogelijk van de Albada's afkomstig was; de Dekema's hadden met de Heslinga's/Albada's verschillende goederen gemeenschappelijk en deelden bovendien met de laatsten de traditie van een afstamming uit de Albada's.(5)

(1) Dit is niet helemaal juist uitgedrukt: aanvankelijk lijkt Bongwierstera geen relatie met de Wigara's gehad te hebben. Zie Bongwierstera-of-Wigara in Terzool. In 1619 ging men over tot een scheiding van dit leenland en de sate Bongwier.

(2) Vergelijk Rotterda te Deersum.

(3) Zie Oetsma te Goënga.

(4) Zij voerden (deels) ook een rode leeuw en pretendeerden een grafelijke afstamming. GJB (1997) 165.

(5) Zie Sytthiema en Idzerda te Poppingawier, en Rotterda te Deersum.

Bewoners Er zijn geen namen van bewoners bekend.

Huidige doeleinden Van de stinsen en stinswieren is niets meer terug te vinden.

Opengesteld n.v.t.

Foto's

Bronnen Tekst: met toestemming van auteur P.N. Noomen overgenomen van www.hisgis.nl, tab "kaartlagen", keuze "Stinzen Fryslân". Die tekst is tevens gepubliceerd in "De Stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners", P.N. Noomen, Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2009.

---------------------------------------------

Poppingastins en Poppingawier

Ubicación Este Stins situó en Poppingawier, municipio Boarnsterhim.

Orígenes Desconocidos.

Historia Albada-only (Poppingawier FC8, SC8), Wytzema bueno (Poppingawier FC10, SC10), Poppinga Stins estados mantenimiento (Poppingawier FC1, FC2)

Los tres productos antes mencionados, situados al sur y al este del pueblo y al lado de la otra, se considerarán conjuntamente. Ninguno de ellos tenía un Stins defendibles. Para la historia de los principales hombres de Poppingawier aunque son importantes, especialmente ya que reflejan las tres de la estrecha relación entre la nobleza y la iglesia.

El primer pozo, Albada Leen, se denominó inicialmente la vicaría (1511, 1580), en 1543 como prebenda que de Albada tenido el patrocinio, y sólo como Nuestra Señora Vrouue Leen y Albada en el siglo 17. El Wytzema adyacente llamada Wythiama argumentaba en 1501 y en 1543 guedt Witzema huys y Wytzema. Poppinga Stins estados sostener finalmente es una construcción ficticia, que la tradición de 1565 se puede seguir de nuevo.

Albada-only

La Albada-préstamo era por lo menos desde 1543 una prebenda sine cura, que estaba en la concesión (y sigue siendo) de Lieuwe Hettes Albada en Albada-de-Douma y sus descendientes. Como fundadores fueron llamados en los siglos 17 y 18, tanto de Sytthiema, Heslinga de que Albada de. Debido a que el préstamo inicial también era conocido como vicaría, es posible que también parcialmente dopado con tierras de un beneficio existente con la atención pastoral. La incertidumbre acerca de los fundadores (Heslinga, Albada, Sytthiema?) Y la naturaleza del préstamo (pastoral o no?) Se refleja en varios conflictos a finales del siglo 16 entre la Albada de la ciudad de Terzool y una rama de la Heslinga es. Después de 1618, los derechos de la Nuestra Señora de sólo los descendientes de Lieuwe Hettes Albada, incluidos los que no impugnada en línea femenina. Desde entonces actúa prestando así tambié;n como el punto focal de una integral en muchas familias "clan-como" la conciencia de linaje.

La ubicación de las tierras de Albada-préstamo también refleja las relaciones difíciles de interpretar con Heslinga, Sytthiema y otros fondos de la iglesia. Además del Estado de que el préstamo se encontraban en el préstamo de acciones y rentas Heslinga y Sytthiema y contigüidad del país prestatario con la parroquia rural y el cementerio. Un hecho interesante también las tierras que el préstamo tenía en bienes de opositores políticos de la Heslinga medieval para dos pondemaat en Bongwiersteragoed detrás Stins de Wigara en Terzool (1) y diez libras en tamaño Wytzemagoed en Poppingawier, un activo importante de la Harinxma de Sneek.

Wytzema-buena

A medida que el Harinxma de Sneek tenido el Borg en Terzool, como lo habían hecho en Poppingawier un bien importante, Wytzema. Esto tuvo el Harinxma es un punto de apoyo bordean ambos Stins sus oponentes, alias Albada del Heslinga, como la casa parroquial país. En 1501 Kathryn Harinxma, esposa donaron de Louw Donia, la mayor parte de la mercancía al Altar de la Santa Cruz en Sneek, en 1543 pertenecía esta parte hasta que la cappelaenscap de Donye en Sneek, el resto, como se dijo en la Albada Leen Poppingawier. En 1640 la "papista" Frittema escudero, era el heredero del de Snowdonia, propietaria de la mayor parte de Wytzema.

Poppinga Stins sostener estados

Varios hechos que se plantearon anteriormente - control de Albada de sobre el bien espiritual de Poppingawier, la proximidad Albada País y tierra de la iglesia, la relación de la Albada y Dekema de - creció en el medio del siglo 16 en una ficción completa. Menciono sólo los puntos principales. Un caballero Sicka Riuerdtz de Albada de Goënga sería a principios del siglo 15 con Katharyn Poppingha están casados. Por lo tanto, la relación de la primera en Goënga Albada con Poppingawier de la vida se produjo. Katharyn era la hija de un (también ficticio) Rienck Poppingha de Poppinghawyer y Tyets Rotterda han sido, y la segunda hija de Riuerdt Rottaerda de Deersum (2) y Wyts Benedixma alias de Oetsma pronto. (3)

Rienck Poppinga sería Stins estados de ingresos tienen gehadt en el Dorpe Poppingawier, los ingresos taaan sy no soonen han legado los países de ingresos Stins con esos países daertoe perteneciente a una renta besprooken Kercke a los pastorye, waervan Oock el pueblo que tiene naem vercregen. Rienck sería porque él poseía 16 casas stins han tenido un arma. Estas casas stins alrededor de un león rojo El león rojo se estaba refiriendo a su descendencia de los condes de Holanda. El Poppinga también habría pertenecido si Popma de Terschelling. A la misma familia

Estas historias fueron la clara intención de legitimar. 'S Posición en la Albada Poppingawier Se consideraban descendientes de los Poppinga de, (4) en su disputa con el municipio sobre la naturaleza de la Albada Leen vino linaje de los fundadores de la iglesia en la mano.

Porque se atribuyeron a la Dekema, que después de todo tenía la tierra común con Albada de, antepasados ??Albada, Rotterda Poppinga y también compartieron en esta tradición de nueva creación. Katheryn Hottinga, Jewel Dekema viuda, en su testamento de 1528 dio a los hijos de su hijo Ivrea DEKEMA bienes Deersum. Y los hijos de su hija Yd Dekema, casados ??Sicke Gratinga interés Ayngweerdster Clooster ubicado debajo Poppingawier. A finales de este interés viene en el libro de matemáticas de Rienck Hemmema. Así que parece que el bien que Engwerd fue fundada en parte de Dekema y fue posiblemente la Albada viene, el Dekema ha tenido con diferentes productos de la Heslinga / de Albada comunes y compartidos con el último descendiente de la tradición de la Albada de. (5)

(1) No se trata de términos muy precisos: Bongwierstera inicialmente parece haber tenido una relación con el Wigara de. Ver Bongwierstera-de-Wigara en Terzool. En 1619 se pasó a una separación de este país prestatario y el Bongwier satay.

(2) Comparar Rotterda a Deersum.

(3) Véase Oetsma a Goënga.

(4) Argumentaron (en parte) un león rojo y fingieron el linaje de un recuento. GJB (1997) 165.

(5) Véase Sytthiema y Idzerda a Poppingawier y Rotterda a Deersum.

Los residentes no hay nombres de residentes conocidos.

Propósitos actuales del Stinsen y Stins algas no es más que encontrar.

Inaugurado n.a.

Fotos

Fuentes Texto: Cortesía del autor P. N. Noomen adquirido de www.hisgis.nl, pestaña "capas del mapa" elección "casas stins Friesland". Este texto se publica también en "La casas stins en Frisia medieval y sus habitantes", PN Noomen, Editorial Lost, Hilversum, 2009.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Oeds Oets Benedix Benedictus Benedixma te Goënga Oetsma Oedsma Oestema van Gauw?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Oeds Oets Benedix Benedictus Benedixma te Goënga Oetsma Oedsma Oestema van Gauw

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen